Dr. Prof. Koen Lombaerts
ALGEMEEN
Studiemateriaal
E-reader
Teksten
Slides
SPOC-format
Videomateriaal
Evaluatie
Meerkeuze-examen (3u) met verhoogde cesuur
20 vragen (met één juist antwoord) van module 1 tot 4
5 stellingen (juist/onjuist)
Geen cijfers, enkel kenmerken van onderzoeken en onderzoekers uit de
PPT’s
MODULE 1 – Terreinverkenning van de pedagogiek
MODULE 1A - De pluraliteit van de pedagogiek
? Waarom het vak ‘pedagogische wetenschappen’?
Een vermenging van psychologen en agogen die een bijdrage willen leveren
Etymologie
Pedagogie = opvoeder/leraar als ‘slaaf die toezicht houdt op de kinderen
en ze naar school brengt’
Zeer brede kijk op het bijbrengen van inzichten, vaardigheden,
attitudes, … die ervoor zorgen dat individuen zelfstandig zijn.
Agogie = handelen – doen – in beweging zetten
Educatie = grootbrengen – opvoeden – oprichten – naar buiten brengen -
leiden
Breder dan onderwijs
Een domein waar de pedagogiek zich oorspronkelijk mee bezighield
1
,Onderscheid tussen:
1) Formele educatie
2) Informele educatie
Los van de
doelstellingen, maar
mogelijks interessant
voor in het dagelijks
leven
Bv. PPT -> druk op W of
B om de informatie op
je slide te doen
verwijderen
3) Niet-formele educatie
Focus op component
‘formele educatie’ binnen
1.1. Pedagogiek
= activiteiten gericht op concrete opvoedings- en onderwijsprocessen
Definitie is nog niet concreet (schijn)
Sinds 1779 is de pedagogiek een academische discipline (vroeger geen
verschil tussen wetenschappelijke en academische aspect v/d pedagogiek)
Christian Trapp = eerste hoogleraar
Academisering van de pedagogiek – de rol van de opvoeding is …
Griekse filosoof Plato om een verdeling v/d samenleving in drie standen te
behouden (politieke doeleinden)
Filosoof John Locke het pasgeboren kind vergelijken met een tabula rasa dat
door opvoeding en onderwijs wordt beschreven
Cultuurcriticus Jean Jacques Rousseau een kind ontgaat niet de invloed van de
cultuur
Incidenteel gingen denkers en schrijvers hun aandacht plaatsen op de
opvoedings- en onderwijsprocessen
Met de komt v/d academische pedagogiek is het van incidenteel nr
continu gegaan
Pedagogische wetenschap wou een bijdrage leveren aan het
opvoedend/onderwijzend handelen v/d pedagogische practici
2
, 1.2. Pedagogiek als wetenschap
Centraal: de pedagogiek als wetenschap
Wat zijn de uitkomsten van hun theoretiseren over theorievorming over &
het verrichten van onderzoek nr de werkelijkheid van opvoeding en
onderwijs?
Pedagogiek
= integratieve wetenschap dat ten allen tijden inzichten uit verschillende
disciplines gebruikt:
- Filosofie
- Psychologie – inzicht uit ontwikkelingspsychologie en cognitieve
psychologie
- Onderwijssociologie – Hoe het onderwijs als systeem binnen de
maatschappij wordt ingericht (ongelijkheden?)
Samenvoegen tot pedagogische theorieën
Examenvraag – Uit onderzoek blijkt dat sociologie economische factoren
bijdragen tot het reproduceren van bestaande ongelijkheden. Welke factor zorgt
voor een compensatie-effect?
Het open klasklimaat
Kenmerk v/d pedagogiek: meervoudigheid/pluraliteit (komen tot uiting in de
verschillen van de theorieën)
= het ontbreken van een metatheorie die een eenduidige theoretische verklaring
geeft voor alle fenomenen in de onderwijspraktijk
Daarentegen zijn er meerdere wetenschapstheorieën ontstaan
DOEL: het systematiseren en etaleren van het fonds aan kennis wat met
de onderscheiden metatheoretische concepties is verbonden, vooral met
het oog op het vergroten van de mondigheid van de practicus
FILMPJE – De potentiële en kinetische energie van een object
De hoogte waarop je een object laat swingen = de potentiële energie
Het object zal nooit verder reiken als zijn startpunt, kinetische energie
neemt wel af
Metatheorie
? Op welk wijze ziet men de verhouding tussen enerzijds pedagogische
theorievorming en empirisch pedagogisch onderzoek en anderzijds de
werkelijkheid van opvoeding/onderwijs?
Theorie-praktijk relatie onderzoeken
Onderscheid tussen drie niveaus
3
, 1) Pedagogische werkelijkheid
Het niveau van de praktijk
Praktijk van educatie (opvoeding, onderwijs, vorming, opleiding, training,
…)
Beïnvloeding van de werkelijkheid gericht op ontwikkeling, leerprocessen
en gedragsveranderingen; toch gebaseerd op theorie (persoonlijk en niet
getoetst, bv. opvattingen, regels, principes, …)
2) Pedagogische theorie
Object-theoretisch niveau
Alle theorieën kunnen niet in één theorie omvat worden in de pedagogie
(geen metatheorie, ook de agogiek en psychologie niet)
Verworven inzichten om pedagogische praktijk te veranderen
Resulteert in pedagogische theorieën die inzicht verschaffen in complexe
relaties tussen handelingen en educatie-effecten
FILMPJE uit de fysica – Een metatheorie over de omzetting van mechanische in
kinetische energie “Het gooien van een fles”
Hoe verklaar je dat deze op de grond valt?
Metatheorie = zwaartekracht op aarde
De pedagogiek beschikt hier NIET over
3) Wetenschapstheorie – meta-theorieën (een theorie over theorieën)
Metatheoretisch niveau
In de pedagogiek zijn er wetenschapstheorieën met verschillende/tegenstrijdige
visie op de wisselwerking tussen theorie en praktijk (de dienstbaarheid) OF de
manier waarop ze opvoedkundige fenomenen onderzoeken
Wat is de relatie met de praktijk? Moet de wetenschap zich enkel
bezighouden met feiten of mag ze ook uitspraken doen over
wenselijkheden?
Moet de pedagogiek de opvoedingswerkelijkheid verhelderen, verklaren,
voorspellen, veranderen? Welke methoden moeten ze hiervoor gebruiken?
Wat is hun rol?
1.3. De meervoudigheid van de pedagogiek
Jaren ’70 pedagogiek uitgedifferentieerd in 3 richtingen:
1) De geesteswetenschappelijke pedagogiek
2) De empirisch-analytische pedagogiek
3) De kritisch-emancipatorische pedagogiek
Kenmerken
Inhoudelijke en methodologische verschillen
Kritiek pedagogiek lijkt de beste integrator (eenheid vs pluraliteit)
4