Communicatie met patiënt
Motiverende gespreksvoering (deel1)
Evolutie binnen de gezondheidszorg
20ste eeuw genezen van acute aandoeningen
o Epidemiologische gegevens: jongvolwassenen minder gezond dan hun ouders
o Meer aandoeningen aan luchtwegen, kanker, diabetes…
voorkomen/genezen door verandering van gedrag
21ste eeuw: chronische zorg + disease management
Wat verwacht cliënt van ons in de praktijk?
o Hem/haar aantal vragen stellen
o Behandeling voorstellen op basis van de gegeven antwoorden
o Behandeling zal symptomen wegnemen en dus de gezondheid verbeteren
Cliënt legt verantwoordelijkheid voor genezing bij hulpverlener
Hoe kan je motivatie gesprek aangaan?
o Uitleggen wat ze beter anders doen
o Adviseren + overtuigen om gedrag te veranderen
o Waarschuwen over gevolgen van ongewijzigd laten van hun gedrag
o Begeleiden in hoe ze gedrag kunnen veranderen
o Doorverwijzen naar specialist
Klassieke aanpak van gedragsverandering
o Kennis verbeteren: als ik kan duidelijk kan maken dat
mondgezondheid invloed heeft op je hart dan zal cliënt zijn gedrag
wel veranderen
o Inzicht verhogen: als ik toon hoe gingivitis eruit ziet zal cliënt
veranderen
o Vaardigheden aanleren: als ik aanleer hoe je moet poetsen zal cliënt
wel veranderen
o Dreigen: als mijn cliënt een slecht gevoel geeft/maak hem bang dan
zal hij veranderen
niet cliënt gericht, advies op directe wijze + unidirectionele communicatie
waarbij cliënt enkel luister (passief ontvangen + weerstand bieden tegen geforceerde
adviezen)
Waardoor wordt gedragsverandering beïnvloed
Cyclus van bewustwording van Maslow
o Fase 1: onbewust onbekwaam
Niet bewust over impact van gedrag
Vb gingivitis maar goede poetsen maar weet niet
dat interdentaal moet poetsen (onbewust) dus
doet hij het ook niet (onbekwaam)
o Fase 2: bewust onbekwaam
Bewust dat er kennis ontbreekt + besef
Cliënt kan ook beslissen om niet te oefenen en in deze fase te blijven
= geen gedragsverandering
Vb weet dat interdentaal moet reinigen (bewust) maar weet nog niet hoe
(onbekwaam)
, o Fase 3: bewust bekwaam
Persoon gaat aan de slag met gedragsverandering
Vb cliënt reinigt interdentaal
o Fase 4: onbewust bekwaam
Gewenste gedrag wordt automatisch ingesteld
Oude gedrag verdwenen + vervangen door nieuwe
Vb altijd interdentaal reinigen voor slapen gaan
Pijlers bepalend voor gedragsverandering
o Belangrijkheid
Wat is belang van verandering
Willen veranderen ≠ moeten veranderen
o Vermogen
Kunnen
Zelfvertrouwen dat verandering mogelijk is
o Gereedheid
Nu willen
Geef je er prioriteit aan?
Gedragsverandering door motivatie
o Zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci
Hoe autonomer de motivatie, hoe groter kans dat gedragsverandering
blijvend zal zijn
o Mate van internalisatie van motivatie is afhankelijk van
Nood aan autonomie
Nood aan verbondenheid
Nood aan competentie
Extrinsieke en intrinsieke motivatie
o Extrinsieke motivatie = gedragsverandering komt tot stand omdat persoon door iets
van buitenaf wordt aangezet om tot dit gedrag te komen
Vb: kind wordt beloond met mooie sticker na tanden poetsen
o Intrinsieke motivatie = gedragsverandering gemotiveerd vanuit persoon zelf
Vb: ik vind gezond gebit belangrijke en geniet van zelfzorgmoment
ABC van motivatie: autonomie, verbondenheid en competentie
Gecontroleerde motivatie
o Externe motivatie: beloning/straf
Ik wil beloning, ontwijk een straf
o Introjectie: schuld, schaamte, zelfwaarde
, Ik voel me sschuldig/beschaamd, raakt mij zelfwaarde
Autonome motivatie
o Identificatie: persoonlijke relevantie/zinvolheid
Ik vind het zinvol, relevant
o Integratie: persoonlijke waarden
Past bij mijn persoonlijke waarden
o Intrinsiek: geboeid, interesse, nieuwsgierigheid
Ik vind het plezierig
Het begrijpen en verkennen van motivatie van cliënt
Motivationele gespreksvoering is gebaseerd op uitlokken + verkennen van hoe cliënt zijn
situatie inschat + welke motivatie om te veranderen
o Belangrijk signalen in gesprek herkennen en niet oplossingen aanreiken of corrigeren
Onderdruk de reparatiereflex (1)
o Neiging om te corrigen + oplossingen aan te bieden
o Reflex want automatisch (na 18s onderbreken we onze patiënt)
o Overtuigen = omgekeerd effect weerstand
o Meeste patiënten zijn ambivalent op vlak van gezondheidsgedrag
Ambivalentie (2)
o = tegelijkertijd optreden van tegenstrijdige gedachten, waarden of gevoelens
o Cliënt weet dat gedrag ongezond is maar geniet er van
o Cliënt moet redeneren voor aanpassen naar gezond gedrag
Empathisch luisteren (3)
o Oprecht + onbevangen nieuwsgierig
o Complexe klinische vaardigheid
Cliënt empoweren door complimenten (4)
o Ondersteunen in ontdekken van invloed op gezondheids
o Intrinsieke motivatie van cliënt vergroten
Wat is motivationele gespreksvoering (MG)?
o = motivationele interviewing (MI)
o Cliëntgericht gesprek
o Gericht om intrinsieke motivatie tot gedragsverandering te vergroten
o Ambivalentie voor verandering verhelderen en oplossen
o Jouw patiënt begeleiden (niet alleen aansturen)
o Semi-directief: volgen patiënt + sturen patiënt (eerst volgen dan sturen)
o Dansen met je patiënt niet worstelen
Basishouding voor motivationele gespreksvoering
o Samenwerking
Hulpverlener biedt professionele expertise aan
Cliënt is expert in zijn eigen even
Evenwaardige positie
Actieve samenwerking + gezamenlijke besluitvorming
o Aanvaarding
Respect voor autonomie
Geen focus op concrete uitkomst van gesprek
Cliënt maakt zelf keuze over leven
Motiverende gespreksvoering (deel1)
Evolutie binnen de gezondheidszorg
20ste eeuw genezen van acute aandoeningen
o Epidemiologische gegevens: jongvolwassenen minder gezond dan hun ouders
o Meer aandoeningen aan luchtwegen, kanker, diabetes…
voorkomen/genezen door verandering van gedrag
21ste eeuw: chronische zorg + disease management
Wat verwacht cliënt van ons in de praktijk?
o Hem/haar aantal vragen stellen
o Behandeling voorstellen op basis van de gegeven antwoorden
o Behandeling zal symptomen wegnemen en dus de gezondheid verbeteren
Cliënt legt verantwoordelijkheid voor genezing bij hulpverlener
Hoe kan je motivatie gesprek aangaan?
o Uitleggen wat ze beter anders doen
o Adviseren + overtuigen om gedrag te veranderen
o Waarschuwen over gevolgen van ongewijzigd laten van hun gedrag
o Begeleiden in hoe ze gedrag kunnen veranderen
o Doorverwijzen naar specialist
Klassieke aanpak van gedragsverandering
o Kennis verbeteren: als ik kan duidelijk kan maken dat
mondgezondheid invloed heeft op je hart dan zal cliënt zijn gedrag
wel veranderen
o Inzicht verhogen: als ik toon hoe gingivitis eruit ziet zal cliënt
veranderen
o Vaardigheden aanleren: als ik aanleer hoe je moet poetsen zal cliënt
wel veranderen
o Dreigen: als mijn cliënt een slecht gevoel geeft/maak hem bang dan
zal hij veranderen
niet cliënt gericht, advies op directe wijze + unidirectionele communicatie
waarbij cliënt enkel luister (passief ontvangen + weerstand bieden tegen geforceerde
adviezen)
Waardoor wordt gedragsverandering beïnvloed
Cyclus van bewustwording van Maslow
o Fase 1: onbewust onbekwaam
Niet bewust over impact van gedrag
Vb gingivitis maar goede poetsen maar weet niet
dat interdentaal moet poetsen (onbewust) dus
doet hij het ook niet (onbekwaam)
o Fase 2: bewust onbekwaam
Bewust dat er kennis ontbreekt + besef
Cliënt kan ook beslissen om niet te oefenen en in deze fase te blijven
= geen gedragsverandering
Vb weet dat interdentaal moet reinigen (bewust) maar weet nog niet hoe
(onbekwaam)
, o Fase 3: bewust bekwaam
Persoon gaat aan de slag met gedragsverandering
Vb cliënt reinigt interdentaal
o Fase 4: onbewust bekwaam
Gewenste gedrag wordt automatisch ingesteld
Oude gedrag verdwenen + vervangen door nieuwe
Vb altijd interdentaal reinigen voor slapen gaan
Pijlers bepalend voor gedragsverandering
o Belangrijkheid
Wat is belang van verandering
Willen veranderen ≠ moeten veranderen
o Vermogen
Kunnen
Zelfvertrouwen dat verandering mogelijk is
o Gereedheid
Nu willen
Geef je er prioriteit aan?
Gedragsverandering door motivatie
o Zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci
Hoe autonomer de motivatie, hoe groter kans dat gedragsverandering
blijvend zal zijn
o Mate van internalisatie van motivatie is afhankelijk van
Nood aan autonomie
Nood aan verbondenheid
Nood aan competentie
Extrinsieke en intrinsieke motivatie
o Extrinsieke motivatie = gedragsverandering komt tot stand omdat persoon door iets
van buitenaf wordt aangezet om tot dit gedrag te komen
Vb: kind wordt beloond met mooie sticker na tanden poetsen
o Intrinsieke motivatie = gedragsverandering gemotiveerd vanuit persoon zelf
Vb: ik vind gezond gebit belangrijke en geniet van zelfzorgmoment
ABC van motivatie: autonomie, verbondenheid en competentie
Gecontroleerde motivatie
o Externe motivatie: beloning/straf
Ik wil beloning, ontwijk een straf
o Introjectie: schuld, schaamte, zelfwaarde
, Ik voel me sschuldig/beschaamd, raakt mij zelfwaarde
Autonome motivatie
o Identificatie: persoonlijke relevantie/zinvolheid
Ik vind het zinvol, relevant
o Integratie: persoonlijke waarden
Past bij mijn persoonlijke waarden
o Intrinsiek: geboeid, interesse, nieuwsgierigheid
Ik vind het plezierig
Het begrijpen en verkennen van motivatie van cliënt
Motivationele gespreksvoering is gebaseerd op uitlokken + verkennen van hoe cliënt zijn
situatie inschat + welke motivatie om te veranderen
o Belangrijk signalen in gesprek herkennen en niet oplossingen aanreiken of corrigeren
Onderdruk de reparatiereflex (1)
o Neiging om te corrigen + oplossingen aan te bieden
o Reflex want automatisch (na 18s onderbreken we onze patiënt)
o Overtuigen = omgekeerd effect weerstand
o Meeste patiënten zijn ambivalent op vlak van gezondheidsgedrag
Ambivalentie (2)
o = tegelijkertijd optreden van tegenstrijdige gedachten, waarden of gevoelens
o Cliënt weet dat gedrag ongezond is maar geniet er van
o Cliënt moet redeneren voor aanpassen naar gezond gedrag
Empathisch luisteren (3)
o Oprecht + onbevangen nieuwsgierig
o Complexe klinische vaardigheid
Cliënt empoweren door complimenten (4)
o Ondersteunen in ontdekken van invloed op gezondheids
o Intrinsieke motivatie van cliënt vergroten
Wat is motivationele gespreksvoering (MG)?
o = motivationele interviewing (MI)
o Cliëntgericht gesprek
o Gericht om intrinsieke motivatie tot gedragsverandering te vergroten
o Ambivalentie voor verandering verhelderen en oplossen
o Jouw patiënt begeleiden (niet alleen aansturen)
o Semi-directief: volgen patiënt + sturen patiënt (eerst volgen dan sturen)
o Dansen met je patiënt niet worstelen
Basishouding voor motivationele gespreksvoering
o Samenwerking
Hulpverlener biedt professionele expertise aan
Cliënt is expert in zijn eigen even
Evenwaardige positie
Actieve samenwerking + gezamenlijke besluitvorming
o Aanvaarding
Respect voor autonomie
Geen focus op concrete uitkomst van gesprek
Cliënt maakt zelf keuze over leven