Samenvatting Hoorcolleges Onderzoek naar het nieuws

Samenvatting Hoorcolleges Onderzoek naar het nieuws
Suzette Nesselaar

Week 1: Macht van de media

3 redenen waarom journalisten kennis van media-beïnvloedingstheorieën nodig
hebben
1 Journalisten gebruiken media als gereedschap & journalisten produceren
media-inhoud
2 Journalisten zijn opiniemakers en beïnvloeden de publieke opinie
3 Journalisten zijn niet alleen producenten maar ook consumenten van media

AGENDASETTING
- Definitie = (theorie) die de mogelijkheid vd media om onderwerpen op de
agenda van de bevolking te bepalen (omschrijft)
- Media  vaak invloed op waarover wij denken (ipv op wat)
- Macht vd media  ligt in selectie v onderwerpen waarover ze berichten

Saillantie
= mate waarin onderwerpen opvallen/van belang zijn
 Doordat media bepaalde onderwerpen op agenda zetten (hun
schijnwerpers erop richten) worden deze onderwerpen saillant

3 x Mate van belang van onderwerp/kwestie + hoeveel een lezer leert wordt
bepaald door:
1 de hoeveelheid tijd die aan een kwestie wordt besteed
2 de informatie die in nieuwsverhaal wordt doorgegeven
3 de positie van het verhaal

Waarom agendasetting?
 De aandacht die de journalistiek aan bepaalde onderwerpen geeft bepaalt
onze perceptie van wat de belangrijkste onderwerpen zijn

(beperkte) effecten vd media  volgens agenda-settingtheorie: media kunnen
geen bepaalde opinie opdringen  kunnen wel mensen dwingen over onderwerp
na te denken
VB: beperkte karakter agendasetting = Dierenwelzijn  media-aandacht bio-
industrie zorgt ervoor dat mensen erover nadenken  betekent niet dat mensen
door slechte verhalen ineens vega worden

Media-agenda kan bepaald worden door publieksagenda
 “wat leeft onder de mensen”’  NOS die bericht over echtscheiding

PRIMING
- Definitie = agendasetting, maar met een diepere beïnvloeding.
- Priming beïnvloedt de beoordelingsmaatstaven van ’t publiek
- Priming = het sneller herkennen van/reageren op een bepaalde stimulus
als men deze eerder heeft waargenomen  er worden ‘kenniseenheden’ in
het geheugen geactiveerd

FRAMING
- = inkaderen
- Mediaframe = wijze waarop een onderwerp gepresenteerd wordt &
geïnterpreteerd in mediaberichtgeving (door journalisten)

, - Frame-building = de journalist maakt keuzes bij de productie vd media-
inhoud  die keuzes bepalen ’t frame, die inkadering van het onderwerp
en de aspecten en relaties die benadrukt worden  resultaat =
mediaframe
VB framing: KOP NRC: “Johnson is nog geen 1,5 maand premier en hij bungelt,
spartelt, heeft zijn politieke krediet al verspeeld en is afhankelijk vd wensen van
het Lagerhuis”
Mediaframe: het frame dat journalisten in het nieuws presenteren is hun
perceptie van het onderwerp

Framing  presentatie van complexe onderwerpen wordt vereenvoudigd

FRAME- setting
- Het publiek kan dit frame, deze wijze van inkadering, overnemen en het
betreffende onderwerpen ook op die manier definiëren en interpreteren
- Het frame dat journalisten (& media) gebruiken om een onderwerpen te
duiden kan vervolgens bepalen vanuit welk perspectief het publiek het
onderwerp ziet en definieert
- Frame-setting = de perceptie vd werkelijkheid van ’t publiek wordt op die
manier beïnvloed; een frame v/e bepaald onderwerp wordt ‘gezet’ 
resultaat = publieksframe

Gevolgen FRAMING
 Individueel niveau
- attitudes over onderwerp veranderen
 Maatschappelijk niveau
- sociale processen beïnvloeden
zoals:  politieke socialisatie
 beslissingen over beleid
 collectief gedrag

Typische media-frames  vaak op concrete inhoud;
- Kiezen v/e invalshoek = mediaframe
- vanuit slachtoffer
- vanuit dader
- vanuit politie/justitie
OF
- vanuit perspectief vd overheid
- vanuit perspectief vd burger
- Horce-race frame
= tijdens verkiezingen  nek-aan-nek race  2 partijen
- Criminaliteitsframe
 in nieuws over minderheden

SV/Conclusies HC 1

- Agendasetting = media bepaalt waarover we denken door er vaak over te
berichten
- Priming benadrukt sommige aspecten v/e onderwerp (soms herhaaldelijk
zodat het publiek bepaalde verwachtingspatronen over bepaalde
onderwerpen ontwikkelt)
- Framing
 bepaalt manier waarop er naar een onderwerp gekeken wordt: welke
aspecten, wat voor verband wordt gelegd, welke connotatie