Samenvatting - Verpleegkundige toepassingen deel 2 (z14218)

Zie HS 8 bloedbaaninfecties –
boek infectiepreventie

1. Intravasculaire zorgen
1.1. Infuustherapie
1.1.1. Bepaling

Een infuus / perfusie = het toedienen van hoeveelheden vocht, elektrolyten, voedingsstoffen,
geneesmiddelen via parenterale weg
 De infuusvloeistof wordt toegediend adhv 2 principes: de zwaartekracht en luchtdruk
 Steriliteit en behoud gesloten systeem zijn 2 belangrijke basiselementen


1.1.1. Terminologie
anafylaxie een overgevoeligheidsreactie van het lichaam op een lichaamsvreemd
eiwit of geneesmiddel

asepsis Elimineren van contact met micro-organismes

bolus Directe intraveneuze injectie van een geneesmiddel om snel een hoge
concentratie in het bloedserum te bereiken

diffusie Passieve verplaatsing van moleculen van een plaats met een hoge
concentratie naar een plaats met een lage concentratie

elektrolyt Stof die zich in elektrisch geladen deeltjes splitst wanneer deze in
water wordt opgelost

hemolyse Afbraak van rode bloedcellen

homeostase Vermogen van het lichaam om het interne milieu constant te houden

hypertonisch Oplossing met grotere hoeveelheid opgeloste stoffen dan in het
bloedplasma

hypotonisch Oplossing met kleinere hoeveelheid opgeloste stoffen dan in het
bloedplasma

hypovolemie Te weinig circulerend bloed in bloedsomloop

isotonisch Met dezelfde osmotische waarde als het plasma 240-340 mOsm

Katheter- In het bloed en in het kathetersegment wordt hetzelfde micro-
gerelateerde organisme aangetroffen, dit gepaard met klinische symptomen van
sepsis sepsis, terwijl andere infectiebronnen ontbreken

osmolariteit Concentratie van osmotisch actieve deeltjes per kg water

osmose Transport van water door een semi-permeabele membraan vanaf de
plaats met een lage concentratie opgeloste deeltjes naar een plaats

, met een hogere concentratie opgeloste deeltjes

osmotische Druk die wordt uitgeoefend op een semi-permeabele membraan die
druk de scheidingswand vormt tussen een oplossing en een oplosmiddel; de
membraan is ondoorlaatbaar voor opgeloste stoffen in de oplossing en
uitsluitend doorlaatbaar voor het oplosmiddel

septisch Besmet met pathogene micro-organismen
1.1.2. Waterhuishouding
1.1.2.1. Handhaving vochtbalans

Noodzakelijk:
 Extra hoeveelheid vocht wordt toegediend bij infuustherapie
 Vochtbalans per 24u bijhouden  vochtopname (in) en vochtverlies (uit)

Aandachtspunten bij vochtbalans:
 Observatie van de symptomen dehydratie en overhydratie
 Extra vochttoevoer voorzien bij te weinig opname van vocht (bv bij brandwonden,
diarree, zweten en koorts)
 Adhv labotesten hematocriet en ionogram kan vochtbalans mee onrechtstreeks
worden opgevolgd
 Adhv centraal veneuze druk meting en het dagelijks wegen van zv, kan ook de
vochtbalans worden bewaakt

Achtergrond en verdieping:
 Centraal veneuze druk is de druk in de venen
 Bloeddruk is de druk in de slagaders
 CVD geeft de druk weer van de vena cava superior (bovenste holle ader) en is
ongeveer gelijk aan de druk in de Re-boezem
 CVD geeft info ober de pompfunctie van het hart
 Stijging CVD: rechterharthelft kan het bloed niet goed wegpompen naar longen
 Daling CVD: als er te weinig bloed is om te pompen
 Behandel steeds de primaire oorzaken (bv infectie)



1.1.1.1. Handhaving waterhuishouding

 Totale gewicht volwassene bestaat uit 60% vocht (75% intracellulair en 25%
extracellulair) en 40% vaste stof
 Water en elektrolyten zijn niet van elkaar te scheiden  belangrijk dat
elektrolytenbalans en waterbalans in evenwicht blijven
 Ionen: kationen zijn positief geladen en anionen zijn negatief geladen en horen zich
evenredig met elkaar te verhouden
 Voornaamste elektrolyten: Na+, K+, Ca++, Mg++, Cl-, HCO3-

, 1.1.1. Doel infuustherapie

Diagnostisch
Perifere toegangsweg:
 Voor het inspuiten van contraststof (bv bij medische beeldvorming)

Centrale toegangsweg:
 Voor drukmetingen (bv CVD-meting)
 Voor het nemen van biopten / stalen (bloedanalyse)


Therapeutisch
Preventief:
 Voor het opstarten van een waakinfuus
 Het infuus is aanvullend of vervangend (onvoldoende vocht-voedsel opname)

Curatief:
 Om afwijkingen qua volume en samenstelling van het bloed te herstellen
 IV toegangsweg voor medicatie
 Bij toediening van voedingssupplementen
 Bij desintoxicatie




1.1.1. Soorten vloeistoffen
1.1.1.1. Naargelang samenstelling

 Suikeroplossing
 Elektrolytenoplossing
 Lipidenoplossing
 Nutritionele oplossing
 Alkaliserende oplossing
 Plasmaexpanders


1.1.1.1. Naargelang osmotische druk (staat op infuuszak)