Samenvatting - Fiscale Wetgeving (QJ)

FISCALE WETGEVING
BASISBEGINSELEN BELASTINGEN

Fiscaal recht = belastingrecht = het geheel aan regels over de heffing en de invordering van belastingen
De fiscus = de belastingen


DEFINITIE BELASTINGEN
Belastingen
Geen wettelijke definitie, wel rechtspraak Hof van Cassatie en Grondwettelijk Hof)
= een bijdrage opgelegd door openbare instellingen voor de noodwendigheden van hun diensten van algemeen
nut aan de personen of groepen die gevestigd zijn op het grondgebied van die instellingen of die er belangen
hebben voor zover die bijdraagt bij wet of decreet als belasting erkend wordt.

1. Bijdrage
Principe = geldelijke bijdragen -> bijdrage betalen is een plicht geen recht
Vrijwillige/gedwongen uitvoering

2. Opgelegd
Het vestigen vd aanslag is exclusief een overheidsopdracht (enkel overheid mag belastingen opleggen)
Verplichtend karakter van de bijdrage -> bij niet-betaling is vervolging mogelijk

3. Opgelegd door openbare instellingen (onderwijs)

Ø Verschillende niveaus;
Federaal (de staat) – Regionaal – Provincies – Gemeenten

Ø Belangrijkste federale belastingen;

1) Inkomstenbelasting Art.1 WIB 1992
= belasten het inkomen van “4 personen” dat verkregen werd Onroerende inkomsten
gedurende een periode van 1 jaar Roerende inkomsten
Hier zijn 4 verschillende soorten van; Beroeps inkomsten
→ Personenbelasting  NP + eenmanszaak Diverse inkomsten
Belast het inkomen van personen
→ Vennootschapsbelasting  vennootschappen (winst uitkeren)
Belast het inkomen van vennootschappen
→ Rechtspersoonsbelasting  VZW
Belast het inkomen van andere rechtspersonen dan vennootschappen (vzw)
→ Belasting niet-inwoners  niet-“rijksinwoners”
Belast het inkomen van natuurlijke personen en rechtspersonen zonder fiscaal
domicilie in België

2) Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
– Belasting op inverkeerstelling
– Verkeersbelasting op voertuigen
– Belasting op spelen en weddenschappen
– Belasting op automatische ontspanningstoestellen
– Belasting op deelname vd werknemers in de winst of in het kapitaal vd vennootschap

, 3) BTW
= omzetbelasting (belasting betreft omzetcijfer en niet de winst)
= gefractioneerde belasting namelijk wordt gespreid geheven over elk stadium van de
productie en distributie
= belangrijkste onrechtstreekse belasting

4) Douanerechten en accijnzen
Douanerecht = recht op invoer in de Europese Unie
Dit is de belasting die geheven worden op sommige goederen bij hun grensovergang.
Accijnzen = recht op binnenlandsverbruik, bv tabak, alcohol,…

5) Registratie-, hypotheek- en griffierechten
Registratierecht = belasting verschuldigd op bepaalde akten en geschriften
Hypotheekrecht = belasting verschuldigd op inschrijving van hypotheken
Griffierrecht = belasting verschuldigd op bepaalde handelingen in hoven en rechtbanken

6) Successierechten (2)
Erfbelasting = overledene is rijksinwoner
Recht voor overgang = overledene is niet-rijksinwoners

7) Diverse rechten en taksen
Vroegere zegelrechten op bepaalde akten en geschriften
bv notariële akten, gerechtsdeurwaardersakten,…


4. Voor de noodwendigheden van hun diensten van algemeen nut
Belastingen zijn bestemd om de algemene uitgaven van de overheid te dekken

5. Gericht op personen en/ of groepen
Alle (rechts)personen (vennootschap (BV, NV,…), verenigingen (VZW: w = winstoogmerk) en
groeperingen indien zij op het grondgebied gevestigd zijn of er belangen hebben

6. Voor zover die bijdrage als belasting wordt erkend

,Schema belangrijkste federale belastingen

, KENMERKEN
Belastingen hebben 2 kenmerken;

1. Budgettair – financieel doel
Belastingen worden geheven en aangewend ter financiering van diensten van openbaar nut
Noodzakelijk in een moderne samenleving
= de prijs die wij willen betalen voor onze grondwettelijke rechten en vrijheden
Om de overheid haar specifieke overheidstaak te laten vervullen  zorgen voor het algemeen welzijn
bv kosteloos aanbieden van lager en middelbaar onderwijs, zorgen voor landsverdediging, aanleg en
onderhoud wegennet


2. Dwingend karakter
Eenzijdig opgelegde en verplichte bijdrage
Belastingadministratie kan;

→ Sancties opleggen
- Via fiscus -> administratieve sancties
- Via parket -> strafrechtelijke sancties

→ Bij niet-betaling (dwang)maatregelen nemen
Stap 1: aangetekende herinneringsbrief: nalatigheidsintresten
Stap 2: kohier of fiscaal dwangbevel: bevel tot betaling binnen 24uur door GDW
 Beslag op loon/ uitkering/ roerende goederen
!! betalingsfaciliteiten vragen als je belasting niet kan betalen


FUNCTIES VAN DE BELASTING
Belastingen hebben 3 functies;

1. Financiële functie
Ø Meest essentiële functie
Ø Belastingen = belangrijkste bron van overheidsinkomsten (94%)
Ø Doel = financieren van bepaalde gemeenschappelijke uitgaven
Ø Er bestaat GEEN rechtstreekse en individuele tegenprestatie
o De belastingbetaler weet niet wat er precies met de door hem betaalde belastingen gebeurt
o In tegenstelling tot “retributie” = heffing die bestemd is om een door de overheid verstrekte
dienst rechtstreeks te laten vergoeden, bv retributie op inzameling huishoudelijk afval

2. Economische functie
Ø Via belastingheffing kan men een zekere economische en sociale politiek voeren
Ø Positieve fiscale stimuli
o Belastingvermindering voor pensioensparen, voor de uitgaven van kinderopvang, voor doelen,…
o Verkeersbelasting en BIV: belasting is gerelateerd aan de CO2 uitstoot van de wagen (lagere
uitstoot, lagere belastingen)

Ø Ontradende belastingen
o Milieubelastingen
o Belastingen op leegstand