Aantekeningen Inkoop
Week 1 – les 1
Inkoop is alles waar een externe factuur tegenover staat.
Het verkrijgen van externe bronnen van alle goederen en diensten die nodig zijn voor het draaiende
houden, onderhouden en managen van de primaire en secondaire activiteiten van onderneming
tegen de meest gunstige voorwaarden (Van Weele).
Factuur > Bonnetje, rekening, nota
De inkoopdoelstellingen van een organisatie zijn afgeleid van de missie, visie en strategie van een
organisatie.
Week 1 – les 2
Inkoopkosten > Alle kosten die gemaakt worden om goederen en diensten in te kopen en
binnen te krijgen. De kosten van het product dat je aanschaft zitten hier niet
bij in. Inkoopkosten zijn bijvoorbeeld: personeelskosten, inkoopsoftware,
leverancierskosten, offertekosten.
Dienstverlening: 20-30%
Inkoopaandeel > Inkoopomzet/totale omzet * 100% >
(inkoopomzet = totale Productie: 50-70%
inkoopfactuurwaarde)
Handel: 60-90%
Spendanalyse > Een analyse van alle inkoopuitgaven; waar en naar wie (leverancier) gaat ons
geld naar toe?
Pareto analyse > Een manier om een spendanalyse te maken. Ook wel ABC-analyse genoemd
of de 20/80 regel. 20% van de leveranciers zijn verantwoordelijk voor 80%
van de inkoopomzet.
, Week 1 – les 3
De belangrijkste stap is het specificeren, want je hebt nog heel veel invloed op de uitgaven die je gaat
doen. Hoe verder je in het proces komt hoe minder invloed je hebt op de prijs.
Programma van eisen > Waar het aan MOET voldoen.
Functionele eisen
Technische eisen
Logistieke eisen
Kwaliteitseisen
Commerciële eisen
Programma van wensen > Het zou fijn/mooi zijn, maar het is niet noodzakelijk
Fouten > Eerste stap in het proces is het allerbelangrijkste van het gehele
proces. Fouten hier werken door in de rest van het traject zoals;
Vertraging
Irritatie
Kostenverhoging
Verhoogde werkdruk
Verkeerde oplossingen
Week 1 – les 1
Inkoop is alles waar een externe factuur tegenover staat.
Het verkrijgen van externe bronnen van alle goederen en diensten die nodig zijn voor het draaiende
houden, onderhouden en managen van de primaire en secondaire activiteiten van onderneming
tegen de meest gunstige voorwaarden (Van Weele).
Factuur > Bonnetje, rekening, nota
De inkoopdoelstellingen van een organisatie zijn afgeleid van de missie, visie en strategie van een
organisatie.
Week 1 – les 2
Inkoopkosten > Alle kosten die gemaakt worden om goederen en diensten in te kopen en
binnen te krijgen. De kosten van het product dat je aanschaft zitten hier niet
bij in. Inkoopkosten zijn bijvoorbeeld: personeelskosten, inkoopsoftware,
leverancierskosten, offertekosten.
Dienstverlening: 20-30%
Inkoopaandeel > Inkoopomzet/totale omzet * 100% >
(inkoopomzet = totale Productie: 50-70%
inkoopfactuurwaarde)
Handel: 60-90%
Spendanalyse > Een analyse van alle inkoopuitgaven; waar en naar wie (leverancier) gaat ons
geld naar toe?
Pareto analyse > Een manier om een spendanalyse te maken. Ook wel ABC-analyse genoemd
of de 20/80 regel. 20% van de leveranciers zijn verantwoordelijk voor 80%
van de inkoopomzet.
, Week 1 – les 3
De belangrijkste stap is het specificeren, want je hebt nog heel veel invloed op de uitgaven die je gaat
doen. Hoe verder je in het proces komt hoe minder invloed je hebt op de prijs.
Programma van eisen > Waar het aan MOET voldoen.
Functionele eisen
Technische eisen
Logistieke eisen
Kwaliteitseisen
Commerciële eisen
Programma van wensen > Het zou fijn/mooi zijn, maar het is niet noodzakelijk
Fouten > Eerste stap in het proces is het allerbelangrijkste van het gehele
proces. Fouten hier werken door in de rest van het traject zoals;
Vertraging
Irritatie
Kostenverhoging
Verhoogde werkdruk
Verkeerde oplossingen