Algemene inleiding
Contact opnemen: algemene contactadres
3 werkcolleges 2 voor paasvakantee erna
Doel: voorbereiden van opdrachten tidens semester en tidens eeamens
Eerste opdracht: argumentatevraag kriig ie ook op het eeamen
Argumentatievraag
Elke organisate heef een gemeenschappeliik doel. Het is niet moeiliik om te bepalen wat dat
gemeenschappeliik doel inhoudt: het heef immers te maken met de bestaansreden van de
organisate die door elk organisatelid gekend is.
Beargumenteer in welke mate ie het eens bent met deze stelling.
Elke werknemer moet op de hoogte ziin van het doel
Hoe doel moet gerealiseerd worden
Doel geef organisate richtng want daar moet ie alles rond opbouwen
Niet elke organisate heef hetzellde doel en een organisate kan zich ook onderscheiden
op basis van ziin doelstellingen veel verschillende soorten doelen
Het is niet perse door elk lid gekend en een doel geef niet altid de bestaansreden van
de organisatee kan onbewust in de identteit van de organisate verscholen liggen
Grote organisate heef verschillende doelen.
Doelen ziin zeker aanwezig in een organisate maar ziin niet gemakkeliik te bepalen
Hoe een argumentatievraag oplossen
. Analyseer de vraag:
Onderwerp bepalen: kiiken naar kernconcepten ol opsplitsen in delen
Instructe: wat er gevraagd wordt bv vergeliik (managementperspecteven)
2. Maak een bouwplan:
Maak een schema van de opbouw
3. Formuleer ie antwoord:
Checklist maken van wat ie moet antwoorden
Overlopen van de onderdelen van de vraag
4. Controleer ie antwoord:
Heb ik op heel miin vraag geantwoord?
Is miin antwoord goed geargumenteerd
Goed Nederlands taalgebruik
, Voorbeeld:
. kernconcepten: gemeenschappeliik doele bestaansredene organisate
2. opsplitsen: bestaansreden vd organisatee organisate en gemeenschappeliik doel
3. instructe: beargumenteer
4. ben ie het eens met
EENS: het gemeenschappeliik doel in de organisate: toekomstge toestand waar de
organisate naar streef.
ONEENS: eenvoudige te bepalen welk gemeenschappeliik doel: heterogene groep
van organisateleden binnen één organisate met elk hun eigen waarden en normene
bv luncte ol rol
EENS: gemeenschappeliik doel: overkoepelend doel en vormt de bestaansredene
waarom de organisate iuist werd opgerichte olwel door dominante wil van iemand
olwel maatschappeliik biidragen
ONEENS: doel door iedereen gekend is: complee geheele groep van mensene die elk
met een waarden en hun normen naar die organisate komen en dat kan ook maken
dat er een gemeenschappeliik doel is en dat er inlormateelters bestaat
Slotwoordje
Op eeamen: Structuur duideliik maken adhv opmaak: dingen in vet makene alinea’s onderliinen etc.