Wereldoriëntatie: aanvullende doelen MIKADO
HOOFDSTUK 1: WIJ HEBBEN EEN VERLEDEN
De grote periodes in de wereldgeschiedenis kennen + kunnen plaatsen in tijd en ruimte, en de
essentie van de ontwikkelfasen daarbinnen weergeven en duiden.
TIJD RUIMTE ONTWIKKELINGSFASEN
Afrika 1. Het langzaam wordingsproces van de homo sapiens.
PREHISTORIE eigen regio
2. De ongelijktijdige overgang van nomadische op
Europa
sedentaire levenswijze.
wereld
Azië
NABIJE OOSTEN 3. Irrigatielandbouw en de overgang van de eerste steden
Afrika
3de - 2de mill.v.C. naar rijken.
Europa
Europa 4. Vorming en evolutie van stadstaten in de Middellandse-
Afrika Zeewereld.
KLASSIEKE OUDHEID Azië 8ste - 4de eeuw v.C.
8ste eeuw v.C. - 5de Eigen regio
eeuw n.C. 5. Vorming en organisatie van rijken in de Middellandse-
Europa
Zeewereld.
Afrika
6de eeuw v.C. - 5de eeuw n.C.
Azië
eigen regio 6. Migraties in de Euraziatische ruimte, oude en nieuwe
Europa rijken, feodaliteit.
MIDDELEEUWEN Azië 4de - 15de eeuw
5de - 15de eeuw 7. Ontwikkeling van steden en feodaal-stedelijke
eigen regio
monarchieën in Europa.
Europa
11de - 15de eeuw
8. Expansie vanuit Europa en vormen van contacten met
Europa
gemeenschappen in Afrika, Amerika, Azië.
NIEUWE TIJD wereld
ca. 1450 - ca. 1750
15de - 18de eeuw
eigen regio 9. Tegenstellingen binnen en tussen Europese staten.
Europa 16de - 18de eeuw
NIEUWSTE TIJD 10. De eerste industriële revolutie, nieuwe politieke en
Amerika
19de - 20ste eeuw sociale emancipatiebewegingen.
Europa
ca.1750 – 1870
eigen staat 11. Europese wereldoverheersing en rivaliteit, nieuwe
Europa machten, Eerste Wereldoorlog.
wereld 1871 – 1918
eigen staat 12. Het interbellum en de Tweede Wereldoorlog: totalitaire
, Europa en democratische regimes.
wereld 1919 – 1945
13. Vorming en evolutie van tegengestelde machtsblokken.
wereld
EIGEN TIJD 1945 – heden
na 1945 14. De overgang van koloniaal naar gedekoloniseerd statuut.
wereld
1945 – heden
, HOOFDSTUK 2: OP ZOEK IN DE NATUUR
Bomen benoemen op basis van hun bladeren en vruchten
Spar
De bladen zijn naaldvormig (kort en
Grove den
hard)
de naalden bij sparren zijn alleenstaand
De bladen zijn naaldvormig (lang en
Vrucht: sparappels
zacht)
De naalden groeien met 2 uit dezelfde
holte
Vrucht: dennenappels of dennenkegels
(in begin nog groen)
Lariks Acacia
D
e
De bladen zijn naaldvormig (eerst groen, bladeren zijn samengesteld, oneven
dan geel-oranje in herfst) geveerd met veel ovalen deelblaadjes
De naalden groeien met een bosje uit met gladde randen (zacht)
dezelfde holte zitten okselbladdoorns op de takken
De vruchten zijn eivormige kegels (eerst De bloemen zijn wit en geurig en
groen dan bruin hangen in trossen
gebogen, spits toelopende
peulvruchten. Ze bevatten kleine,
harde zaden.
HOOFDSTUK 1: WIJ HEBBEN EEN VERLEDEN
De grote periodes in de wereldgeschiedenis kennen + kunnen plaatsen in tijd en ruimte, en de
essentie van de ontwikkelfasen daarbinnen weergeven en duiden.
TIJD RUIMTE ONTWIKKELINGSFASEN
Afrika 1. Het langzaam wordingsproces van de homo sapiens.
PREHISTORIE eigen regio
2. De ongelijktijdige overgang van nomadische op
Europa
sedentaire levenswijze.
wereld
Azië
NABIJE OOSTEN 3. Irrigatielandbouw en de overgang van de eerste steden
Afrika
3de - 2de mill.v.C. naar rijken.
Europa
Europa 4. Vorming en evolutie van stadstaten in de Middellandse-
Afrika Zeewereld.
KLASSIEKE OUDHEID Azië 8ste - 4de eeuw v.C.
8ste eeuw v.C. - 5de Eigen regio
eeuw n.C. 5. Vorming en organisatie van rijken in de Middellandse-
Europa
Zeewereld.
Afrika
6de eeuw v.C. - 5de eeuw n.C.
Azië
eigen regio 6. Migraties in de Euraziatische ruimte, oude en nieuwe
Europa rijken, feodaliteit.
MIDDELEEUWEN Azië 4de - 15de eeuw
5de - 15de eeuw 7. Ontwikkeling van steden en feodaal-stedelijke
eigen regio
monarchieën in Europa.
Europa
11de - 15de eeuw
8. Expansie vanuit Europa en vormen van contacten met
Europa
gemeenschappen in Afrika, Amerika, Azië.
NIEUWE TIJD wereld
ca. 1450 - ca. 1750
15de - 18de eeuw
eigen regio 9. Tegenstellingen binnen en tussen Europese staten.
Europa 16de - 18de eeuw
NIEUWSTE TIJD 10. De eerste industriële revolutie, nieuwe politieke en
Amerika
19de - 20ste eeuw sociale emancipatiebewegingen.
Europa
ca.1750 – 1870
eigen staat 11. Europese wereldoverheersing en rivaliteit, nieuwe
Europa machten, Eerste Wereldoorlog.
wereld 1871 – 1918
eigen staat 12. Het interbellum en de Tweede Wereldoorlog: totalitaire
, Europa en democratische regimes.
wereld 1919 – 1945
13. Vorming en evolutie van tegengestelde machtsblokken.
wereld
EIGEN TIJD 1945 – heden
na 1945 14. De overgang van koloniaal naar gedekoloniseerd statuut.
wereld
1945 – heden
, HOOFDSTUK 2: OP ZOEK IN DE NATUUR
Bomen benoemen op basis van hun bladeren en vruchten
Spar
De bladen zijn naaldvormig (kort en
Grove den
hard)
de naalden bij sparren zijn alleenstaand
De bladen zijn naaldvormig (lang en
Vrucht: sparappels
zacht)
De naalden groeien met 2 uit dezelfde
holte
Vrucht: dennenappels of dennenkegels
(in begin nog groen)
Lariks Acacia
D
e
De bladen zijn naaldvormig (eerst groen, bladeren zijn samengesteld, oneven
dan geel-oranje in herfst) geveerd met veel ovalen deelblaadjes
De naalden groeien met een bosje uit met gladde randen (zacht)
dezelfde holte zitten okselbladdoorns op de takken
De vruchten zijn eivormige kegels (eerst De bloemen zijn wit en geurig en
groen dan bruin hangen in trossen
gebogen, spits toelopende
peulvruchten. Ze bevatten kleine,
harde zaden.