MENS EN MAATSCHAPPIJ
Ine Van Gestel
,HST 1: SOCIALE VERBANDEN
SOCIALE GROEPEN
- Een verzameling van mensen met een besef van gemeenschappelijke identiteit. Er is een gedeeld
waarde- en normenkader
- In een groep kan er een subgroep ontstaan, binnen deze subgroep kunnen er soms waarden en
normen gehanteerd worden die afwijken van de grote groep
SOCIALE POSITIE
- Is de plaats die je in neemt in verhouding tot anderen. Het bepaalt het sociaal handelen.
- Zijn toegewezen of verworven, tijdelijk of levenslang. Altijd complementair. (de ene positie kan niet
bestaan zonder de andere)
o Toegewezen = zonder persoonlijke inzet
o Verworven = met eigen inspanning
SOCIALE ROL
Sociale rol en rolverwachting: sociale rol is een verwachting die men heeft ten aanzien van het gedrag van een
persoon in een bepaalde positie/situatie.
- Rolgedrag
o = gedrag dat bij je rol past.
o Een combinatie van gedragingen die we verwachten bij een rol
o Kan veranderen naargelang de tijd en de plaats
o Is aangeleerd/dynamisch
o Geïnstitutionaliseerd = hoort bij een intituut (kerk, familie, …)
o Verbonden met cultuur. Waarden/normen
o Oefent een bepaalde dwang uit op het individu
o Rolattributen maken het samenspel met andere makkelijker
- Nadelen rolgedrag
o Roldistantie
o Rol overidentificatie
o Niet alle gedrag bepaald door rollen
Kenmerken van sociale rol
- Vloeit voort uit een samenspel van verwachtingen
o Sociale rol onlosmakelijk verbonden met cultuur
o Gebaseerd op gewoonteregels en conventies
- Is aangeleerd socialisatie
o Soms sociale conflicten afbrokkelen van de sociale cohesie
- Rolattributen: uiterlijke tekenen of andere zaken die toebehoren tot een rol.
o Ik ben verplicht om een attribuut rond mijn rol te dragen
o Subjectief
o Attributen maken het samenspel met anderen makkelijker
- Statussymbolen: de symbolen die we gebruiken om onze sociale status (gelinkt aan onze rol) kenbaar
te maken (onderhevig aan tijd, cultuur en plaats)
- Sociale rollen zijn dynamisch
- Sociale rollen bepalen ons gedrag
1
, o Rolverwachting hebben een sterke invloed in hoe we ons moeten gedragen. Dit maak
samenleven gemakkelijker
- Sociale rollen oefenen een bepaalde dwang uit op het individu
o Door het bestaan van sociale rollen en bijhorend rolgedrag ben je beperkt in je individuele
vrijheid = roldistantie
o Te veel identificeren met 1 sociale rol = roloveridentificatie
STRUCTUREN EN INSTITUTIES
Structuren
- = het geheel van posities en groeperingen en de relatief duurzame relaties die deze posities en
groeperingen onder verbinden
- Elke groepering heeft een structuur
- Er is een duidelijke relatie tussen het doel en structuur
- Een structuur is niet of nauwelijks aan personen gebonden
- Een structuur is duurzaam maar niet onveranderlijk
- Een structuur van een groepering kan mensen uitsluiten
Instituties
- = systeem van regels dat ons gedrag beïnvloedt. (vb. gezin, onderwijs, welzijnszorg, het huwelijk, de
rechtbank, …)
- 3 elementen:
o Mensen handelen volgens vaste procedures
o Instituties hebben een structureel aspect. De deelnemers nemen sociale posities in waaraan
specifieke rollen verbonden zijn.
o Instituties zijn gericht op het vervullen van maatschappelijke basisbehoeften of op het
realiseren van belangrijke waarden
- Geïnstitutionaliseerde macht = regels en procedures van eigen gaan leiden en weinig gaan stilstaan bij
noden en behoeften van de individuen
ROLCONFLICT
Intern rolconflict
- = conflicten binnen 1 rol/positie
- Vb. afstand-nabijheid bij een opvoeder, …
Extern rolconflict
- = conflicten tussen meerdere eigen rollen/posities
- Vb. leerkracht en vriend van een leerling, deurwaarder en buur van je cliënt, …
- Oplossingen tegen rolconflicten:
o Probeer de rollen gescheiden te houden, ga op zoek naar een compromis, een van de rollen
prioriteit geven, je terugtrekken uit de rollen, …
2
Ine Van Gestel
,HST 1: SOCIALE VERBANDEN
SOCIALE GROEPEN
- Een verzameling van mensen met een besef van gemeenschappelijke identiteit. Er is een gedeeld
waarde- en normenkader
- In een groep kan er een subgroep ontstaan, binnen deze subgroep kunnen er soms waarden en
normen gehanteerd worden die afwijken van de grote groep
SOCIALE POSITIE
- Is de plaats die je in neemt in verhouding tot anderen. Het bepaalt het sociaal handelen.
- Zijn toegewezen of verworven, tijdelijk of levenslang. Altijd complementair. (de ene positie kan niet
bestaan zonder de andere)
o Toegewezen = zonder persoonlijke inzet
o Verworven = met eigen inspanning
SOCIALE ROL
Sociale rol en rolverwachting: sociale rol is een verwachting die men heeft ten aanzien van het gedrag van een
persoon in een bepaalde positie/situatie.
- Rolgedrag
o = gedrag dat bij je rol past.
o Een combinatie van gedragingen die we verwachten bij een rol
o Kan veranderen naargelang de tijd en de plaats
o Is aangeleerd/dynamisch
o Geïnstitutionaliseerd = hoort bij een intituut (kerk, familie, …)
o Verbonden met cultuur. Waarden/normen
o Oefent een bepaalde dwang uit op het individu
o Rolattributen maken het samenspel met andere makkelijker
- Nadelen rolgedrag
o Roldistantie
o Rol overidentificatie
o Niet alle gedrag bepaald door rollen
Kenmerken van sociale rol
- Vloeit voort uit een samenspel van verwachtingen
o Sociale rol onlosmakelijk verbonden met cultuur
o Gebaseerd op gewoonteregels en conventies
- Is aangeleerd socialisatie
o Soms sociale conflicten afbrokkelen van de sociale cohesie
- Rolattributen: uiterlijke tekenen of andere zaken die toebehoren tot een rol.
o Ik ben verplicht om een attribuut rond mijn rol te dragen
o Subjectief
o Attributen maken het samenspel met anderen makkelijker
- Statussymbolen: de symbolen die we gebruiken om onze sociale status (gelinkt aan onze rol) kenbaar
te maken (onderhevig aan tijd, cultuur en plaats)
- Sociale rollen zijn dynamisch
- Sociale rollen bepalen ons gedrag
1
, o Rolverwachting hebben een sterke invloed in hoe we ons moeten gedragen. Dit maak
samenleven gemakkelijker
- Sociale rollen oefenen een bepaalde dwang uit op het individu
o Door het bestaan van sociale rollen en bijhorend rolgedrag ben je beperkt in je individuele
vrijheid = roldistantie
o Te veel identificeren met 1 sociale rol = roloveridentificatie
STRUCTUREN EN INSTITUTIES
Structuren
- = het geheel van posities en groeperingen en de relatief duurzame relaties die deze posities en
groeperingen onder verbinden
- Elke groepering heeft een structuur
- Er is een duidelijke relatie tussen het doel en structuur
- Een structuur is niet of nauwelijks aan personen gebonden
- Een structuur is duurzaam maar niet onveranderlijk
- Een structuur van een groepering kan mensen uitsluiten
Instituties
- = systeem van regels dat ons gedrag beïnvloedt. (vb. gezin, onderwijs, welzijnszorg, het huwelijk, de
rechtbank, …)
- 3 elementen:
o Mensen handelen volgens vaste procedures
o Instituties hebben een structureel aspect. De deelnemers nemen sociale posities in waaraan
specifieke rollen verbonden zijn.
o Instituties zijn gericht op het vervullen van maatschappelijke basisbehoeften of op het
realiseren van belangrijke waarden
- Geïnstitutionaliseerde macht = regels en procedures van eigen gaan leiden en weinig gaan stilstaan bij
noden en behoeften van de individuen
ROLCONFLICT
Intern rolconflict
- = conflicten binnen 1 rol/positie
- Vb. afstand-nabijheid bij een opvoeder, …
Extern rolconflict
- = conflicten tussen meerdere eigen rollen/posities
- Vb. leerkracht en vriend van een leerling, deurwaarder en buur van je cliënt, …
- Oplossingen tegen rolconflicten:
o Probeer de rollen gescheiden te houden, ga op zoek naar een compromis, een van de rollen
prioriteit geven, je terugtrekken uit de rollen, …
2