Grondslagen van auditing en assurance samenvatting
Hoofdstuk 10
10.1 Risicoanalytische controlemethode
Om tot voldoende controle-informatie te komen is het nodig dat de controle effectief en
efficiënt wordt uitgevoerd. Dit kan door middel van de risicoanalytische controlemethode.
Bij deze methode staat de risicoanalyse centraal, dit houdt in dat de risico's op een afwijking
van materieel belang en significante risico's in kaart worden gebracht, uitgaande van een
aanvaardbaar accountantscontrolerisico.
Kennis van de huishouding is een essentieel punt hierbij. De risico-inschatting is de basis
voor de uit te voeren werkzaamheden waarbij een keuze wordt gemaakt tussen
systeemgerichte en gegevensgerichte controlewerkzaamheden.
De inschatting van de accountant op afwijkingen van materieel belang aan de hand van de
uitgevoerde risicoanalyse vindt plaats op zowel het jaarrekeningniveau als op postenniveau.
De risico-inschatting wordt gebruikt om de aard, fasering in tijd en omvang van de
controlewerkzaamheden vast te stellen.
10.2 Accountantscontrolerisico en opdrachtrisico
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het accountantscontrolerisico en het
opdrachtrisico. Er wordt een redelijke mate van zekerheid gegeven, dus er blijft een risico
dat de accountant een onjuist oordeel geeft, dit is het accountantscontrolerisico. Het geven
van absolute zekerheid is niet mogelijk vanwege het kwalitatieve en kwantitatieve
axiomatisch voorbehoud. Het aanvaardbare accountantscontrolerisico wordt bepaald door
vaktechnische overwegingen gecombineerd met de verwachtingen en opvattingen van het
maatschappelijk verkeer.
Er is ook een opdrachtrisico, namelijk dat de accountant aansprakelijk wordt gesteld door
een belanghebbende die schade heeft geleden of meent te hebben geleden door een
onterecht afgegeven controleverklaring. Niet alle opdrachten hebben een even groot
opdrachtrisico. Dit is afhankelijk van de mate waarin de belanghebbenden hun
besluitvorming op de jaarrekening baseren. Een hoger risico is er bij een mogelijk
faillissement van de onderneming en bij vragen over de integriteit van de leiding van de
gecontroleerde onderneming.
Het accountantscontrolerisico is in tegenstelling tot het opdrachtrisico meer vaktechnisch
van aard, namelijk dat het afhankelijk is van de manier waarop de accountant controleert en
zijn werkzaamheden uitvoert.
10.3 Inherent beheersingsrisico en intern beheersingsrisico
Om het risico van een afwijking van materieel belang in te schatten moeten het inherente
risico en de interne beheersingsrisico’s in kaart worden gebracht. Het inherent risico is de
gevoeligheid voor een afwijking die alleen of samen met andere afwijkingen van materieel
belang kan zijn wat betreft een bepaalde bewering, waarbij de interne
beheersingsmaatregelen niet mee worden genomen.
Hoofdstuk 10
10.1 Risicoanalytische controlemethode
Om tot voldoende controle-informatie te komen is het nodig dat de controle effectief en
efficiënt wordt uitgevoerd. Dit kan door middel van de risicoanalytische controlemethode.
Bij deze methode staat de risicoanalyse centraal, dit houdt in dat de risico's op een afwijking
van materieel belang en significante risico's in kaart worden gebracht, uitgaande van een
aanvaardbaar accountantscontrolerisico.
Kennis van de huishouding is een essentieel punt hierbij. De risico-inschatting is de basis
voor de uit te voeren werkzaamheden waarbij een keuze wordt gemaakt tussen
systeemgerichte en gegevensgerichte controlewerkzaamheden.
De inschatting van de accountant op afwijkingen van materieel belang aan de hand van de
uitgevoerde risicoanalyse vindt plaats op zowel het jaarrekeningniveau als op postenniveau.
De risico-inschatting wordt gebruikt om de aard, fasering in tijd en omvang van de
controlewerkzaamheden vast te stellen.
10.2 Accountantscontrolerisico en opdrachtrisico
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het accountantscontrolerisico en het
opdrachtrisico. Er wordt een redelijke mate van zekerheid gegeven, dus er blijft een risico
dat de accountant een onjuist oordeel geeft, dit is het accountantscontrolerisico. Het geven
van absolute zekerheid is niet mogelijk vanwege het kwalitatieve en kwantitatieve
axiomatisch voorbehoud. Het aanvaardbare accountantscontrolerisico wordt bepaald door
vaktechnische overwegingen gecombineerd met de verwachtingen en opvattingen van het
maatschappelijk verkeer.
Er is ook een opdrachtrisico, namelijk dat de accountant aansprakelijk wordt gesteld door
een belanghebbende die schade heeft geleden of meent te hebben geleden door een
onterecht afgegeven controleverklaring. Niet alle opdrachten hebben een even groot
opdrachtrisico. Dit is afhankelijk van de mate waarin de belanghebbenden hun
besluitvorming op de jaarrekening baseren. Een hoger risico is er bij een mogelijk
faillissement van de onderneming en bij vragen over de integriteit van de leiding van de
gecontroleerde onderneming.
Het accountantscontrolerisico is in tegenstelling tot het opdrachtrisico meer vaktechnisch
van aard, namelijk dat het afhankelijk is van de manier waarop de accountant controleert en
zijn werkzaamheden uitvoert.
10.3 Inherent beheersingsrisico en intern beheersingsrisico
Om het risico van een afwijking van materieel belang in te schatten moeten het inherente
risico en de interne beheersingsrisico’s in kaart worden gebracht. Het inherent risico is de
gevoeligheid voor een afwijking die alleen of samen met andere afwijkingen van materieel
belang kan zijn wat betreft een bepaalde bewering, waarbij de interne
beheersingsmaatregelen niet mee worden genomen.