Samenvatting Omgevinsrecht deel Bodemwetging

Engels Raf – DEEL BODEMWETGEVING 2023

Informeren van partijen via bodemattest

H1: INLEIDING TOT DE BODEMWETGEVING

1980 totstandkoming van de wetgeving (vervuiling onder een hele woonwijk, ontruimd  zware
sanering)

1981: oprichting OVAM, afvalstoffendecreet (was te beperkt)

29 oktober 1995: bodemsaneringsdecreet = Vlaamse bodemwetgeving!

2006: bodemdecreet (= huidige bodemwetgeving). Wetgeving bestaat altijd uit 2 delen:

- Wet = decreet betreffende bodemsanering
- Uitvoeringsbesluit = meer verduidelijking (Vlarebo)

Doel van de bodemwetgeving: verzekeren dat de bodem in de toekomst zijn functies nog kan
uitvoeren, bodemverontreiniging voorkomen, bescherming van kopers van mogelijks verontreinigde
gronden.

Wat is een bodem? Zien als een opeenstapeling van korrels met poriën tussen
 poriën gevuld met water = grondwater
 poriën gevuld met lucht = bodemlucht
 korrels zijn het vaste deel

Bodemverontreiniging: ontstaat ten gevolgen van menselijke handelingen en bijkomend negatieve
gevolgen heeft op de bodem (vb. olie uit een mazouttank)

Hoe worden bodemstalen genomen?
 van het vaste deel (de korrels) kan manueel een staal genomen worden. Met ‘grote
kurkentrekker’ (= edelmanboor) een boorgat maken en dan een staal nemen. (3-5 meter diep)
Boortoren gebruiken voor diepere boringen.
 gebruik pijlbuis voor het nemen van een grondwater staal

Wat is de aard van de verontreiniging?

- Historisch: verontreiniging ontstaat voor 29/10/95
- Nieuw: ontstaan na 28/10/95
- Gemengd:
 Mix
 Grootste deel historisch: gemengd – overwegend historische verontreiniging (moet
minder streng aangepakt worden dan overwegend nieuw)
 Grootste deel nieuw: gemengd – overwegend nieuwe verontreiniging

Risicogronden  wordt dieper op ingegaan in H3

Bestemmingstype: het gebruik van de grond, wordt opgedeeld in 5 verschillende soorten types.
Type I: natuur, type II landbouw en landelijk wonen, Type III wonen, Type IV recreatie, Type V
industrie. (Waterwingebied of beschermingszone is altijd type I)

Bodemsanering = behandelen van bodemverontreiniging door opstellen BBSP, uitvoeren BSW,
uitvoeren EER.

,Bodemsaneringsdeskundige: mag optreden in kader van de bodemwetgeving (erkend door Vlaamse
regering)

Belangrijke partijen bij bodemsanering

- Eigenaar van de grond
- Exploitant (vb. garagist)
- Gebruiker (vb. huurder, vereniging van mede-eigenaars zie art 577-3 BW)
 Hebben alle drie verplichting om iets te doen

Streefwaarde (SW) = concentratie van bepaalde stoffen die normaal is, te verwachten is in een
bepaalde bodem (vast getal) die niet verontreinigd is! Is de doelstelling op termijn.

Bodemsaneringsnorm (BSN): mogelijks nadelige gevolgen voor mens en milieu bij overschrijding (is
een getal)  strenger afhankelijk van terreintype (wie zit er hoe vaak, waarvoor wordt het gebruikt).

Richtwaarde (RW): tussen de streefwaarde en de bodemsaneringsnorm, vaak is de waarde die van
nature aanwezig is niet haalbaar met de beschikbare techniek/budget.
= saneringsdoelstelling van nieuwe verontreiniging.



 Bij vaste grond: trapsgewijze BSN,
andere factoren zijn constant




 Bij grondwater zijn SW, BSN en de richtwaarde vaste normen




H2 DE VERSCHILLENDE STAPPEN IN HET BODEMDECREET

1) ORIËNTEREND BODEMONDERZOEK (OBO) art 28-36 Bodemdecreet

Nagaan OF er verontreiniging is (perceelsniveau)
eigenaar van de grond stelt een bodemdeskundige aan (type 1 of type 2)

Welke activiteiten zijn er vandaag aanwezig? Welke waren er in het verleden aanwezig (historisch
onderzoek)
 proberen situeren waar is/was die activiteit
 stalen nemen van bodem en grondwater (aantal stalen is bepaald) thv risicolocaties
sterretjes op dia zijn de metingen, aantal metingen is afhankelijk van de grootte van het terrein en

, van het aantal mogelijkheden op vervuiling.
 labo maakt analyse van de stalen
 bodemdeskundige krijgt resultaten binnen en moet bepalen of er vervuiling is. Wanneer is de
vervuiling ontstaan? Is er een vervolgstap nodig?
op ieder terrein zijn er bepaalde standaard dingen die hij moet laten meten (vb. zware metalen)

Risicogrond = grond waarop een risico-inrichting aanwezig is/was die bodemverontreiniging kan
veroorzaken. Risico-inrichting = activiteiten/handelingen die verhoogd risico inhouden op
bodemverontreiniging.
Indien de activiteiten gestopt zijn voor 1946 dan in bepaalde gevallen een OBO uitvoeren.

Wanneer OBO uitvoeren?

- Bij overdracht van de risicogrond
- Éénmalig OBO voor niet eerder onderzochte risicogronden: moet onderzocht zijn voor 2021
– 2023 of 2027
- Bij sluiting van de risico-inrichting
- Bij faling (= faillissement): curator gaat optreden ipv de eigenaar, moet binnen de 60 dagen
een OBO opstarten
- Onteigening, dan kan de regering een OBO laten uitvoeren
- Eender wie kan vrijwillig een OBO doen

Ongeacht de reden tot OBO moet het volgens de volledige procedure verlopen!

Administratief OBO = OBO zonder veldwerk: onder bepaalde voorwaarden. Vb. activiteiten op eerste
verdiep of recent opgestart.

Als er verontreiniging is: nieuw, historisch of gemengd?
Bij gemengde moet de deskundige nagaan wanneer het grootste deel is ontstaan.
Nieuwe verontreiniging: waarde hoger dan 80% van de norm?  vervolgonderzoek nodig
Historische verontreiniging: is er een duidelijke aanwijzing van een ernstige bodemverontreiniging
(DAEB)  vervolgonderzoek

Taak OVAM

- Nagaan OBO goed uitgevoerd is
- Nagaan of een BBO nodig is
- Bodemattesten afleveren
- Partij die BBO moet laten uitvoeren aanschrijven

Taak makelaar en landmeter

- Kadastrale legger aanleveren aan de bodemdeskundige
- Prijsvragen doen bij een aantal deskundige voor opdrachtgever (ook zien naar ervaring en
referenties)
- best resultaatsverbintenis werken: goedgekeurd door OVAM
- zorgen dat bodemdeskundige het rapport zeker indient bij OVAM
- zorgen dat de deskundige zijn rapport duidelijk uitlegt aan uw opdrachtgever
- landmeter: locatie van de staalnames, waar de kadastergrenzen liggen, diepte van het
grondwater

2)