Samenvatting Omgevingsrecht - Deel 2

ASSELMAN


Omgevingsrecht
1) LES1: INLEIDING
Gewesten en gemeenschappen -> 1980 Staatshervorming
Bestuurlijke organisaties:
 Overheidsbedrijven
 OCMW’s
 Polders
 Kerkfabrieken
 …

Overheidsbedrijven: Aandelen 50% + 1 zijn in bezit van de overheid
 Ze hebben een publiekkarakter
Bv: NMBS, De Lijn

Wat is het KI?
Het kadastraal inkomen vormt de basis voor de inning van de onroerende voorheffing en
voor de bepaling van het onroerende inkomen dat in de personenbelasting belast wordt.

Wie stemt de belastingen?
Het parlement stemt over de invoer/afvoer van belastingen. De gemeente vult deze
belasting aan.

Wat is een rooilijn?
Dit het de grens tussen het openbaar en het privaat domein.
 Gemeentewegen: Gemeente stelt deze vast
 Gewestwegen: Gewest stelt deze vast
 Autostrade
 Gewestwegen

Wat is het publiekrecht?
Het publiek recht geeft regels ten aanzien van de verhouding tussen de burger en de
overheid. Ook handelt dit over de verhouding tussen overheidsinstanties onderling.

Het publiekrecht bestaat uit
 Staatsrecht (= constitutioneel recht)
 Bestuursrecht (= administratief recht)
 Fiscaal recht
 Strafrecht

,ASSELMAN


1. HIERARCHIE RECHTSCOLLEGES
Ook in de administratieve rechtscollege is er hiërarchie.

Wat is het hoogste administratieve rechtscollege?
Dit is de Raad van State -> Beroepsinstantie tegen de uitspraken van lagere administratieve
rechtscolleges. Tegen de uitspraken van de Raad van State staat geen hoger beroep open.
Zetelt als cassatierechter voor vergunningsbetwistingen. De Raad van State kan niet in de
plaats treden, maar kan wel beoordelen of zij procedurefouten gemaakt hebben of andere
fouten gemaakt hebben over het al dan niet juist interpreteren van de wetgeving en over de
ABBB (= Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur).

Wat is het laagste administratieve rechtscollege?
College van Burgemeester en Schepenen

Vlaamse administratieve rechtscolleges:
 Raad voor vergunningsbetwistingen
 Raad voor verkiezingsbetwistingen
 Milieuhandhavingscollege
 In Wallonië en Brussel behoort dit tot de Raad van State



2) LES 1: VLAAMS OMGEVINGSRECHT
1. ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN HET OMGEVINGSRECHT?
Milieuhygiënerecht:
 ARAB -> Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming
 VLAREM I -> Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning
 DABM -> Decreet Algemene bepalingen milieubeleid
 Omgevingsvergunning

Ruimtelijk ordeningsrecht:
 Van Stedenbouwwet naar VCRO

Waterrecht:
 DIWB -> Decreet Integraal Waterbeleid

Natuurbehoudsrecht:
 Van Natuurbehoudswet naar Natuurbehoudsdecreet

,ASSELMAN


2. DOELSTELLINGEN EN BEGINSELEN VAN OMGEVINGSRECHT EN -BELEID
Europese richtlijn: Dit moet worden omgezet in recht van de deelstaat.
Bv: Belgisch recht -> ook de deelstaten moeten dit doen want anders veroordeling door EU
Verordening: Werkt rechtstreeks door tot het recht van de deelstaat. Dit is dus in de hele
Europese Unie van toepassing.

Beginselen:
 Voorzorgbeginsel
 Beginsel van preventief handelen
 Beginsel van bestrijding aan de bron
 Standstill-beginsel: Door de EU aanvaard uitgangspunt in het milieubeleid dat de
verontreiniging niet verder mag toenemen.
Bv: Foto nemen van een bos -> mag enkel verbeteren en dus niet verslechteren
 Beginsel de vervuiler betaalt



3. BEVOEGDHEIDSVERDELING TUSSEN DE FEDERALE OVERHEID EN DE
GEWESTEN
Sinds 1993 is er een federale overheid, zijn er 3 gewesten en 3 gemeenschappen.
Er zijn 3 soorten bevoegdheden:
 Milieu en ruimtelijke ordening: Bevoegdheid van de gewesten
 Federale overheid: Vaststellen van productnormen, beschermen tegen ioniserende
stralingen, doorvoer van afvalstoffen, in-uit-doorvoer van uitheemse plant- en
diersoorten, mariene milieu
 Impliciete bevoegdheden: Een bevoegdheid die enkel geldt voor ondergelegde
instanties. Als gewest ben je maar bevoegd voor de zaken die uitdrukkelijk aan u zijn
toegewezen.
-> Implied power: Bevoegdheden gaan enkel naar beneden en niet naar boven.



4. EFFECTENBEOORDELINGEN
 Milieueffectrapportage
o Plan-mer: Wat zijn de milieugevolgen
o Project-mer: Project zelf moet ook nog eens een milieueffectenstudie hebben
 Natuurtoetsen
 Erfgoed- en landschapstoets
 Watertoets

, ASSELMAN


5. OMGEVINGSKWALITEIT
 Europees kader: Het probleem in België is dat ze in 3 gewesten moet goedgekeurd zijn,
daarom wordt België vaak veroordeeld
 Milieukwaliteitsnormen:
 Basismilieukwaliteitsnormen en bijzondere milieukwaliteitsnormen
 Doorwerking van milieukwaliteitsnormen
 Milieukwaliteitsnormen voor geluid, water, lucht, bodem



6. PLANNEN
 Europees kader
 Milieubeleidsplannen:
 Milieurapport
 Gewestelijk milieubeleidsplan
 Milieujaarprogramma
 Ruimtelijke plannen:
 Ruimtelijke structuurplannen
 Ruimtelijke uitvoeringsplannen
 Waterbeheerplannen
 Afvalplannen
 Mobiliteitsplannen
 Natuurplannen:
 Natuurrichtplannen
 Natuurbeheerplannen
 Soortenbeschermingsprogramma



7. VERGUNNINGEN
 Europees kader:
 Habitatrichtlijn
 IPPC-richtlijn
 IED-richtlijn
 Milieuvergunning
 Evolutie naar permanente omgevingsvergunning
 Stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning
 Vergunningen in het natuurbehoudsrecht:
 Natuurvergunning
 Soortenafwijking
 VEN-ontheffing
8. HANDHAVING