Verlenen van zorg op maat: moeder en kind: pediatrie: toegepaste
preventieve en acute pediatrische zorgen (Dorien H.): hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1= de ontwikkeling en zorgaspecten van het gezonde kind
Zuigeling (0-1 jaar)
Het eerste levensjaar is een turbulente periode de pasgeborene met enkel
instinctieve uitingen en reflexen groeit uit tot een peuter die zelfstandig rondloopt en
tot communicatie in staat is.
Belangrijke taak in het eerste levensjaar = een basis van vertrouwen aan de baby geven.
Normale ontwikkeling
o Lichamelijke ontwikkeling
De groei in het eerste levensjaar is het meest uitgesproken:
Gewicht x3
Lengte x1,5
Schedelomtrek +10cm
De borstkas neemt toe in omvang:
Dit is het gevolg van het groter worden van de longen en het hart
Hierdoor ontstaat er een verschuiving van de normaalwaarden van de
ademhalingsfrequentie, hartslag en bloeddruk.
Het maagdarmstelsel is nog NIET volgroeid:
Het is nog niet in staat om alles te resorberen
De maag moet stilaan groter worden om grotere porties voeding op te
kunnen vangen.
De dikke darm is nog niet in staat om voedsel adequaat in te dikken.
De eerste tanden komen rond 6-7 maanden
Er zijn dus specifieke eisen in de zorg voor voeding en uitscheiding!
De samenstelling van het bloed veranderd:
Het aantal rode- en witte bloedcellen neemt af rond de leeftijd van 3
maanden zuigeling zal er bleker uitzien.
Gezichtsvermogen:
1ste week
Kunnen omtrekken waarnemen, maar GEEN gehelen
Met vluchtige oogbewegingen kan een bewegend veld gevolgd
worden.
Ze kunnen alleen korte afstanden zien ongeveer 20cm ver
2 maanden
Ze kunnen zich meer focussen op voorwerpen
De oogbewegingen zijn soepeler
3 maanden
Zuigeling kan een bewegend object volgen het gezichtsveld
wordt groter.
Oefenen op de oog-handcoördinatie
Kijken naar de eigen handjes
26 weken
Toename van de gezichtsscherpte
Toename van het gezichtsveld
Kleuren kunnen we waarnemen met de staafjes en kegeltjes in
ons netvlies een pasgeborene heeft alleen staafjes en nog
GEEN kegeltjes rond 4 maanden kunnen ze alle primaire
kleuren zien.
Bepalen van de psychomotorische ontwikkeling (Van Wiechenschema)
, Ontwikkeling gehoor:
Het gehoor is een belangrijke functie bij de ontwikkeling van taal
Het gehoor wordt steeds ontwikkeld tijdens de zwangerschap
Eerste dag weinig tot geen gehoor vervorming door vruchtwater in
het middenoor.
De zuigeling maakt GEEN onderscheid tussen achtergrondgeluiden en
geluid dat tegen hem bedoeld is dichtbij praten
Vanaf 6-9 maanden naam herkenning, stem ouders herkennen, kind zal
het hoofd draaien in de richting van het geluid.
Spraak- en taalontwikkeling:
Hieronder vallen alle manieren waarop de zuigeling communiceert met
zijn medemens.
Dit kan door middel van:
Geluidjes
Lachen
Fronsen
Verhoogd beweeglijkheid
Het eerste bewuste lachje en écht oogcontact rond 6 weken.
0-6 maanden reactie op stem
1 maand gorgelen en koeren
6 maanden geluiden als “ba-ba”
Rond 1 jaar éénwoordzinnen (mama, papa, dada,…)
De ouders dienen hun taal aan te passen aan het kind dit is
functioneel voor de ontwikkeling van de taal:
Verhoging van de stem
Klemtonen worden duidelijk gelegd
Verkleinwoorden worden gebruikt
Naam van het kind vermelden
Belangrijke woord vooraan in de zin plaatsen
Stijgende intonatie op het einde van de zin
o Sociaal-emotionele ontwikkeling
Diverse stoornissen op later leeftijd in de persoonlijkheidsontwikkeling zijn terug te
voeren tot de eerste levensjaren (eerste 1001 dagen) waarin het maken van contact
niet goed verlopen is.
Door regelmatig en liefdevol contact krijgt de baby een eerste besef van de mensen
om hen heen.
Veilige hechting is belangrijk deze kan bijvoorbeeld in gedrang komen door een
langdurige ziekenhuisopname, kind in een pleeggezin, afwezigheid van de ouders,….
Door vertrouwen (= reageren op de zuigeling) ontstaat interactie en het
voortdurend zoeken naar nabijheid (= hechtingsgedag) hierdoor zal de zuigeling
zich veilig voelen en zich verder ontplooien.
Het is belangrijk dat de ouders op de behoeften reageren zodat het basisvertrouwen
kan ontstaan.
Hechting = de duurzame affectieve relatie tussen een kind en 1 of meerdere
opvoeders. Veilig gehechte kinderen zullen in perioden van stress de nabijheid
zoeken van personen aan wie ze goed gehecht zijn.
Goede hechting:
Vaste gedragspatronen
Experimenteren met gedrag en anderen
Slechte hechting:
Onbeantwoord gedrag
Geen liefde en geborgenheid
Gevolgen van slechte hechting:
Het kind zoekt ander gedrag om aandacht te krijgen
Indien het nog steeds geen aandacht krijgt wordt stil, trekt zich terug en er
ontstaat “onhechting” (ziet de ouder niet meer als opvoeder).
In de toekomst zorgt dit voor slechtere contactname met andere mensen,
onverschilligheid en “bezittingsgedrag”.
preventieve en acute pediatrische zorgen (Dorien H.): hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1= de ontwikkeling en zorgaspecten van het gezonde kind
Zuigeling (0-1 jaar)
Het eerste levensjaar is een turbulente periode de pasgeborene met enkel
instinctieve uitingen en reflexen groeit uit tot een peuter die zelfstandig rondloopt en
tot communicatie in staat is.
Belangrijke taak in het eerste levensjaar = een basis van vertrouwen aan de baby geven.
Normale ontwikkeling
o Lichamelijke ontwikkeling
De groei in het eerste levensjaar is het meest uitgesproken:
Gewicht x3
Lengte x1,5
Schedelomtrek +10cm
De borstkas neemt toe in omvang:
Dit is het gevolg van het groter worden van de longen en het hart
Hierdoor ontstaat er een verschuiving van de normaalwaarden van de
ademhalingsfrequentie, hartslag en bloeddruk.
Het maagdarmstelsel is nog NIET volgroeid:
Het is nog niet in staat om alles te resorberen
De maag moet stilaan groter worden om grotere porties voeding op te
kunnen vangen.
De dikke darm is nog niet in staat om voedsel adequaat in te dikken.
De eerste tanden komen rond 6-7 maanden
Er zijn dus specifieke eisen in de zorg voor voeding en uitscheiding!
De samenstelling van het bloed veranderd:
Het aantal rode- en witte bloedcellen neemt af rond de leeftijd van 3
maanden zuigeling zal er bleker uitzien.
Gezichtsvermogen:
1ste week
Kunnen omtrekken waarnemen, maar GEEN gehelen
Met vluchtige oogbewegingen kan een bewegend veld gevolgd
worden.
Ze kunnen alleen korte afstanden zien ongeveer 20cm ver
2 maanden
Ze kunnen zich meer focussen op voorwerpen
De oogbewegingen zijn soepeler
3 maanden
Zuigeling kan een bewegend object volgen het gezichtsveld
wordt groter.
Oefenen op de oog-handcoördinatie
Kijken naar de eigen handjes
26 weken
Toename van de gezichtsscherpte
Toename van het gezichtsveld
Kleuren kunnen we waarnemen met de staafjes en kegeltjes in
ons netvlies een pasgeborene heeft alleen staafjes en nog
GEEN kegeltjes rond 4 maanden kunnen ze alle primaire
kleuren zien.
Bepalen van de psychomotorische ontwikkeling (Van Wiechenschema)
, Ontwikkeling gehoor:
Het gehoor is een belangrijke functie bij de ontwikkeling van taal
Het gehoor wordt steeds ontwikkeld tijdens de zwangerschap
Eerste dag weinig tot geen gehoor vervorming door vruchtwater in
het middenoor.
De zuigeling maakt GEEN onderscheid tussen achtergrondgeluiden en
geluid dat tegen hem bedoeld is dichtbij praten
Vanaf 6-9 maanden naam herkenning, stem ouders herkennen, kind zal
het hoofd draaien in de richting van het geluid.
Spraak- en taalontwikkeling:
Hieronder vallen alle manieren waarop de zuigeling communiceert met
zijn medemens.
Dit kan door middel van:
Geluidjes
Lachen
Fronsen
Verhoogd beweeglijkheid
Het eerste bewuste lachje en écht oogcontact rond 6 weken.
0-6 maanden reactie op stem
1 maand gorgelen en koeren
6 maanden geluiden als “ba-ba”
Rond 1 jaar éénwoordzinnen (mama, papa, dada,…)
De ouders dienen hun taal aan te passen aan het kind dit is
functioneel voor de ontwikkeling van de taal:
Verhoging van de stem
Klemtonen worden duidelijk gelegd
Verkleinwoorden worden gebruikt
Naam van het kind vermelden
Belangrijke woord vooraan in de zin plaatsen
Stijgende intonatie op het einde van de zin
o Sociaal-emotionele ontwikkeling
Diverse stoornissen op later leeftijd in de persoonlijkheidsontwikkeling zijn terug te
voeren tot de eerste levensjaren (eerste 1001 dagen) waarin het maken van contact
niet goed verlopen is.
Door regelmatig en liefdevol contact krijgt de baby een eerste besef van de mensen
om hen heen.
Veilige hechting is belangrijk deze kan bijvoorbeeld in gedrang komen door een
langdurige ziekenhuisopname, kind in een pleeggezin, afwezigheid van de ouders,….
Door vertrouwen (= reageren op de zuigeling) ontstaat interactie en het
voortdurend zoeken naar nabijheid (= hechtingsgedag) hierdoor zal de zuigeling
zich veilig voelen en zich verder ontplooien.
Het is belangrijk dat de ouders op de behoeften reageren zodat het basisvertrouwen
kan ontstaan.
Hechting = de duurzame affectieve relatie tussen een kind en 1 of meerdere
opvoeders. Veilig gehechte kinderen zullen in perioden van stress de nabijheid
zoeken van personen aan wie ze goed gehecht zijn.
Goede hechting:
Vaste gedragspatronen
Experimenteren met gedrag en anderen
Slechte hechting:
Onbeantwoord gedrag
Geen liefde en geborgenheid
Gevolgen van slechte hechting:
Het kind zoekt ander gedrag om aandacht te krijgen
Indien het nog steeds geen aandacht krijgt wordt stil, trekt zich terug en er
ontstaat “onhechting” (ziet de ouder niet meer als opvoeder).
In de toekomst zorgt dit voor slechtere contactname met andere mensen,
onverschilligheid en “bezittingsgedrag”.
