1. Het verschil tussen weer en klimaat kunnen duiden.
Het weer is de toestand van de atmosfeer voor een korte tijd, het kan in de loop van de
dag veranderen.
Het klimaat gaat over een langere tijd (ongeveer 30 jaar) en is dus niet zo
onvoorspelbaar (klimaat is het gemiddelde weer en staat dus vast).
2. De internationale afspraken i.v.m. het meten van de temperatuur kunnen opsommen en
verklaren.
Buitentemperatuur meten -> de thermometer ophangen in de schaduw op een hoogte
van ongeveer 1,25m.
Thermometer -> hangt in een witte thermometerhut boven een grasmat, waarbij het
deurtje opent in noordelijke richting
Als alle weercentra iets anders doen dan geeft dit een vertekend beeld en kloppen de
resultaten niet (bv. de ene in de zon en de andere in de schaduw)
Anemometer -> altijd op een mast van 10m hoog plaatsen (zo kan men
windsnelheden van verschillende plaatsen met elkaar vergelijken)
Luchtdruk van verschillende plaatsen vergelijken -> altijd luchtdruk op zeeniveau
want de luchtdruk verandert met de hoogte.
3. De werking van de volgende toestellen kunnen uitleggen: soorten thermometers,
barometer, anemometer, pluviometer, …
Thermometer: hierop kan je de temperatuur aflezen in graden Celsius (°C)
o Alcoholthermometer: de thermometer lichtjes tussen 2 vinger houden,
anders kan het een te hoge temperatuur aangeven
o Digitale thermometer
o Kwikthermometer
Barometer: hiermee kan je de luchtdruk meten en deze wordt uitgedrukt in
hectopascal (hPa) of in millibar (mbar).
Anemometer: hiermee kan je de windsnelheid bepalen, het telt de aantal
draaiiingen over een bepaalde tijd. Die waarde kun je omzetten naar de snelheid
van wind.
-> wanneer het waait, vangen de halve bollen wind, waardoor de as van de
anemometer begint te tollen.
Pluviometer: meet de hoeveelheid regen die op een bepaalde plek is gevallen, dit
druk men uit in millimeter (1mm neerslag komt overeen met 1l neerslag per
vierkant meter)
4. De eenheden weten waarmee de verschillende weerelementen worden uitgedrukt.
Temperatuur: graden Celsius (VS -> Fahrenheit)
Luchtdruk: hectopascal of millibar (1hPa = 1 mbar)
Wind: door de Schaal van Beaufort in m/s (of soms km/h)
Neerslag: millimeter
, 5. De factoren die de temperatuur beïnvloeden kunnen verklaren.
De zon is de belangrijkste factor (de zon warmt de lucht op via een omweg)
Zonnestralen verspreiden warmte, een deel van deze energie wordt overgezet op
de aarde en heeft invloed op de temperatuur. De zonnestralen die in de
atmosfeer geraken, bereiken het aardoppervlak. De aarde warmt hierdoor op en
zal zelf ook warmte gaan uitstralen. (warmtestraling inkomende zonnestralen
-> warmtestraling is van de aarde).
Broeikasgassen doen de aarde opwarmen, we hebben broeikasgassen nodig
want anders zou het hier gevoelig kouder zijn.
Zonnehoogte
De duur van de bestraling
Het reliëf (bv. wijngebieden)
De tegenstelling tussen land en water
De bodemsoort (bv. zand van het strand in de zomer)
Zeestromingen (bv. de Golfstroom)
Bewolking
Plantengroei
De breedtegraad waarop je je bevindt is bepalend voor de temperatuur.
Aan de polen is het kouder dan aan de evenaar.
-> De bundel zonnestralen op de polen belicht een groter oppervlak dan de
bundel zonnestralen die invalt op de evenaar. Beide bundels zijn even groot en
hebben evenveel energie. Aan de polen moet deze bundel de hoeveelheid
energie over een groter gebied verdelen.
-> De zonnestralen aan de polen moeten een langer traject afleggen door de
atmosfeer, hierdoor is er meer kans dat deze zonnestralen worden teruggekaatst
door stofdeeltjes in de lucht.
De aarde zal aan de polen dus minder opwarmen en op die manier minder
invloed hebben op de temperatuur.
Hoe groter de breedteligging, hoe kouder. (van evenaar naar de polen neemt de
breedteligging toe)
De nabijheid van water
Gebieden die dicht bij de zee of oceaan liggen, zullen dus geen gigantische
temperatuurverschillen vertonen in de winter en de zomer. (water kan grote
hoeveelheden warmte opslaan en die later weer afgeven) (water heeft meer
warmte nodig om in temperatuur te stijgen dan land bij een gelijke hoeveelheid
invallende zonnestralen)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlie1350. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.