Samenvatting Jeugdcriminologie jaar 2

Samenvatting jeugdcriminologie
Inhoud
1 Examenoverzicht.................................................................................................................................2
2 Introductiecollege................................................................................................................................3
2.1 Wat is jeugdcrimionologie............................................................................................................3
2.2 Aard en omvang: belangrijke ontwikkelingen en trends...............................................................3
2.3 Jeugdcriminaliteit daalt niet en stijgt niet, wel de statistieken (?)...............................................4
2.4 Misdrijf vs. Problematische/complexe opvoedingssituatie...........................................................4
2.5 Actueel: Nieuwsbericht ‘Extra geld voor tegengaan van jeugdcriminaliteit’................................4
2.6 Jeugdculturen: een blik op de geschiedenis.................................................................................4
2.7 Artikel ‘Het beeld van de jeugd als criminaliteits- en veiligheidsprobleem. Een
discourstheoretische verklaring’.........................................................................................................5
3 Meervoudig risicomodel Vanderploeg.................................................................................................6
3.1 Inleiding........................................................................................................................................6
3.2 Geen eenrichtingsverkeer.............................................................................................................6
3.3 Risicomodel heeft direct link met mogelijkheid tot effectieve behandeling.................................6
3.4 Onderbelichting cognitieve factoren bij zowel ontstaan als behandeling van probleemgedrag bij
jongeren.............................................................................................................................................7
3.5 Verklaringsgrond deliquent gedrag..............................................................................................7
4 Children who kill (their parents)..........................................................................................................8
5 Seksueel delinquent gedrag jongeren.................................................................................................8
5.1 Seksueel experimenteer/deliquent gedrag bij jongeren?.............................................................8
5.2 Algemene seksuele ontwikkeling (enkele kanttekeningen)..........................................................9
5.3 Grootschalig onderzoek seksuele gezondheid jongeren...............................................................9
5.4 Afwijkend seksueel gedrag en DSM5..........................................................................................10
5.5 Delinquentie...............................................................................................................................10
5.6 Strafrecht en criminologie..........................................................................................................12
5.7 Ontwikkelingsmodellen..............................................................................................................13
5.8 Besluit en opmerkelijke vaststelling...........................................................................................14
6 Psychopathie/ conduct disorder (CD) bij kinderen kijk les 6..............................................................15
7 Gedragsstoornissen adolescenten.....................................................................................................15
7.1 Inleiding gedragsstoornissen......................................................................................................15
7.2 Risicofactoren en beschermende factoren.................................................................................17
7.3 Pedagogische aandacht vs. Klinische psychiatrische betekenis..................................................18
7.4 Epidemiologie, klinisch beeld en co-morbiditeit.........................................................................19

1

, 7.5 Fenotypische benadering vs. Endo-fenotypische benadering....................................................21
7.6 Etiologie, risicofactoren en pathogenese....................................................................................21
8 Criminogenese ernstig delictgedrag bij jongeren..............................................................................21
8.1 Theorie van de ontwikkelingsgangen van Loeber.......................................................................21
8.2 Popma (2006) Cortisol onderzoek..............................................................................................22
8.3 Prognose.....................................................................................................................................22
8.4 Macdonald-driehoek..................................................................................................................23
8.5 Nog enkele begrippen/uitspraken..............................................................................................23
1 Eventuele examenvragen les 1..........................................................................................................24
2 Examenvragen les: Meervoudig risicomodel Vanderploeg................................................................24
3 Examenvragen les: Children who kill (their parents) (niets)..............................................................25
4 Examenvragen les: Seksueel delinquent gedrag................................................................................25
5 Examenvragen les: Psychopathie en conduct disorder......................................................................25
6 Examenvragen gedragsstoornis bij adolescenten..............................................................................25
7 Examenvragen les: Criminogenese....................................................................................................25



1 Examenoverzicht
Alles wat gezien is. Zie o.a. mapje cursusdocumenten en opdrachten (Toledo)

 PPT
 Artikelen (ook online links)
 Video’s en documentaires
 Begeleide zelfstudie opdrachten

Te kennen leerstof

 Jeugdcriminaliteit en jeugdcultuur
 Morele paniek over de jeugd en de zeden?
 Rol van de jeugdbeweging en de historische visie m.b.t. de verwilderde jeugd
 Risicomodel van der ploeg m.b.t. problematisch gedrag: ook kunnen toepassen
 Kinderen die hun ouders vermoorden: bijzondere cases
 Seksueel delinquent gedrag van jongeren begrijpen, duiden en beoordelen in relatie tot
normen en achterliggende etiologie + behandeling
o Zie ook mapje opdrachten met uitgewerkte casuïstiek | vlaggensysteem
 Gedragsstoornissen bij jongeren begrijpen, duiden en beoordelen in relatie tot delinquent
gedrag
 Criminogenese van ernstig delict-gedrag kunnen verduidelijken aan de hand van
wetenschappelijk onderzoek naar fysieke disciplinering met de nodige argumenten pro en
contra – ook als opstapje naar kindermishandeling.




2

, 2 Introductiecollege
2.1 Wat is jeugdcrimionologie
 Jeugdcriminaliteit verwijst naar gedrag van jongeren van 12-18 jaar waarbij bepaalde- in
wetboeken vastgelegde- normen worden overtreden en waarop een straf staat.
o Het grootste deel van de jeugdcriminaliteit bestaat uit diefstal en inbraak. Daarnaast
komen mishandeling en diefstal met geweld vaak voor. Het kan ook gaan om o.a.
racistisch geweld, vandalisme, graffiti en brandstichten. Naast deze delicten komen
ook overtredingen voor, bijvoorbeeld van de leerplichtwet of de verkeerswet. De
mate van grensoverschrijdend gedrag varieert.
 Verschillende facetten jeugdcriminologie
o Jeugdcriminaliteit bestaat uit vele facetten.
o Het begrip criminaliteit is een categorie van delinquentie en omvat ernstige
wetsovertredingen zoals
 Geweldsdelicten (=iemand in elkaar slaan) ,
 Zedendelicten (=ophands zoals sexting en inhands zoals echte aanrandingen en
verkrachtingen)
 Inbraken
 Brandstichting
o Deze categorie wordt onderscheiden van kleine delicten zoals eenvoudige diefstallen
en verkeersongevallen waarbij andere mensen niet in gevaar worden gebracht.
o Bij jeugdigen wordt crimineel gedrag en kleine delicten ook nog onderscheiden van
de zogenoemde statusdelicten. Dit zijn wetsovertredingen die alleen gelden voor
minderjarigen, zoals weglopen, spijbelen, drugs-of alcoholgebruik en discobezoek
onder een bepaalde leeftijd.( J. van Acker, 1998)
o We zoomen in op bepaalde facetten:
 Vb. seksueel delinquent gedrag jeugd
 Vb. pathologie in relatie tot criminaliteit bij jongeren
 Vb. rol van vrienden en peer-group
 Vb. bijzondere verschijningsvormen, zoals oudermoord of criminaliteit gepleegd
door meisjes

2.2 Aard en omvang: belangrijke ontwikkelingen en trends
 De delicten worden gewelddadiger en de daders relatief jonger. Ook blijkt dat
de recidive groot is. (= terug opnieuw fouten maken, hervallen)
 Een groot deel van de overlast en criminele activiteiten concentreert zich onder
bepaalde hardnekkige delictplegers (jeugdige veelplegers en harde-kernjongeren) en op
bepaalde locaties. Jongeren plegen hun delicten meestal samen met anderen.
 Kort samengevat zijn de belangrijkste ontwikkelingen (trends) in Nederland:
o De aard van de jeugdcriminaliteit wordt gewelddadiger;




3