D1: het ontstaan van België
1. De Nederlanden verenigen
a)Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (VKN)
Dient als bufferstaat tegen Frankrijk => om Franse expansionisme tegen te
gaan
Het Noorden schenkt! Ceyclon en Kaapstad aan Engeland: zo ook Luxemburg
gekregen
olv koning Willem I van Oranje-Nassau = niet populair want in 1830 opstand in
België, regeert VKN
Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden verenigen
- Noord heeft 2 miljoen inwoners
- Zuid heeft 4 miljoen inwoners
vullen elkaar aan?: nu meer inwoners inwoners in Nederland.
=> nu koninkrijk geworden; grondgebied verdubbeld
* 1814- 1815: VKN (ZN+NN) = BeNeLux
= bufferstaat olv koning Willem I van Oranje-Nassau
b) economisch beleid
stimuleert industrie door infrastructuurwerken: wegen, kanalen (Gent-
Terneuzen) en haven van Antwerpen (Willemsdok)
+ oprichting van investeringsmaatschappij Société Générale
- stimuleren van industrie in Zuidelijke Nederlanden; Cockerill/ Val St. Lambert
gewone man moet veel belastingen betalen, dalende koopkracht (producten
worden duurder), gewone mens beleid is negatief.
19e eeuw: mijnen in Wallonië zorgen ervoor dat mensen van Vlaanderen daar
gaan werken. Alles wordt dus verfranst!! want Vlamingen gaan naar Wallonië
waar ze Frans praten
Napoleon begon met het moderniseren vd Antwerpse haven en hij zet het
voort
Zuidelijke Nederlanden Noordelijke Nederlanden
1. verfranste elite 1. protestants
2. arm 2. Intellectuele voorsprong
3. katholiek & analfabeet 3. Door Vloot en kolonies bezitten
zij middelen om die
4. agrarisch machtige grondadel producten te verhandelen
5. industrie in Gent (katoen), Luik (ijzer) en 4. Welvarende handelaars
Borinage= Henegouwen (steenkool). Daar
Worden producten vervaardigd
c) koninklijk politiek: constitutioneel – autocratisch
geen scheiding van machten volgens principe scheiding der machten
(liberalisme)
koning Willem I van Oranje-Nassau benoemt Eerste Kamer, rechters en
vetorecht Tweede Kamer (onrechtstreeks), oefent dus wetgevende &
uitvoerende macht uit, hij benoemt ministers & rechters
parlement heeft geen initiatief en amenderingsrecht, geen controlerecht
geen ministeriële verantwoordelijkheid
geen persvrijheid (liberalisme)
Hollanders, Noorden bevoordeeld door:
- Hollandse rekenkunde
, - Verdeling door (zeer hoge) staatsschuld
- Parlementaire verdeling (55/55)
* constitutioneel = grondwet, régime of beleid die gebaseerd is op een grondwet
* koning Willem I van Oranje-Nassau = uitvoerende macht
* parlement = wetgevende macht
* vetorecht = recht om iets te verbieden, nee zeggen op iets (Amerikaanse president
heeft vetorecht)
* minister moet zich verantwoorden/ verschuldigen aan het parlement: als minister
dit niet doet, kan parlement hem wegstemmen.
=> Bij Willem I van Oranje-Nassau kan dit niet: bij hem moet uitvoerende &
wetgevende macht overlappen.
*parlementaire indeling niet eerlijk:
- Zuiden met meer (4milj.) inwoners: moeten minder staatsschulden betalen dan
Noorden. De liberale burgers eisen inspraak & persvrijheid.
=> onrechtvaardig; niet gelijk = Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden dan
maar samen.
- Noorden met minder inwoners (2milj. Inw) dus staatsschulden voor hun hoger dan
Zuiden.
* Verdeling door (zeer hoge) staatsschuld:
- niet eerlijk dus niemand gaat stemmen op Willem I van Oranje-Nassau
d) cultureel beleid vrijheid
Godsdienstvrijheid benadeeld: (drm Willem I van Oranje-Nassau niet goed)
- katholieke kerk ziet dat als een bedreiging, zijn er tegen
Staatscontrole over onderwijs & Kerk (onderwijs te laag, niet ouders op land
helpen maar school)
- hij richt staatsscholen op
-om alfabetisme te verhogen
- UGent wordt opgericht (niet katholiek op universitair niveau)
- opleiding priesters
Nederlands als officiële taal in Vlaanderen
- ook franstalige elite leert Nederlands MAAR! verfranste liberale burgerij
(bourgeoisie = middenklasse, burgerij) voelt zich bedreigd & eist
taalvrijheid, vinden het minderwaardige taal
=> willen recht om overal Frans te mogen gebruiken
(administratie, leger, gerecht…)
=> RESULTAAT: unionisme = een uni vormen, samen werken, oppositie/ uni van
katholieken & liberalen tegen koninklijk politiek. Want ze vinden dat ze met te weinig
Franstaligen in VKN zijn. Zo weer taalvrijheid.
* Noorden + koning Willem I van Oranje-Nassau = protestant
* Zuiden = Katholiek
* Napoleon had al geprobeerd maar ging niet door KK
1. De Nederlanden verenigen
a)Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (VKN)
Dient als bufferstaat tegen Frankrijk => om Franse expansionisme tegen te
gaan
Het Noorden schenkt! Ceyclon en Kaapstad aan Engeland: zo ook Luxemburg
gekregen
olv koning Willem I van Oranje-Nassau = niet populair want in 1830 opstand in
België, regeert VKN
Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden verenigen
- Noord heeft 2 miljoen inwoners
- Zuid heeft 4 miljoen inwoners
vullen elkaar aan?: nu meer inwoners inwoners in Nederland.
=> nu koninkrijk geworden; grondgebied verdubbeld
* 1814- 1815: VKN (ZN+NN) = BeNeLux
= bufferstaat olv koning Willem I van Oranje-Nassau
b) economisch beleid
stimuleert industrie door infrastructuurwerken: wegen, kanalen (Gent-
Terneuzen) en haven van Antwerpen (Willemsdok)
+ oprichting van investeringsmaatschappij Société Générale
- stimuleren van industrie in Zuidelijke Nederlanden; Cockerill/ Val St. Lambert
gewone man moet veel belastingen betalen, dalende koopkracht (producten
worden duurder), gewone mens beleid is negatief.
19e eeuw: mijnen in Wallonië zorgen ervoor dat mensen van Vlaanderen daar
gaan werken. Alles wordt dus verfranst!! want Vlamingen gaan naar Wallonië
waar ze Frans praten
Napoleon begon met het moderniseren vd Antwerpse haven en hij zet het
voort
Zuidelijke Nederlanden Noordelijke Nederlanden
1. verfranste elite 1. protestants
2. arm 2. Intellectuele voorsprong
3. katholiek & analfabeet 3. Door Vloot en kolonies bezitten
zij middelen om die
4. agrarisch machtige grondadel producten te verhandelen
5. industrie in Gent (katoen), Luik (ijzer) en 4. Welvarende handelaars
Borinage= Henegouwen (steenkool). Daar
Worden producten vervaardigd
c) koninklijk politiek: constitutioneel – autocratisch
geen scheiding van machten volgens principe scheiding der machten
(liberalisme)
koning Willem I van Oranje-Nassau benoemt Eerste Kamer, rechters en
vetorecht Tweede Kamer (onrechtstreeks), oefent dus wetgevende &
uitvoerende macht uit, hij benoemt ministers & rechters
parlement heeft geen initiatief en amenderingsrecht, geen controlerecht
geen ministeriële verantwoordelijkheid
geen persvrijheid (liberalisme)
Hollanders, Noorden bevoordeeld door:
- Hollandse rekenkunde
, - Verdeling door (zeer hoge) staatsschuld
- Parlementaire verdeling (55/55)
* constitutioneel = grondwet, régime of beleid die gebaseerd is op een grondwet
* koning Willem I van Oranje-Nassau = uitvoerende macht
* parlement = wetgevende macht
* vetorecht = recht om iets te verbieden, nee zeggen op iets (Amerikaanse president
heeft vetorecht)
* minister moet zich verantwoorden/ verschuldigen aan het parlement: als minister
dit niet doet, kan parlement hem wegstemmen.
=> Bij Willem I van Oranje-Nassau kan dit niet: bij hem moet uitvoerende &
wetgevende macht overlappen.
*parlementaire indeling niet eerlijk:
- Zuiden met meer (4milj.) inwoners: moeten minder staatsschulden betalen dan
Noorden. De liberale burgers eisen inspraak & persvrijheid.
=> onrechtvaardig; niet gelijk = Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden dan
maar samen.
- Noorden met minder inwoners (2milj. Inw) dus staatsschulden voor hun hoger dan
Zuiden.
* Verdeling door (zeer hoge) staatsschuld:
- niet eerlijk dus niemand gaat stemmen op Willem I van Oranje-Nassau
d) cultureel beleid vrijheid
Godsdienstvrijheid benadeeld: (drm Willem I van Oranje-Nassau niet goed)
- katholieke kerk ziet dat als een bedreiging, zijn er tegen
Staatscontrole over onderwijs & Kerk (onderwijs te laag, niet ouders op land
helpen maar school)
- hij richt staatsscholen op
-om alfabetisme te verhogen
- UGent wordt opgericht (niet katholiek op universitair niveau)
- opleiding priesters
Nederlands als officiële taal in Vlaanderen
- ook franstalige elite leert Nederlands MAAR! verfranste liberale burgerij
(bourgeoisie = middenklasse, burgerij) voelt zich bedreigd & eist
taalvrijheid, vinden het minderwaardige taal
=> willen recht om overal Frans te mogen gebruiken
(administratie, leger, gerecht…)
=> RESULTAAT: unionisme = een uni vormen, samen werken, oppositie/ uni van
katholieken & liberalen tegen koninklijk politiek. Want ze vinden dat ze met te weinig
Franstaligen in VKN zijn. Zo weer taalvrijheid.
* Noorden + koning Willem I van Oranje-Nassau = protestant
* Zuiden = Katholiek
* Napoleon had al geprobeerd maar ging niet door KK