Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Notes de cours

Samenvatting spraak-diagnostiek

Note
-
Vendu
-
Pages
33
Publié le
20-06-2022
Écrit en
2021/2022

Samenvatting van lesnotities, powerpoints en cursus












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
20 juin 2022
Nombre de pages
33
Écrit en
2021/2022
Type
Notes de cours
Professeur(s)
/
Contient
Toutes les classes

Aperçu du contenu

DEEL 1: SPRAAKAPRAXIE
2. Spraakapraxie begrijpen
2.2 Inleiding
Praxis of ‘actie’

- Doelbewuste bewegingen die geleerd werden door oefening en ervaring
- Geen bewegingen die genetisch aanwezig zijn (reflexen, ademhalingsbewegingen), bewegingen zonder
oefening
- Praxis = de vaardigheid om deze geleerde bewegingen doelbewust uit te voeren



Apraxie of ‘zonder actie’

- Stoornis in het doelbewust uitvoeren van geleerde bewegingen



Voorbeelden

Tanden poetsen, de vrouw heeft het concept niet meer van wat tanden poetsen is. Ze kamt haar haar met de
tandenborstel.



Aankleden, een actie die complex is met opeenvolging van acties, een man wist niet meer welke kleren hij eerst
moest aandoen: eerst onderhemdje daarna hemd.



Spreken is een complex motorische vaardigheid

- Samenwerking van cognitie, taal en sensori-motorische processen
- Doorheen de ontwikkeling is er aangeleerd hoe een woord moet klinken, en hoe je dat moet uitspreken

- Spraakverwerving vrij automatisch en onbewust
- Toch door ervaring en oefening, met verfijning en verbetering tot in de puberjaren
- Snel (2 tot 4 woorden per seconde)
- Accuraat (1 verspreking op 1000 woorden)
- = feedforward



Spraakapraxie (‘spraak zonder actie’)

- Wanneer het spreken plots of geleidelijk niet meer doelbewust kan ingezet worden


- Automatische taal en spraak beter bewaard (repertoire van taal/spraak dat klaar zit en overtraind of gedrild
is)
• Tellen, dagen van de week, spreekwoorden/zegswijzen, gebed, …

,2.3 De samenwerking tussen spraak en taal
Taalverwerkingmodel voor woorden (zie cursus p. 14-15




*schema niet kennen

- We horen taal en kunnen taal lezen

Taal: woorden oproepen
Iemand zegt het woord peer: je beeld je een peer in, je weet hoe het smaakt
Semantisch systeem: woorden die we leren of horen worden gekoppeld aan hun betekenis = component
waarin woordbetekenissen gepresenteerd zijn

Onderverdeeld in:
1) Verbaal semantisch systeem (woordbetekenissen)
Bv. zonder problemen woorden met dezelfde betekenis associëren

2) Non-verbaal semantisch systeem (kennis over objecten en mensen)
Bv. dezelfde taken uitvoeren met plaatjes van objecten



Hoe meer voorspelbaar een woord, hoe makkelijker geactiveerd

Hoe abstracter en minder voorspelbaar, hoe moeilijker om te begrijpend



Lemma = combinatie van het verbalen woord en non-verbale woord

→ in semantische systeem: geordend naar betekenis van het woord

→ in auditieve systeem: ‘beer’ en ‘peer’ naast elkaar opgelagen



Fonologisch output lexicon: woordvorm: is het een kort of lang woord, hoeveel lettergrepen, welke
klanken…
= vaardigheid om gesproken woorden beschikbaar te maken voor de spreker

Hoe frequenter een woord gebruikt, hoe meer acces tot het lexicon



Fonologische codering: fonemen selecteren en ordenen → kruiswoordraadsel wordt ingevuld + fonologische
regels worden toegepast

, Gesproken woorden begrijpen → 3 taalmodules
1) Auditieve analysesysteem
2) Auditieve outputlexicon
3) Semantische systeem



Spraak
Vervolgens omgezet in motorische code




Transformatie van de code gebeurt in twee motorische fasen

1) Spraakmotorische planning en/of motorische programmering (spraakapraxie)
2) Uitvoering (dysartrie)
→ voorbereiding van de actuele productie van spraakbewegingen
→ motorische vaardigheid van spreken wordt uitgedaagd



→ door hersenschade één of meerdere bovengenoemde taalprocessen → afasie (= verworven taalstoornis

→ door hersenschade de motorische spraakmotorische processen getroffen → spraakmotorische stoornis;
spraakapraxie en/of dysartrie



2.4 Motorische spraakklankgeheugen
Fonologische code wordt motorische code

= oproepen van motorische informatie over de verschillende spraakklanken en over de opeenvolging ervan.



Discussie literatuur

1) Onderscheid tussen spraak plannen en programmeren
2) Welke informatie verwerken de processen plannen en programmeren



Spraakapraxie = een stoornis is die de geleerde handeling treft door een stoornis in de planning en programmering
ervan → motorisch geheugen waar spraakbewegingen gestockeerd zijn



Spreken = bewegen

*video spraakapraxie

, 2.4.1 Structuurspecifieke informatie
1. Selectie van articulatorische bewegingsdoelen
- Bewegingspatroon wordt gepland
• Opeenvolging van syllaben (kool – mees = 2 patronen)
• Articulatieplaats en de articulatiewijze
• Temporele eigenschappen van de beweging (duur van de beweging en duur van de spraakklanken)



Voorbeeld

Motorisch patroon voor /SA/

- S
• Kaak en lippen vrij gesloten
• Tong hoog tegen alveolarenboog, gootje in de tong
• Velumheffing (lucht mag niet door de neus)
• Stembanden open

- A: Kaak openen en tong laag (a) en stembanden sluiten

+ timing



Bewegingspatroon wordt aangepast aan de context

- Situationele context
• Roepen of fluisteren
• Snel/traag praten
• Met een lolly praten

- Articulatorische context
• Bijvoorbeeld SA en SI = coarticulatie



Motorisch leren: de opgeslagen informatie klopt niet meer met de nieuwe motorische ervaring: auditieve,
tactiele en proprioceptieve informatie



Eenzelfde volwassene zegt telkens 1 keer de /s/ in telkens een andere
articulatorische context, 1) /sa/ en 2) /si/. Dit resulteert in tongcurves (elke
10msec) tijdens de articulatie van de /s/ in /sa/ en /si/. De curves tijdens de
eerste helft van de articulatie van de /s/ zijn in volle lijn en de articulatie
tijdens de tweede helft van de consonant wordt met stippenlijnen
aangeduid.
€10,49
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
joliendyckmans Karel de Grote-Hogeschool
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
21
Membre depuis
4 année
Nombre de followers
16
Documents
15
Dernière vente
10 mois de cela

4,0

3 revues

5
1
4
1
3
1
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions