1. Welke volgorde is correct voor de Chelex extractie?
- 1: binding chelex aan kationen 2: supernatans af pipeteren
- 3: centrifugeren 4: cellen lyseren
a. 3241
b. 4132
c. 2341
2. Naast silica kan DNA bij vaste fase extractie ook binden aan.
a. ATP
b. NBT
c. DEAE
3. Tag polymerase zorgt voor.
a. Proofreading 3’->5’
b. Template hybridisatie
c. A-sticky ends
4. Wat gebeurt er bij de derde afbeelding?
a. 3’ gepolymeriseerd
b. 5’ gehydrolyseerd
c. Exonuclease geactiveerd
5. Fusiegenen worden veroorzaakt door…
a. Deletie
b. Insertie
c. Translocatie
6. Wat is geen onderdeel van ‘Whole exome sequencing”?
a. Ziekte genen zoeken
b. NIPT
c. SNP’s
7. Als de rico -3,32 is bij een standaardcurve over de PCR zal de efficiëntie.
a. 50%
b. 100%
c. 95%
8. DNA zal bij een vaste fase extractie d.m.v. zoutbruggen gebonden worden aan.
a. Ionisch zout
b. Chaotroop zout
, c. Tetrazolium zout
9. Uit het perifeer bloed kan met …. type DNA niet extraheren
a. cDNA
b. cfDNA
c. ctDNA
10. Bij de sequencing by synthsis wordt er gebruik gemaakt van 4 verschillende geblokeerd
dNTP’s”
a. Juist
b. Fout
c. /
11. Bij CG kan een methylatie gebruikt worden voor het opsporen van.
a. het wildtype
b. tumorweefsel
c. puntmutatie
12. De vaste fase bij een vaste fase extractie zijn…
a. Paramagnetische beeds en cellysaat
b. Cellysaat en kolom
c. Kolom en paramagnetische beeds
13. Dark quencher is.
a. Energie overdracht in de vorm van warmte van donor naar acceptor
b. FRET
c. Energie overdracht in vorm van licht van donor naar acceptor
14. Waarom is alfa-P radioactief gelabeld in dNTP’s om een radioactieve probe te synthetiseren?
a. Geen bijzondere reden
b. Omdat de alfa-P bindt aan de fosfaat ruggengraad van het DNA-fragment.
c. Omdat de beta-P eerst bindt met aan de fosfaat ruggengraad van het DNA-fragment
en alfa-P de enige is dat vrij is om gelabeld te worden.
15. Over welke gespecialiseerde PCR gaat het hier?
a. A PCR-RFLP
b. ARMS
c. Brugamplificatie
16. RNA kan door dit enzym omgezet worden in cDNA
a. Reverseconvertase
b. Revers transcriptase