LES 1
Rij selecteren : CTRL + SHIFT + pijltje naar beneden
Vierkant : CTRL + SHIFT + beneden rechts
Getal -> Financieel (in euro)
Allemaal ronde getallen -> Getal -> Minder decimalen
Uitlijning -> Centreren
Alles selecteren -> Lettertype -> Randen
Titels behouden -> bv Jaaromzet en Productgroep -> Cel B3 -> Beeld –> Titels blokkeren
=SOM( + CTRL + SHIFT + PIJLTJE)
Hele rij som -> eerste getal + kruisje recht beneden -> slepen
GEMIDDELDE -> =GEM( +selecteren)
(B25-GEM) / GEM -> in procent, op procent teken drukken + meer decimalen (= formule Festivals)
DOLLARTEKEN: iets vastzetten (KOLOM) kijk formule in cel 26B, altijd ervoor zetten (betrekking tot)
Selecteer wat je wil vastzetten -> FN + F4, zo vaak als het moet
Opmaak overnemen : Cel gewenste opmaak selecteren -> Opmaak kopiëren -> op de cel die de
opmaak nodig heeft drukken.
Verhouding kosten omzet -> Omzet gedeeld door kosten
Verhouding kosten totale kosten -> kijk cel D9 BUDGETANALYSE + dollarteken FN + f4
Verhouding omzet totale omzet -> ZELFDE
OMZETSTIJGING KIJK E11 -> ((huidige maand – vorige maand) / vorige maand)
Hoogste maandomzet : =MAX + alle nodige gegevens selecteren
, LAAGSTE maandomzet: =MIN + alle nodige gegevens selecteren
5 beste maandomzetten: =GROOTSTE( gewenste getallen selecteren + dollartekens ; Ranking)
5 minste maandomzetten: = KLEINSTE (….)
Productcategorieën : AANTALARG + de product categorieën selecteren
LES 2
OEF 1
=ALS (logische test ; waar ; nietwaar)
‘Doorvoeren zonder opmaak’
=ALS functie gebruiken als er een voorwaarde is
INLEIDEINDE OEF: =ALS(E4>=$E$23/2;$H$4;$H$5) = je punt >= totaal/2; geslaagd, niet geslaagd
=ALS(E4>=$E$23/2;$H$4;$H$5)
DOLLARTEKENS GEBRUIKEN!
OEF 2
=ALS(B4>$F$5;$G$5*B4;0)
OEF 3
=ALS(EN(D4<=$L$4;E4>$K$6);$L$6*G4;0)
2 Voorwaarden ‘EN’ : =ALS(EN eerste voorwaarde; tweede voorwaarde; waarde als waar; waarde als
onwaar)
OEF 4
INDIEN product A <= 50 -> ‘WAAR’ Goedkoop
-> ‘ ONWAAR’ INDIEN product A < 100 -> ‘WAAR’ Medium
-> ‘ONWAAR’ Duur
INDIEN = ALS
Dus binnen de ALS functie een nieuwe ALS functie maken
=ALS(B9<=$A$4;$B$4;ALS(B9<$A$5;$B$5;$B$6))
Rood = Eerste waar Geel = Tweede waar
Tweede ALS functie = Eerste onwaar Groen = Tweede onwaar
Rij selecteren : CTRL + SHIFT + pijltje naar beneden
Vierkant : CTRL + SHIFT + beneden rechts
Getal -> Financieel (in euro)
Allemaal ronde getallen -> Getal -> Minder decimalen
Uitlijning -> Centreren
Alles selecteren -> Lettertype -> Randen
Titels behouden -> bv Jaaromzet en Productgroep -> Cel B3 -> Beeld –> Titels blokkeren
=SOM( + CTRL + SHIFT + PIJLTJE)
Hele rij som -> eerste getal + kruisje recht beneden -> slepen
GEMIDDELDE -> =GEM( +selecteren)
(B25-GEM) / GEM -> in procent, op procent teken drukken + meer decimalen (= formule Festivals)
DOLLARTEKEN: iets vastzetten (KOLOM) kijk formule in cel 26B, altijd ervoor zetten (betrekking tot)
Selecteer wat je wil vastzetten -> FN + F4, zo vaak als het moet
Opmaak overnemen : Cel gewenste opmaak selecteren -> Opmaak kopiëren -> op de cel die de
opmaak nodig heeft drukken.
Verhouding kosten omzet -> Omzet gedeeld door kosten
Verhouding kosten totale kosten -> kijk cel D9 BUDGETANALYSE + dollarteken FN + f4
Verhouding omzet totale omzet -> ZELFDE
OMZETSTIJGING KIJK E11 -> ((huidige maand – vorige maand) / vorige maand)
Hoogste maandomzet : =MAX + alle nodige gegevens selecteren
, LAAGSTE maandomzet: =MIN + alle nodige gegevens selecteren
5 beste maandomzetten: =GROOTSTE( gewenste getallen selecteren + dollartekens ; Ranking)
5 minste maandomzetten: = KLEINSTE (….)
Productcategorieën : AANTALARG + de product categorieën selecteren
LES 2
OEF 1
=ALS (logische test ; waar ; nietwaar)
‘Doorvoeren zonder opmaak’
=ALS functie gebruiken als er een voorwaarde is
INLEIDEINDE OEF: =ALS(E4>=$E$23/2;$H$4;$H$5) = je punt >= totaal/2; geslaagd, niet geslaagd
=ALS(E4>=$E$23/2;$H$4;$H$5)
DOLLARTEKENS GEBRUIKEN!
OEF 2
=ALS(B4>$F$5;$G$5*B4;0)
OEF 3
=ALS(EN(D4<=$L$4;E4>$K$6);$L$6*G4;0)
2 Voorwaarden ‘EN’ : =ALS(EN eerste voorwaarde; tweede voorwaarde; waarde als waar; waarde als
onwaar)
OEF 4
INDIEN product A <= 50 -> ‘WAAR’ Goedkoop
-> ‘ ONWAAR’ INDIEN product A < 100 -> ‘WAAR’ Medium
-> ‘ONWAAR’ Duur
INDIEN = ALS
Dus binnen de ALS functie een nieuwe ALS functie maken
=ALS(B9<=$A$4;$B$4;ALS(B9<$A$5;$B$5;$B$6))
Rood = Eerste waar Geel = Tweede waar
Tweede ALS functie = Eerste onwaar Groen = Tweede onwaar