Financiering Blok 4
Hoofdstuk 1 – Investeringsbeslissingen
Investeren = het vastleggen van vermogen in activa (zowel vast als vlottend)
Doel groei aandeelhouderswaarde
Redenen voor/soorten van investeren:
- Verplichte investeringen
- Vervangingsinvesteringen (onderhoud)
- Expansie-investeringen t.b.v. huidige activiteiten
- Expansie-investeringen t.b.v. nieuwe en/of andersoortige activiteiten
Vergelijk verwachte primaire geldstromen van onderneming voor en na investering
- Totale onderneming
- Dus ook gevolgen voor andere producten
Verschil =verwachte differentiële primaire geldstromen
- Na aftrek VPB
Secundaire geldstroom:
- Buiten beschouwing laten
- Vergoeding voor VV en EV (vermogenskostenvoet)
Kasstroombepaling bij Investeringsselectie
- Kijk alleen naar de mutaties die in de kasstromen optreden (differentiële
kasstromen)
- Houd rekening met de alternatieve kasstromen (opportunity costs)
- Gebruik in de berekening de kasstroom na belasting
- Elimineer financieringskasstroom/secundaire geldstromen (investering en
financieringswijze dienen los van elkaar te worden bezien)
Categorieën mutaties kasstromen
1. Initiële kasstromen t0;
o Directe uitgaven project;
o Indirecte uitgaven project (Netto werkkapitaal);
o Kasstromen bij verkoop oude activa
2. Exploitatiekasstromen t1 t/m tn-1;
o Opbrengsten/kosten omrekenen tot vrije kasstromen;
3. Liquidatiekasstromen tn.
o Verkoop DPM (evt. belasting verrekening);
o Geïnduceerd NWK valt vrij
Veronderstellingen:
- Het gaat om een éénmalig project;
- Lineaire afschrijving;
- Kasstromen aan het einde v/h jaar.
Methoden van beoordelen/evaluatie:
Boekhoudkundige benadering:
- Boekhoudkundige terugverdienperiode (BTP)
- Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR)
Economische benadering (tijdvoorkeur):
- Economische terugverdienperiode (ETP)
, - Netto Contante Waarde (NCW)
- Annuïteitenmethode (Ann)
- Interne Rentabiliteit (IR)
Boekhoudkundige terugverdienperiode (BTP)
Tijd die nodig is om de initiële investering terug te verdienen met de kasstromen die
het project genereert.
Voorbeeld:
Van project X is de initiële investering € 250.000. De jaarlijkse kasstroom bedraagt
de eerste vijf jaar € 85.000.
Uitwerking:
Na 2 jaar is nog 250.000 – 170.000 = 80.000 terug te verdienen.
De kasstroom van jaar 3 is hoger, dus einde jaar 3 (geldstroom is aan het eind van
het jaar.
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR)
gem. bedrijfsre sna belasting
GBR
gem. geïnvest . vermogen
Voorbeeld:
Van project X is gegeven dat het investeringsbedrag € 100.000 bedraagt en dat het
in vijf jaar lineair tot 10% van de aanschafprijs wordt afgeschreven. Het verwachte
jaarlijkse bedrijfsresultaat na belasting op dit project is € 13.750.
Uitwerking:
Gem vermogen (100.000+10.000)/2= 55.000
GBR 13.750/55.000*100%= 25%
Economische terugverdienperiode (ETP)
Tijd die nodig is om de initiële investering terug te verdienen met de kasstromen die
het project genereert, rekening houdende met de tijdswaarde van geld.
Voorbeeld:
Van project X is de initiële investering €
250.000. De jaarlijkse kasstroom bedraagt de
eerste vijf jaar € 85.000, deze wordt aan het
einde van het jaar ontvangen De
vermogenskostenvoet bedraagt 6%.
Netto contante waarde (NCW)
t n
Ct
Met meetkundige rij NCW I0
t 1 1 k
t
Bij een jaarlijks gelijkblijvende primaire geldstroom
kunnen de NCW ook berekenen met een Ct kasstroom in periode t ;
meetkundige rij:
k disconteri ngsvoet per periode
1 (1/r)^n I 0 initiële investerin g
a n looptijd v / h project
r 1
, Voorbeeld:
Jaar 1 t/m 4 = 250.000
Jaar 5 – 350.000
250.000 ((1- (1/1,05)^4)/0,05) = 250.000 x 3,5459504
886.487,626
886.487,626 + 350.000/1,05^5 = 1.160.721,78
-1.200.000 + 1.160.721,78 = -39.278,22
Annuïteitenmethode
Bij verschillende looptijden van projecten, zijn projecten niet volledig vergelijkbaar.
OPLOSSING = Annuïteitenmethode (Ann)
Netto-contante waarde kan worden herleid tot een jaarlijks gelijk bedrag (= annuïteit)
Er kan worden verondersteld dat de projecten een aantal keren na elkaar worden
uitgevoerd. Werken met meetkundige rij
- Stap 1: Bereken de som van de meetkundige rij
- Stap 2: Deel de NCW door de som van de meetkundige rij
Voorbeeld:
De verwachte NCW na 6 jaar is 98.907,68
De vermogenskostenvoet 10%
Looptijd van het project is 6 jaar
Bereken de jaarlijkse annuïteit
Stap 1: bereken de som van de meetkundige rij:
((1- (1/1,1)^6)/0,10) = 4,3552607
Stap 2: Bereken de annuïteit:
98.907,68/ 4,3552607 = 22.709,93
Interne rentabiliteit (IR)
De IR geeft het rendement weer dat met het project wordt t n
Ct
behaald. IR is de disconteringsvoet waarbij de NCW van
0 I0
het project nihil is.
t 1 1 IR t
Project accepteren indien IR > vermogenskostenvoet
Berekenen d.m.v. trial & error methode
Vergelijking methoden:
Boekhoudkundige terugverdienperiode (BTP):
Eenvoudig te bepalen;
Geen rekening met kasstromen na terugverdienperiode;
Geen rekening met tijdswaarde geld;
Projecten met een kortere looptijd zijn beter te overzien.
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR):
Geen rekening met tijdswaarde geld;
GBR populair door eenvoud;
Geeft geen absoluut winstbedrag: info over rentabiliteit (%).
Economische terugverdienperiode (ETP):
Eenvoudig te bepalen;
Geen rekening met kasstromen na terugverdienperiode;
Houdt WEL rekening met tijdswaarde geld;
Hoofdstuk 1 – Investeringsbeslissingen
Investeren = het vastleggen van vermogen in activa (zowel vast als vlottend)
Doel groei aandeelhouderswaarde
Redenen voor/soorten van investeren:
- Verplichte investeringen
- Vervangingsinvesteringen (onderhoud)
- Expansie-investeringen t.b.v. huidige activiteiten
- Expansie-investeringen t.b.v. nieuwe en/of andersoortige activiteiten
Vergelijk verwachte primaire geldstromen van onderneming voor en na investering
- Totale onderneming
- Dus ook gevolgen voor andere producten
Verschil =verwachte differentiële primaire geldstromen
- Na aftrek VPB
Secundaire geldstroom:
- Buiten beschouwing laten
- Vergoeding voor VV en EV (vermogenskostenvoet)
Kasstroombepaling bij Investeringsselectie
- Kijk alleen naar de mutaties die in de kasstromen optreden (differentiële
kasstromen)
- Houd rekening met de alternatieve kasstromen (opportunity costs)
- Gebruik in de berekening de kasstroom na belasting
- Elimineer financieringskasstroom/secundaire geldstromen (investering en
financieringswijze dienen los van elkaar te worden bezien)
Categorieën mutaties kasstromen
1. Initiële kasstromen t0;
o Directe uitgaven project;
o Indirecte uitgaven project (Netto werkkapitaal);
o Kasstromen bij verkoop oude activa
2. Exploitatiekasstromen t1 t/m tn-1;
o Opbrengsten/kosten omrekenen tot vrije kasstromen;
3. Liquidatiekasstromen tn.
o Verkoop DPM (evt. belasting verrekening);
o Geïnduceerd NWK valt vrij
Veronderstellingen:
- Het gaat om een éénmalig project;
- Lineaire afschrijving;
- Kasstromen aan het einde v/h jaar.
Methoden van beoordelen/evaluatie:
Boekhoudkundige benadering:
- Boekhoudkundige terugverdienperiode (BTP)
- Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR)
Economische benadering (tijdvoorkeur):
- Economische terugverdienperiode (ETP)
, - Netto Contante Waarde (NCW)
- Annuïteitenmethode (Ann)
- Interne Rentabiliteit (IR)
Boekhoudkundige terugverdienperiode (BTP)
Tijd die nodig is om de initiële investering terug te verdienen met de kasstromen die
het project genereert.
Voorbeeld:
Van project X is de initiële investering € 250.000. De jaarlijkse kasstroom bedraagt
de eerste vijf jaar € 85.000.
Uitwerking:
Na 2 jaar is nog 250.000 – 170.000 = 80.000 terug te verdienen.
De kasstroom van jaar 3 is hoger, dus einde jaar 3 (geldstroom is aan het eind van
het jaar.
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR)
gem. bedrijfsre sna belasting
GBR
gem. geïnvest . vermogen
Voorbeeld:
Van project X is gegeven dat het investeringsbedrag € 100.000 bedraagt en dat het
in vijf jaar lineair tot 10% van de aanschafprijs wordt afgeschreven. Het verwachte
jaarlijkse bedrijfsresultaat na belasting op dit project is € 13.750.
Uitwerking:
Gem vermogen (100.000+10.000)/2= 55.000
GBR 13.750/55.000*100%= 25%
Economische terugverdienperiode (ETP)
Tijd die nodig is om de initiële investering terug te verdienen met de kasstromen die
het project genereert, rekening houdende met de tijdswaarde van geld.
Voorbeeld:
Van project X is de initiële investering €
250.000. De jaarlijkse kasstroom bedraagt de
eerste vijf jaar € 85.000, deze wordt aan het
einde van het jaar ontvangen De
vermogenskostenvoet bedraagt 6%.
Netto contante waarde (NCW)
t n
Ct
Met meetkundige rij NCW I0
t 1 1 k
t
Bij een jaarlijks gelijkblijvende primaire geldstroom
kunnen de NCW ook berekenen met een Ct kasstroom in periode t ;
meetkundige rij:
k disconteri ngsvoet per periode
1 (1/r)^n I 0 initiële investerin g
a n looptijd v / h project
r 1
, Voorbeeld:
Jaar 1 t/m 4 = 250.000
Jaar 5 – 350.000
250.000 ((1- (1/1,05)^4)/0,05) = 250.000 x 3,5459504
886.487,626
886.487,626 + 350.000/1,05^5 = 1.160.721,78
-1.200.000 + 1.160.721,78 = -39.278,22
Annuïteitenmethode
Bij verschillende looptijden van projecten, zijn projecten niet volledig vergelijkbaar.
OPLOSSING = Annuïteitenmethode (Ann)
Netto-contante waarde kan worden herleid tot een jaarlijks gelijk bedrag (= annuïteit)
Er kan worden verondersteld dat de projecten een aantal keren na elkaar worden
uitgevoerd. Werken met meetkundige rij
- Stap 1: Bereken de som van de meetkundige rij
- Stap 2: Deel de NCW door de som van de meetkundige rij
Voorbeeld:
De verwachte NCW na 6 jaar is 98.907,68
De vermogenskostenvoet 10%
Looptijd van het project is 6 jaar
Bereken de jaarlijkse annuïteit
Stap 1: bereken de som van de meetkundige rij:
((1- (1/1,1)^6)/0,10) = 4,3552607
Stap 2: Bereken de annuïteit:
98.907,68/ 4,3552607 = 22.709,93
Interne rentabiliteit (IR)
De IR geeft het rendement weer dat met het project wordt t n
Ct
behaald. IR is de disconteringsvoet waarbij de NCW van
0 I0
het project nihil is.
t 1 1 IR t
Project accepteren indien IR > vermogenskostenvoet
Berekenen d.m.v. trial & error methode
Vergelijking methoden:
Boekhoudkundige terugverdienperiode (BTP):
Eenvoudig te bepalen;
Geen rekening met kasstromen na terugverdienperiode;
Geen rekening met tijdswaarde geld;
Projecten met een kortere looptijd zijn beter te overzien.
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR):
Geen rekening met tijdswaarde geld;
GBR populair door eenvoud;
Geeft geen absoluut winstbedrag: info over rentabiliteit (%).
Economische terugverdienperiode (ETP):
Eenvoudig te bepalen;
Geen rekening met kasstromen na terugverdienperiode;
Houdt WEL rekening met tijdswaarde geld;