Fysiologie hoorcollege 2
Het sensorisch stelsel
Een reflex is een automatische handeling waar we niet over nadenken. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld
de pupilreflex, wanneer je op iets scherps trap trek je je voet terug, reukreflex (speeksel aanmaak).
Kenmerken van een reflex zijn: heel snel, onbewust en automatisch. Je lichaam zorgt ervoor dat je
eerst in veiligheid komt, zo behoud je de homeostase. Daarnaast moet je ook het behoud van je
houding houden. Je tilt bijvoorbeeld je voet op, je moet dan niet je evenwicht verliezen.
Een reflex vindt plaats in het ruggenmerg (=medulla spinalis). Het ruggenmerg is onderdeel van het
CZS, hierin zit het witte en de grijze stof.
Helemaal in het midden zie je de grijze stof met
daaromheen de witte stof. (rode cirkel is
ruggenmerg)
Receptor zet prikkel om in impuls en deze wordt
doorgeven naar cellichaam. Eerst naar een
sensorische neuron (ligt buiten het merg), daarna
naar een interneuron en daarna naar het motorische
neuron (allebei wel in het ruggenmerg). Vanuit hier
gaat naar spierweefsel bijvoorbeeld. Er gaat ook een
baan naar de hersenen bij bijvoorbeeld pijn, maar
deze is langer, daarom heb je vaak eerst een reactie
voordat je het weet en door hebt. Hier wordt
namelijk de informatie pas verwerkt.
Plaatje blauw is sensorische baan en rood
motorische baan, het einde is namelijk een
driehokje bij een overgang, en een puntje de
ontvanger
Sensorische prikkel impuls afferente zenuw
(opstijgende baan) interneuron of direct naar
motorische zenuw (efferente zenuw) contractie
skeletspier. Dit heet ook wel een reflexboog
Monosynaptisch reflex= zonder interneuron, deze
is sneller! Omdat er maar 1 overgang is. Het gaat
wel maar om milisecondes, dit is wel genoeg om
geen schade te krijgen bij bijvoorbeeld hete voorwerpen.
Polysynaptisch reflex = met interneuron (schakelstatoin)
Hersenstamreflex:
- Slikreflex
- Niesreflex
Wanneer iets in het hoofd is is het vaak een hersenstamreflex
Ruggenmergreflex:
- Terugtrekreflex (beschermend)
- Buikhuidreflex (beschermend)
Reflexen kunnen onvoorwaardelijk (vanaf geboorte), bijvoorbeeld
pupilreflex,grijpreflex, daarnaast zijn er ook voorwaardelijke reflexen
(geconditioneerde reflexen), bijvoorbeeld geurreflex met kwijlen. pavlov
reactie hond (belletje met eten).
Bijvoorbeeld tandarts bang sympaticus wordt meteen geactiveerd, dit is moeilijk weer af te leren.
Onvoorwaardelijke reflexen zijn vaak reflexen die erg belangrijk zijn.
Het sensorisch stelsel
Een reflex is een automatische handeling waar we niet over nadenken. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld
de pupilreflex, wanneer je op iets scherps trap trek je je voet terug, reukreflex (speeksel aanmaak).
Kenmerken van een reflex zijn: heel snel, onbewust en automatisch. Je lichaam zorgt ervoor dat je
eerst in veiligheid komt, zo behoud je de homeostase. Daarnaast moet je ook het behoud van je
houding houden. Je tilt bijvoorbeeld je voet op, je moet dan niet je evenwicht verliezen.
Een reflex vindt plaats in het ruggenmerg (=medulla spinalis). Het ruggenmerg is onderdeel van het
CZS, hierin zit het witte en de grijze stof.
Helemaal in het midden zie je de grijze stof met
daaromheen de witte stof. (rode cirkel is
ruggenmerg)
Receptor zet prikkel om in impuls en deze wordt
doorgeven naar cellichaam. Eerst naar een
sensorische neuron (ligt buiten het merg), daarna
naar een interneuron en daarna naar het motorische
neuron (allebei wel in het ruggenmerg). Vanuit hier
gaat naar spierweefsel bijvoorbeeld. Er gaat ook een
baan naar de hersenen bij bijvoorbeeld pijn, maar
deze is langer, daarom heb je vaak eerst een reactie
voordat je het weet en door hebt. Hier wordt
namelijk de informatie pas verwerkt.
Plaatje blauw is sensorische baan en rood
motorische baan, het einde is namelijk een
driehokje bij een overgang, en een puntje de
ontvanger
Sensorische prikkel impuls afferente zenuw
(opstijgende baan) interneuron of direct naar
motorische zenuw (efferente zenuw) contractie
skeletspier. Dit heet ook wel een reflexboog
Monosynaptisch reflex= zonder interneuron, deze
is sneller! Omdat er maar 1 overgang is. Het gaat
wel maar om milisecondes, dit is wel genoeg om
geen schade te krijgen bij bijvoorbeeld hete voorwerpen.
Polysynaptisch reflex = met interneuron (schakelstatoin)
Hersenstamreflex:
- Slikreflex
- Niesreflex
Wanneer iets in het hoofd is is het vaak een hersenstamreflex
Ruggenmergreflex:
- Terugtrekreflex (beschermend)
- Buikhuidreflex (beschermend)
Reflexen kunnen onvoorwaardelijk (vanaf geboorte), bijvoorbeeld
pupilreflex,grijpreflex, daarnaast zijn er ook voorwaardelijke reflexen
(geconditioneerde reflexen), bijvoorbeeld geurreflex met kwijlen. pavlov
reactie hond (belletje met eten).
Bijvoorbeeld tandarts bang sympaticus wordt meteen geactiveerd, dit is moeilijk weer af te leren.
Onvoorwaardelijke reflexen zijn vaak reflexen die erg belangrijk zijn.