samenvatting: voeding VPMV

Voeding en
stofwisselingspatroon
1.Oriëntatie
Voeding staat in onze maatschappij centraal uit verschillende gezichtspunten

Hongerprobleem 3e wereld houdt ons bezig

Preventie van hart- en vaat ziekten, diabetes

Goed willen presteren in sport

Benodigde hoeveelheid voeding en vocht bepaald door

Leeftijd – lichaamsbouw en gewicht – gezondheidstoestand – klimaat – lichamelijke prestaties

1.1. Behoefte aan voedingsstoffen
Essentiële voedingsstoffen zijn van belang voor opbouw en instandhouding van lichaam

Koolhydraten – vetten – eiwitten – vitamine – spoorelementen – mineralen – water

1.2. Honger en dorst
Mens heeft per dag ongeveer Vocht 2000-288 ml
Voedsel 2000-3000 kcal
Opname van water Uit drank: 1000-1500 ml
Vast voedsel: 600-900 ml
Oxidatie: 400ml
Afgifte van water Via huid 500-700 ml
Ademhaling 400 ml
Ontlasting 80-100 ml
Urine: 1000-1600 ml
1.2.1. Honger
 Stofwisselingsbehoefte weergeeft
 Gewaarwording uit hypothalamus
 Contracties van de maag

1.2.2. Eetlust
 Prikkeling uit hersenschors
 Psychisch regelmechanisme
 Afhankelijk van verschillende factoren

Verhoogde eetlust komt voor

 Groeiperiode
 Verhoogde fysische activiteit
 In winter
 Psychische toestanden zoals stress

Gebrek aan eetlust komt voor bij


1

,  Koorts – maagdarm ontstekingen
 Aandoeningen aan mond

1.2.3. Dorst
Regulator  Vochtopname
 Buiten temperatuur
 Vochtigheidsgraad van lucht
 Arbeidsprestatie
Verhoogd dorstgevoel  Transpireren
 Koorts
 Diarree
 Braken
Verlaagd dorstgevoel  Bejaarden, terminaal zieke
 Kan leiden tot dehydratatie
Gevolgen  Afname huidturgor
 Slijmvliezen zijn droog
 Bewustzijnsdaling
 Gewichtsverlies en slapte
1.3. Voedselkeuze
Wat we eten en drinken wordt beïnvloed door

Waarde die we aan voeding wordt gehecht

Kennis over gezonde voeding

Beschikbaarheid van voedingsstoffen

Socio economische klasse

Financiële mogelijkheden

Cultuur, religie en gewoonten

Mate van honger

Gezondheidstoestand

1.4. Voedingstoestand
 Lichaams- en spiermassa
 Huidturgor – huidskleur
 Slijmvliezen
 Haar en ogen
 Humeur – concentratie
 Eetlust en algemene toestand = infecties, vermoeidheid

1.5. Goede voeding
 De situatie waarin men leeft = sterk bepalend voor wat men nodig heeft
 Zorg voor afwisseling van voedselkeuze
 Geniet van het voedsel
 Controleer BMI
 Stel maaltijden doelmatig op
 Rust tijdens het eten = geen gsm, televisie, krant
 Belangrijke voedingsstoffen + goed voor het gebit

2

,  Hygiënisch

2.Gegevens verzamelen over voeding en
stofwisselingspatroon
 Observatie
 Meten lengte, gewicht en BMI
 Registratie voedingsopname
 Vochtbalans
 Labotesten

Gegevens m.b.t.  Leeftijd, lengte, gewicht ( vroeger en nu ), geslacht
voedingstoestand:  Uiterlijk, huidturgor
 Dagelijkse activiteiten
 Conditie, gezondheidsproblemen
 Uitscheiding

Gegevens m.b.t.  De wijze waarop iemand eet
voedingsgewoonten  Het gebruik van hulpmiddelen bij eten en drinken
en voedingskeuzen:  Tijdstip, frequentie, hoeveelheden en soorten voedsel en drank
 Dieetregels
 Regels verbonden aan het geloof


Gegevens m.b.t.  Heeft men hulp nodig bij het halen, bereiden, verwerken van voedsel
(on)mogelijkheden te  Gebruikt men aangepast bestek of zijn er andere hulpmiddelen
zorgen voor voeding, nodig?
vocht, het bereiden  Zijn er invloeden op andere zelfzorggebieden?
van…

Zorg voor de voeding  Bedlegerigheid: liggend verpleegd worden, rolstoelgebonden
kan belemmerd verlammingen hebben
worden door:  Rust- en slaap: inslaapproblemen door inname van cafeïnehoudende
 Ademhaling: dyspnoe bij obesitas
 Circulatie: zoutarm of zoutloos dieet i.v.m. Bloeddruk
 Spijsvertering: afwijkingen aan de kauwspieren of slikreflex
 Uitscheiding: angst voor diarree of obstipatie, angst veel plassen
 Informatievoorziening: onvoldoende kennis hebben van wat
goed/slecht is in voeding en bereidingswijze
 Neurologisch: ongecontroleerde spierbewegingen, medicatie
 Levensritme: te hard werken, onvoldoende rust voor de maaltijd
 Psychisch functioneren: eten weigeren, excessief vermageren,
gevoelens ‘opeten’, overmatig eten
 Levensbeschouwelijk functioneren: verboden en geboden

Verpleegproblemen ordenen naar

Cognitieve problemen Voldoende kennis en inzicht van voeding


3