Samenvatting Vennootschapsboekhouden (Z60203)

vennootschapsboekhouden



hoofdstuk 1: achtergrond en wettelijk kader
wetgeving rond de boekhouding

 wetboek van economisch recht (WER)
 wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
 adviesorgaan= commissie voor boekhoudkundige normen (CBN)

1. de onderneming
onderneming

 iedere natuurlijke persoon die een beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige
 iedere rechtspersoon
 iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid

2. vennootschappen, verenigingen en stichtingen
vennootschap= wordt opgericht door 1 of meerdere personen die een inbreng doen

 winsten uitkeren als tegenprestatie
 met rechtspersoonlijkheid
 vereniging onder firma (VOF)
 commanditaire vennootschap (commV)
 besloten vennootschap (BV)
 coöperatieve vennootschap (CV)
 naamloze vennootschap (NV)
 Europese vennootschap (SE)
 Europese coöperatieve vennootschap (SCE)
 zonder rechtspersoonlijkheid
 maatschap

rechtspersoonlijkheid= een vennootschap wordt door de wet erkend als een volwaardig persoon die
autonoom kan optreden en handelingsbekwaam is

 kan als eiser of beschuldigde optreden voor de rechtbank

vereniging= wordt opgericht door 2 of meerdere personen

 streeft een belangeloos doel na
 geen winstuitkering
 met rechtspersoonlijkheid
 vereniging zonder winstoogmerk (VZW)
 internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW)
 zonder rechtspersoonlijkheid
 feitelijke vereniging




stichting= wordt opgericht door 1 of meerdere personen

1

,vennootschapsboekhouden


 rechtspersoon zonder leden
 streeft een belangeloos doel na
 geen winstuitkering
 heeft altijd rechtspersoonlijkheid
 private stichting (PS)
 stichting van openbaar nut (SON)

3. boekhoudplichtige onderneming
boekhoudplichtig

 iedere natuurlijke persoon die in België een beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige
 iedere rechtspersoon naar Belgisch recht
 iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid naar Belgisch recht

4. volledige of vereenvoudigde boekhouding
vereenvoudigde boekhouding (2 voorwaarden)

 juridische vorm
 natuurlijke persoon die zelfstandige een beroepsactiviteit uitoefent
 rechtspersoon in de vorm van een VOF of commV
 organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
 hoogte jaaromzet
 max 500.000 euro (ex btw)
 kleinhandel koolwaterstoffen= 620.000 euro

= geen balans opmaken

volledige boekhouding = wanneer je niet voldoet aan de voorwaarden voor vereenvoudigde
boekhouding

verenigingen en stichtingen

 hebben de mogelijkheid om een vereenvoudigde boekhouding te voeren
 criteria
 jaargemiddelde personeelsbestand
 totaal recurrente ontvangsten
 totaal bezittingen
 totaal schulden

5. volledige of verkorte jaarrekening
criteria micro, kleine of grote onderneming

 jaargemiddelde personeelsbestand
 jaaromzet
 balanstotaal

kleine onderneming= verkort model

grote onderneming= volledig model

micro vennootschap= micromodel

6. jaarrekening voor vennootschappen
volledig model

2

,vennootschapsboekhouden


 inbreng en kapitaal
 inbreng (beschikbaar / onbeschikbaar)= BV/VOF/commV
 kapitaalvennootschappen
 inbreng (kapitaal / buiten kapitaal)= NV
 kapitaalloze vennootschappen

verkort model

 zelfde als volledig alleen financiële VA minder uitgebreid

7. jaarrekening voor verenigingen en stichtingen
= boekhoudkundige verplichtingen zijn geharmoniseerd met die van de vennootschappen

volledig model

 fondsen van de vereniging of stichting

verkort model

 dezelfde als volledig alleen financiële VA minder uitgebreid

8. wettelijke bepalingen rond de openbaarmaking van de
jaarrekening
openbaarmaking bij vennootschappen

 derden op de hoogte stellen van de situatie van de onderneming
 bij de balanscentrale van de nationale bank van België

jaarrekening

 moet uiterlijk 1 maand na goedkeuring door de AV neergelegd worden
 ten laatste 7 maanden na datum van afsluiting BJ (anders geldboetes)




3

, vennootschapsboekhouden


hoofdstuk 2: inbreng
inbreng= het vermogen dat personen ter beschikking stellen van een op te richten of bestaande
vennootschap om hiervan aandeelhouder te worden en te genieten van toekomstige winstuitkering

beschikbare inbreng= beschikbaar voor terugbetaling aan de aandeelhouders

onbeschikbare inbreng= kan niet terugbetaald worden aan de aandeelhouders

geplaatst kapitaal= wat iedere vennoot beloofd heeft te zullen inbrengen

niet opgevraagd kapitaal= het gedeelte van de beloofde inbreng dat nog niet is opgevraagd door de
vennootschap

uitgiftepremies= ontstaan bij de NV door een kapitaalverhoging waarbij voor de nieuwe aandelen
een hogere prijs wordt betaald dan voor de bestaande aandelen

 positieve verschil tussen de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen en de nominale of
fractiewaarde van de bestaande aandelen
 onbeschikbaar

toereikend eigen vermogen= het EV moet toereikend zijn voor de voorgenomen bedrijvigheid
(BV/CV)

oprichtersaansprakelijkheid= oprichters van een BV of NV zijn tegenover belanghebbenden
hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennootschap in geval van faillissement
binnen de 3 jaar na verkrijging van de rechtspersoonlijkheid als de inbreng bij de oprichting
ontoereikend was voor normale uitoefening van de voorgenomen bedrijvigheid voor 2 jaar

aandeel op naam= vertegenwoordigd door een inschrijving in het register van aandelen

gedematerialiseerd aandeel= staat op effectenrekening (niet materieel)

aandelen met nominale waarde= bij uitgifte wordt een waarde vastgehecht aan het aandeel in het
vermogen

aandelen zonder nominale waarde= bij uitgifte vertegenwoordigd elk aandeel een deel van het
vermogen= fractiewaarde (geplaatste kapitaal/aantal aandelen)

geplaatste inbreng= inbreng die de aandeelhouders werkelijk aan de rechtspersoon hebben beloofd

niet opgevraagde inbreng= het deel van de geplaatste inbreng dat de vennootschap nog niet heeft
opgevraagd

opgevraagde niet gestorte inbreng= het opgevraagde gedeelte dat nog niet effectief door de
aandeelhouders gestort werd

gestorte niet opgevraagde inbreng= de storting door aandeelhouders voor de vennootschap een
opvraging doet

toegestaan kapitaal= het door de statuten bepaalde max bedrag tot waar het bestaande kapitaal
verhoogd mag worden




4