Er worden ook publieke screenings georganiseerd die aansluiten bij de lessenreeks (in het
kader van de universitaire filmclub Film-Plateau binnen de werking van KASKcinema) (§ 5).
ONTWIKKELING EN ESTHETIEK VAN DE FILM
Het schriftelijk examen bestaat uit een mix van essayvragen, aangevuld met een reeks vragen
LEERMATERIAAL
over concepten, titels en namen (§ 7). Studenten, die dit vak met code K000560 volgen,
- Pwp presentaties hebben tijdens het examen een extra essayvraag die peilt naar hun filmanalytische skills.
- Filmfragmenten
- Leesteksten en hoofdstukken uit Cook (op ufora) - A History of Narrative Film
- Te visioneren films
- Vragen en concepten per les
Het examen is schriftelijk, vindt plaats in januari 2025 (datum nog te bepalen) en bestaat uit
de volgende vragen:
OPZET
- (a) een essayvraag [vraag die inzichten uit verschillende hoofdstukken verbindt en die
peilt naar de kennis van verschillende te visioneren films]
Dit opleidingsonderdeel biedt een inleiding tot de filmgeschiedenis en het domein van de - (b) een vraag over de ‘eigen’ film [vraag over te visioneren film waarover de student heeft
filmhistoriografie, met een klemtoon op de ontwikkeling van de filmesthetiek en de audiovisuele gewerkt]
beeldtaal. Gezien het beperkt aantal contacturen kan dit vak niet meer zijn dan een bescheiden poging - (c) vijf concepten/namen/titels
om recht te doen aan de rijkdom en complexiteit van de ontwikkeling van film (als kunst, expressie- - (d) filmanalytische vraag [vraag die vertrekt vanuit een analytisch concept; uitsluitend
en communicatiemiddel) en cinema (het ruimere concept dat verwijst naar een kunstvorm, een voor studenten die dit vak met als code K000560 volgen].
economische sector, een technologie, een ervaring, een maatschappelijk instituut). We gaan er hierbij
Het examen heeft betrekking op de tijdens de colleges gedoceerde stof (inclusief de getoonde
vanuit dat film en cinema enkel kunnen begrepen worden in een ruimere context waarin
fragmenten) en de te visioneren films. Meer toelichting wordt gegeven tijdens het eerste en
technologische, politieke, socioculturele, economische en andere factoren de ontwikkeling ervan laatste college.
sturen. De docent stelt per les een lijst van mogelijke vragen en concepten ter beschikking van de
studenten.
Na een inleiding tot de problematiek van filmgeschiedschrijving en verschillende soorten
filmgeschiedenis (les 1) volgt een crash course in filmanalyse, waarbij de complexe gelaagdheid van
film (en de audiovisuele beeldtaal) centraal staat en waar we basisconcepten inzake filmesthetiek en
Examen:
–analyse aanbieden (les 2). Vervolgens presenteert dit opleidingsonderdeel een min of meer
chronologische analyse van enkele hoofdstromingen en thema’s in de ontwikkeling van de - Schriftelijk examen
filmesthetiek (vb. pre-cinema, vroege cinema, de internationale expansie van film,expressionistische - afh v code heb je 3 of 4 vragen
film, sovjetcinema, experimentele film, neorealisme, ‘classical Hollywood cinema’, Nouvelle Vague, - 1ste vraag = essay vraag - doorheen de cursus
kolonialisme en cinema,...) (zie §2). Waar nodig worden (film)theoretische inzichten aangereikt (vb. o Er zijn vers trad v montage – beschrijf 3 vers contexten van andere praktijk v montage en
geef vb
montagetheorieën, theorieën in verband met hegemonische, klassieke en alternatieve beeldtaal). We
o Of vraag. V belang v pol/eco context vr film sterren (deze les en vorige) – hoe heeft
hanteren per les een capita selecta-benadering met een klemtoon op specifieke filmauteurs, -
veranderingen in pol/eco context een impact op films - en 3 vb – vb sovjet unie, duitsland,
stromingen, -stijlen en (al dan niet canonieke) films. hollywood
- 2de vraag = Vraag over je film
o Mogelijke vraag – op betrekking op vorm v film (bvb welke montage praktijk zi eje inje film
De colleges bestaan uit een mix van werkvormen, meer bepaald hoorcolleges, presentaties,
en illustreer het – antwd met concrete verwijzingen nr bep montage/themas
discussies en andere activerende werkvormen (§6), evenals de visie van filmmateriaal (§ 4, § o Of wat is de narratieve structuur (zie les 2), hoe deel je de film in – je moet tonen dat je de
5). Bij de meeste lessen horen de studenten één of meer films te bekijken, die we via de film gezien hebt
universitaire filmclub Film-Plateau, Vimeo en andere dragers ter beschikking stellen (§ 4). - 3de reeks vragen
Rond deze films organiseren we discussiesessies, die telkens opgezet worden aan de hand van o Vragen uit de concepten en namen – zie lijst bij elke les
richtvragen; studenten schrijven zich in voor een film; lezen zich in en worden geactiveerd
tijdens de discussiemomenten (zie § 4, § 6).
,PLANNING Les 6: 5.11.2024: Duitse cinema tijdens het interbellum
- H6. Weimar- en Nazi-cinema // cases: Lang en M; Riefenstahl en Triumph des Willens
- Film: M (Lang, 1931)
Les 1: 24.9.2024: Inleiding, filmgeschiedenis en filmhistoriografie
- Film: Triumph des Willens (Riefenstahl, 1935)
- H0. Inleiding - Handboek: Cook (2016): 71-88
- H1. Filmgeschiedenis en filmgeschiedschrijving - Handboek: Cook (2016): 225-228.
- 27.9.2024: deadline inschrijving te kiezen film
Les 2: 1.10.2024: Crash course filmanalyse Les 7: 12.11.2024: Japanse cinema
- H2. Crash course filmtaal en –analyse // case: Hitchcock en Psycho - H7. Japanse cinema [gastles Dr. Luk Van Haute]
- Film: Psycho (Hitchcock, 1960) - Handboek: Cook (2016): 565-593.
- Handboek: Cook (2016): 205-216 + selectie uit ‘Glossary’ (pp. 765-781).
- Verdiepende leestekst: Truffaut-Hitchcock interview (1966)
Les 8: 19.11.2024: Frankrijk en cinema tijdens het Interbellum
Les 3: 8.10.2024: Van precinema naar primitieve en classical narrative beeldtaal
- H8. Franse en Europese avant-garde tijdens het Interbellum // cases: Dulac en La Coquille
- H3. Van precinema naar primitieve en classical narrative beeldtaal // cases: Méliès en et le Clergyman; Buñuel en Un Chien Andalou
Voyage dans la lune; Alice Guy-Blaché en Les résultats du féminisme; Porter, Griffith en - Film: La Coquille et le Clergyman (Dulac, 1928)
Life of an American Fireman - Film: Un chien andalou (Buñuel & Dali, 1929)
- Film: Voyage dans la lune (Méliès, 1902) - Verdiepende leesteksten: interview met Luis Buñuel, in Pérez, T. & de la Colina, J. (2008)
- Film: Les résultats du féminisme (Guy, 1906) Buñuel over Buñuel. Amsterdam: MKW/Filmmuseum.
- Handboek: Cook (2016): H1 - H8. Franse cinema in de jaren 1930 // case: Poëtisch realisme, Renoir en Le Crime de
- Film: Life of an American Fireman (Porter, 1903) - Monsieur Lange
- Handboek: Cook (2016): selectie H3 - Film: Le Crime de Monsieur Lange (Renoir, 1936)
- - Handboek: Cook (2016): 223-249
Les 4: 15.10.2024: Amerikaanse cinema tijdens het interbellum en WO2
Les 9: 26.11.2024: Naoorlogse Italiaanse cinema
- H4. Hollywood tijdens het interbellum // case: Comedy, maatschappijkritiek, Chaplin en
City Lights - H9. Naoorlogse auteurscinema: Italiaans neorealisme // cases: De Sica en Ladri di
- Film: City Lights (Chaplin, 1931) biciclette; Fellini en La Strada
- Handboek: Cook (2016): 119-149 - Film: Ladri di biciclette (De Sica, 1948)
- Film: La Strada (Fellini, 1955)
- Handboek: Cook (2016): 275-285, 339-383, 425-435.
22.10.2024: geen college wegens Media-Innovatieweek
Les 10: 3.12.2024: Naoorlogse Amerikaanse cinema en New Hollywood
Les 5: 29.10.2024: Sovjetcinema
- H11. Naoorlogse Amerikaanse cinema 1 // cases: Orson Welles en Citizen Kane; Film noir,
- H5. Sovjetcinema // case: Eisenstein en Pantserkruiser Potemkin censuur, Wilder en Double Indemnity
- Film: Pantserkruiser Potemkin (Eisenstein, 1925) - Film: Citizen Kane (Welles, 1941)
- Handboek: Cook (2016): 89-115. - Handboek: Cook (2016): H10, 251-273.
- Verdiepende leestekst: Eisenstein, S. (2015/1923) Montage van attracties, pp. 102-109 - Film: Double Indemnity (Wilder, 1944)
in van den Oever, A. et al. (eds.) Sleutelteksten Film- en Mediatheorie. Nijmegen: In de - Handboek: Cook (2016): 285-337.
walvis. - H12. Naoorlogse Amerikaanse cinema 2: New Hollywood, tegencultuur en de event cinema
- Handboek: Cook (2016): 669-731.
,Les 11: 10.12.2024: Naoorlogse Franse cinema
- H13. Naoorlogse auteurscinema: Nouvelle Vague // case: Godard en A Bout de Souffle
- Film: A Bout de souffle (Godard, 1960)
- Handboek: Cook (2016): 339-383.
- Verdiepende leestekst: Truffaut, Een bepaalde stroming in de Franse cinema, pp. 75-93 in
van den Oever, A. et al. (eds.) Sleutelteksten Film- en Mediatheorie 2. Nijmegen:
In de walvis.
Les 12: 17.12.2024: Internationale auteurscinema: capita selecta
- H14. Internationale auteurscinema: Revolutionaire cinema, radicale cinema,
maatschappijkritische cinema // cases: Pontecorvo, Akerman, gebroeders Dardenne
- Film: The Battle of Algiers (Pontecorvo, 1966)
- Film: Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles (Akerman, 1975)
- Film: Rosetta (J.P. & L. Dardenne, 1999)
- Handboek: Cook (2016): 644-5.
, TABLE OF CONTENTS Geluid........................................................................................................................................................... 58
Iconografie ................................................................................................................................................... 59
Leermateriaal ............................................................................................................................. 1 Thematische analyse.................................................................................................................................... 60
Opzet ......................................................................................................................................... 1 5. Operationalisering ............................................................................................................61
PLANNING .................................................................................................................................. 3 6. Conclusies ........................................................................................................................65
Inleiding........................................................................................................................... 13 hoofdstuk 3: Van precinema naar primitieve en classical narrative beeldtaal................... 67
Waarom een cursus filmges? .....................................................................................................13 Mededelingen ...........................................................................................................................67
Arugumenten contra (waarom (geen) filmgeschiedenis)............................................................14 1. Concept ‘vroege cinema’ ..................................................................................................68
Argumenten pro: .......................................................................................................................14 2. Precinema (voor 1895)......................................................................................................69
Context van ontstaan en start film ............................................................................................................. 69
Doelstelling vd cursus ................................................................................................................17
2.2. Technologische voorwaarden voor film................................................................................................ 70
Mededelingen ...........................................................................................................................17 2.3. Enkele voorlopers ................................................................................................................................. 73
2.4. Start cinema .......................................................................................................................................... 74
inhoud.......................................................................................................................................18
3. Primitieve cinema (1895-1904/5) ......................................................................................78
Basis concepten: ........................................................................................................................19
3.1. Inleiding ................................................................................................................................................ 78
Opzet cursus ..............................................................................................................................20 3.2. Visies over primitieve cinema ............................................................................................................... 79
3.3. Frankrijk ................................................................................................................................................ 81
Hoofdstuk 1: problematiek en soorten filmgeschiedenis................................................... 21 3.4. Brighton School ..................................................................................................................................... 87
1. problematiek v filmges (beperkingen, gevaren, bronnen…) ..............................................21 3.5. Heterogeniteit van de early cinema...................................................................................................... 88
2. Archieven .........................................................................................................................22 4. Van primitieve naar classical narrative cinema (1904/5-1914-8) ..........................................89
3. Filmhistoriografie (klassieke vs revisionistische filmgeschiedschrijving) ............................23 - Case Porter en Griffith ............................................................................................................89
4.1 Inleiding ................................................................................................................................................. 90
4. Soorten FG (politieke, technologische, economische…).....................................................25 4.2. Van MPPC naar vertikaal geïntegreerde cinema .................................................................................. 91
4.3. Edwin S. Porter (1870 – 1941) .............................................................................................................. 94
HOODFSTUK 2: Crash course filmtaal en –analyse // case: Hitchcock en Psycho ............... 31
4.4. D.W. Griffith (1875-1948) ..................................................................................................................... 97
Mededelingen ...........................................................................................................................31 4.5. Slot: van primitive naar classical narrative cinema ............................................................................. 103
Alfred Hitchcock (1899-1980) - Psycho .......................................................................................32 H4. Hollywood tijdens het interbellum case: Comedy, maatschappijkritiek, Chaplin en City
1. Inleiding: case Psycho, doel en wat is filmanalyse? ...........................................................34 Lights ............................................................................................................................. 105
2. Denkkaders, perspectieven, paradigma’s ..........................................................................35 Inleiding: Hollywood als mythe, industrie, ethiek ................................................................... 105
3. (FIlm)Analysemodellen .....................................................................................................37 Hoofdstuk 5. Sovjetcinema............................................................................................. 111
Model André Vandenbunder ....................................................................................................................... 37
case: Eisenstein en Pantserkruiser Potemkin .................................................................. 111
Wat is film? .................................................................................................................................................. 38
Model Vandenbunder .................................................................................................................................. 39 Mededelingen ......................................................................................................................... 111
Model Bordwell & Thompson ...................................................................................................................... 40
1. Inleiding: belang Sovjetfilm ................................................................................................. 113
Model Aumont & Marie ............................................................................................................................... 40
Johan Van Kempen ...................................................................................................................................... 40 2. Prerevolutionaire periode (voor 1917) ................................................................................ 114
Chris Vos ...................................................................................................................................................... 40
3. Burgeroorlog en eerste revolutionaire periode (1917/18 – 1920) ........................................ 114
4. Model (niveaus)................................................................................................................41
4. Film en het NEP (nieuw economisch beleid) (1921-24.. 28) .................................................. 117
Cinematografie ............................................................................................................................................ 41
Mise-en-scène.............................................................................................................................................. 45 5. Kernperiode en internationale uitstraling van Sovjetfilm (1924/5-29) ................................. 120
Montage ...................................................................................................................................................... 48 5.1. Vsevlod Pudovkin (1893 – 1953) ................................................................................................ 120
Narratieve analyse ....................................................................................................................................... 51 Sergei Eisenstein (1898-1948) .................................................................................................................. 123
kader van de universitaire filmclub Film-Plateau binnen de werking van KASKcinema) (§ 5).
ONTWIKKELING EN ESTHETIEK VAN DE FILM
Het schriftelijk examen bestaat uit een mix van essayvragen, aangevuld met een reeks vragen
LEERMATERIAAL
over concepten, titels en namen (§ 7). Studenten, die dit vak met code K000560 volgen,
- Pwp presentaties hebben tijdens het examen een extra essayvraag die peilt naar hun filmanalytische skills.
- Filmfragmenten
- Leesteksten en hoofdstukken uit Cook (op ufora) - A History of Narrative Film
- Te visioneren films
- Vragen en concepten per les
Het examen is schriftelijk, vindt plaats in januari 2025 (datum nog te bepalen) en bestaat uit
de volgende vragen:
OPZET
- (a) een essayvraag [vraag die inzichten uit verschillende hoofdstukken verbindt en die
peilt naar de kennis van verschillende te visioneren films]
Dit opleidingsonderdeel biedt een inleiding tot de filmgeschiedenis en het domein van de - (b) een vraag over de ‘eigen’ film [vraag over te visioneren film waarover de student heeft
filmhistoriografie, met een klemtoon op de ontwikkeling van de filmesthetiek en de audiovisuele gewerkt]
beeldtaal. Gezien het beperkt aantal contacturen kan dit vak niet meer zijn dan een bescheiden poging - (c) vijf concepten/namen/titels
om recht te doen aan de rijkdom en complexiteit van de ontwikkeling van film (als kunst, expressie- - (d) filmanalytische vraag [vraag die vertrekt vanuit een analytisch concept; uitsluitend
en communicatiemiddel) en cinema (het ruimere concept dat verwijst naar een kunstvorm, een voor studenten die dit vak met als code K000560 volgen].
economische sector, een technologie, een ervaring, een maatschappelijk instituut). We gaan er hierbij
Het examen heeft betrekking op de tijdens de colleges gedoceerde stof (inclusief de getoonde
vanuit dat film en cinema enkel kunnen begrepen worden in een ruimere context waarin
fragmenten) en de te visioneren films. Meer toelichting wordt gegeven tijdens het eerste en
technologische, politieke, socioculturele, economische en andere factoren de ontwikkeling ervan laatste college.
sturen. De docent stelt per les een lijst van mogelijke vragen en concepten ter beschikking van de
studenten.
Na een inleiding tot de problematiek van filmgeschiedschrijving en verschillende soorten
filmgeschiedenis (les 1) volgt een crash course in filmanalyse, waarbij de complexe gelaagdheid van
film (en de audiovisuele beeldtaal) centraal staat en waar we basisconcepten inzake filmesthetiek en
Examen:
–analyse aanbieden (les 2). Vervolgens presenteert dit opleidingsonderdeel een min of meer
chronologische analyse van enkele hoofdstromingen en thema’s in de ontwikkeling van de - Schriftelijk examen
filmesthetiek (vb. pre-cinema, vroege cinema, de internationale expansie van film,expressionistische - afh v code heb je 3 of 4 vragen
film, sovjetcinema, experimentele film, neorealisme, ‘classical Hollywood cinema’, Nouvelle Vague, - 1ste vraag = essay vraag - doorheen de cursus
kolonialisme en cinema,...) (zie §2). Waar nodig worden (film)theoretische inzichten aangereikt (vb. o Er zijn vers trad v montage – beschrijf 3 vers contexten van andere praktijk v montage en
geef vb
montagetheorieën, theorieën in verband met hegemonische, klassieke en alternatieve beeldtaal). We
o Of vraag. V belang v pol/eco context vr film sterren (deze les en vorige) – hoe heeft
hanteren per les een capita selecta-benadering met een klemtoon op specifieke filmauteurs, -
veranderingen in pol/eco context een impact op films - en 3 vb – vb sovjet unie, duitsland,
stromingen, -stijlen en (al dan niet canonieke) films. hollywood
- 2de vraag = Vraag over je film
o Mogelijke vraag – op betrekking op vorm v film (bvb welke montage praktijk zi eje inje film
De colleges bestaan uit een mix van werkvormen, meer bepaald hoorcolleges, presentaties,
en illustreer het – antwd met concrete verwijzingen nr bep montage/themas
discussies en andere activerende werkvormen (§6), evenals de visie van filmmateriaal (§ 4, § o Of wat is de narratieve structuur (zie les 2), hoe deel je de film in – je moet tonen dat je de
5). Bij de meeste lessen horen de studenten één of meer films te bekijken, die we via de film gezien hebt
universitaire filmclub Film-Plateau, Vimeo en andere dragers ter beschikking stellen (§ 4). - 3de reeks vragen
Rond deze films organiseren we discussiesessies, die telkens opgezet worden aan de hand van o Vragen uit de concepten en namen – zie lijst bij elke les
richtvragen; studenten schrijven zich in voor een film; lezen zich in en worden geactiveerd
tijdens de discussiemomenten (zie § 4, § 6).
,PLANNING Les 6: 5.11.2024: Duitse cinema tijdens het interbellum
- H6. Weimar- en Nazi-cinema // cases: Lang en M; Riefenstahl en Triumph des Willens
- Film: M (Lang, 1931)
Les 1: 24.9.2024: Inleiding, filmgeschiedenis en filmhistoriografie
- Film: Triumph des Willens (Riefenstahl, 1935)
- H0. Inleiding - Handboek: Cook (2016): 71-88
- H1. Filmgeschiedenis en filmgeschiedschrijving - Handboek: Cook (2016): 225-228.
- 27.9.2024: deadline inschrijving te kiezen film
Les 2: 1.10.2024: Crash course filmanalyse Les 7: 12.11.2024: Japanse cinema
- H2. Crash course filmtaal en –analyse // case: Hitchcock en Psycho - H7. Japanse cinema [gastles Dr. Luk Van Haute]
- Film: Psycho (Hitchcock, 1960) - Handboek: Cook (2016): 565-593.
- Handboek: Cook (2016): 205-216 + selectie uit ‘Glossary’ (pp. 765-781).
- Verdiepende leestekst: Truffaut-Hitchcock interview (1966)
Les 8: 19.11.2024: Frankrijk en cinema tijdens het Interbellum
Les 3: 8.10.2024: Van precinema naar primitieve en classical narrative beeldtaal
- H8. Franse en Europese avant-garde tijdens het Interbellum // cases: Dulac en La Coquille
- H3. Van precinema naar primitieve en classical narrative beeldtaal // cases: Méliès en et le Clergyman; Buñuel en Un Chien Andalou
Voyage dans la lune; Alice Guy-Blaché en Les résultats du féminisme; Porter, Griffith en - Film: La Coquille et le Clergyman (Dulac, 1928)
Life of an American Fireman - Film: Un chien andalou (Buñuel & Dali, 1929)
- Film: Voyage dans la lune (Méliès, 1902) - Verdiepende leesteksten: interview met Luis Buñuel, in Pérez, T. & de la Colina, J. (2008)
- Film: Les résultats du féminisme (Guy, 1906) Buñuel over Buñuel. Amsterdam: MKW/Filmmuseum.
- Handboek: Cook (2016): H1 - H8. Franse cinema in de jaren 1930 // case: Poëtisch realisme, Renoir en Le Crime de
- Film: Life of an American Fireman (Porter, 1903) - Monsieur Lange
- Handboek: Cook (2016): selectie H3 - Film: Le Crime de Monsieur Lange (Renoir, 1936)
- - Handboek: Cook (2016): 223-249
Les 4: 15.10.2024: Amerikaanse cinema tijdens het interbellum en WO2
Les 9: 26.11.2024: Naoorlogse Italiaanse cinema
- H4. Hollywood tijdens het interbellum // case: Comedy, maatschappijkritiek, Chaplin en
City Lights - H9. Naoorlogse auteurscinema: Italiaans neorealisme // cases: De Sica en Ladri di
- Film: City Lights (Chaplin, 1931) biciclette; Fellini en La Strada
- Handboek: Cook (2016): 119-149 - Film: Ladri di biciclette (De Sica, 1948)
- Film: La Strada (Fellini, 1955)
- Handboek: Cook (2016): 275-285, 339-383, 425-435.
22.10.2024: geen college wegens Media-Innovatieweek
Les 10: 3.12.2024: Naoorlogse Amerikaanse cinema en New Hollywood
Les 5: 29.10.2024: Sovjetcinema
- H11. Naoorlogse Amerikaanse cinema 1 // cases: Orson Welles en Citizen Kane; Film noir,
- H5. Sovjetcinema // case: Eisenstein en Pantserkruiser Potemkin censuur, Wilder en Double Indemnity
- Film: Pantserkruiser Potemkin (Eisenstein, 1925) - Film: Citizen Kane (Welles, 1941)
- Handboek: Cook (2016): 89-115. - Handboek: Cook (2016): H10, 251-273.
- Verdiepende leestekst: Eisenstein, S. (2015/1923) Montage van attracties, pp. 102-109 - Film: Double Indemnity (Wilder, 1944)
in van den Oever, A. et al. (eds.) Sleutelteksten Film- en Mediatheorie. Nijmegen: In de - Handboek: Cook (2016): 285-337.
walvis. - H12. Naoorlogse Amerikaanse cinema 2: New Hollywood, tegencultuur en de event cinema
- Handboek: Cook (2016): 669-731.
,Les 11: 10.12.2024: Naoorlogse Franse cinema
- H13. Naoorlogse auteurscinema: Nouvelle Vague // case: Godard en A Bout de Souffle
- Film: A Bout de souffle (Godard, 1960)
- Handboek: Cook (2016): 339-383.
- Verdiepende leestekst: Truffaut, Een bepaalde stroming in de Franse cinema, pp. 75-93 in
van den Oever, A. et al. (eds.) Sleutelteksten Film- en Mediatheorie 2. Nijmegen:
In de walvis.
Les 12: 17.12.2024: Internationale auteurscinema: capita selecta
- H14. Internationale auteurscinema: Revolutionaire cinema, radicale cinema,
maatschappijkritische cinema // cases: Pontecorvo, Akerman, gebroeders Dardenne
- Film: The Battle of Algiers (Pontecorvo, 1966)
- Film: Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles (Akerman, 1975)
- Film: Rosetta (J.P. & L. Dardenne, 1999)
- Handboek: Cook (2016): 644-5.
, TABLE OF CONTENTS Geluid........................................................................................................................................................... 58
Iconografie ................................................................................................................................................... 59
Leermateriaal ............................................................................................................................. 1 Thematische analyse.................................................................................................................................... 60
Opzet ......................................................................................................................................... 1 5. Operationalisering ............................................................................................................61
PLANNING .................................................................................................................................. 3 6. Conclusies ........................................................................................................................65
Inleiding........................................................................................................................... 13 hoofdstuk 3: Van precinema naar primitieve en classical narrative beeldtaal................... 67
Waarom een cursus filmges? .....................................................................................................13 Mededelingen ...........................................................................................................................67
Arugumenten contra (waarom (geen) filmgeschiedenis)............................................................14 1. Concept ‘vroege cinema’ ..................................................................................................68
Argumenten pro: .......................................................................................................................14 2. Precinema (voor 1895)......................................................................................................69
Context van ontstaan en start film ............................................................................................................. 69
Doelstelling vd cursus ................................................................................................................17
2.2. Technologische voorwaarden voor film................................................................................................ 70
Mededelingen ...........................................................................................................................17 2.3. Enkele voorlopers ................................................................................................................................. 73
2.4. Start cinema .......................................................................................................................................... 74
inhoud.......................................................................................................................................18
3. Primitieve cinema (1895-1904/5) ......................................................................................78
Basis concepten: ........................................................................................................................19
3.1. Inleiding ................................................................................................................................................ 78
Opzet cursus ..............................................................................................................................20 3.2. Visies over primitieve cinema ............................................................................................................... 79
3.3. Frankrijk ................................................................................................................................................ 81
Hoofdstuk 1: problematiek en soorten filmgeschiedenis................................................... 21 3.4. Brighton School ..................................................................................................................................... 87
1. problematiek v filmges (beperkingen, gevaren, bronnen…) ..............................................21 3.5. Heterogeniteit van de early cinema...................................................................................................... 88
2. Archieven .........................................................................................................................22 4. Van primitieve naar classical narrative cinema (1904/5-1914-8) ..........................................89
3. Filmhistoriografie (klassieke vs revisionistische filmgeschiedschrijving) ............................23 - Case Porter en Griffith ............................................................................................................89
4.1 Inleiding ................................................................................................................................................. 90
4. Soorten FG (politieke, technologische, economische…).....................................................25 4.2. Van MPPC naar vertikaal geïntegreerde cinema .................................................................................. 91
4.3. Edwin S. Porter (1870 – 1941) .............................................................................................................. 94
HOODFSTUK 2: Crash course filmtaal en –analyse // case: Hitchcock en Psycho ............... 31
4.4. D.W. Griffith (1875-1948) ..................................................................................................................... 97
Mededelingen ...........................................................................................................................31 4.5. Slot: van primitive naar classical narrative cinema ............................................................................. 103
Alfred Hitchcock (1899-1980) - Psycho .......................................................................................32 H4. Hollywood tijdens het interbellum case: Comedy, maatschappijkritiek, Chaplin en City
1. Inleiding: case Psycho, doel en wat is filmanalyse? ...........................................................34 Lights ............................................................................................................................. 105
2. Denkkaders, perspectieven, paradigma’s ..........................................................................35 Inleiding: Hollywood als mythe, industrie, ethiek ................................................................... 105
3. (FIlm)Analysemodellen .....................................................................................................37 Hoofdstuk 5. Sovjetcinema............................................................................................. 111
Model André Vandenbunder ....................................................................................................................... 37
case: Eisenstein en Pantserkruiser Potemkin .................................................................. 111
Wat is film? .................................................................................................................................................. 38
Model Vandenbunder .................................................................................................................................. 39 Mededelingen ......................................................................................................................... 111
Model Bordwell & Thompson ...................................................................................................................... 40
1. Inleiding: belang Sovjetfilm ................................................................................................. 113
Model Aumont & Marie ............................................................................................................................... 40
Johan Van Kempen ...................................................................................................................................... 40 2. Prerevolutionaire periode (voor 1917) ................................................................................ 114
Chris Vos ...................................................................................................................................................... 40
3. Burgeroorlog en eerste revolutionaire periode (1917/18 – 1920) ........................................ 114
4. Model (niveaus)................................................................................................................41
4. Film en het NEP (nieuw economisch beleid) (1921-24.. 28) .................................................. 117
Cinematografie ............................................................................................................................................ 41
Mise-en-scène.............................................................................................................................................. 45 5. Kernperiode en internationale uitstraling van Sovjetfilm (1924/5-29) ................................. 120
Montage ...................................................................................................................................................... 48 5.1. Vsevlod Pudovkin (1893 – 1953) ................................................................................................ 120
Narratieve analyse ....................................................................................................................................... 51 Sergei Eisenstein (1898-1948) .................................................................................................................. 123
