2 HET ADEMHALINGSSTELSEL
1. DE FUNCTIES VH ADEMHALINGSSTELSEL
Ademhalingsstelsel = luchtwegen (geleiden lucht) + longen (gasuitwisseling)
1. Gasuitwisseling : lucht – bloed
2. Verplaatsen van lucht naar gasuitwisselingsoppervlak in de longen
3. Bescherming tegen uitdroging, temperatuursveranderingen + verdediging tegen
ziekteverwekkers = amandelen, alveolen, cilia
4. Geluiden vormen : spraak, zang
5. Reukprikkels doorgeven naar CZS (ruiken)
(+) neusademen : lucht kan meer bevochtigd + verward + gezuiverd worden
2. DE OPBOUW VH ADEMHALINGSSTELSEL
= bovenste luchtwegen + onderste luchtwegen + longen
BOVENSTE LUCHTWEGEN
NEUS
Benig deel : os nasale, conchae (neusschelpen), os vomer
Kraakbenig deel
Septum nasi (benig, kraakbenig, bindweefsel)
Mucosa : trilhaar- en slijmbekercellen
De neus : functies
80 cm² respiratoir mucosae = oppervlakte vergroting door conchae
Lucht zuiveren
o Trilharen + slijm
o Snelle fase (recht) + trage fase (gebogen)
o Evacuatie slijm richting oesofagus
Lucht bevochtigen
o 14 m³ lucht per dag
o 1000 ml vocht
Lucht verwarmen
o Vaatrijk slijmvlies, kan van -4°C buitentemperatuur naar 32°C in farynx
Microbiële verdediging (Ring van Waldeyer)
Afvoer tranen
Drainage sinussen
Resonantiefunctie (uitspraak ‚m‘, ‚n‘)
Ruiken
1
,Sagittale doorsnede : benig gedeelte
Os frontale (1) met sinus frontalis
(2)
Os nasale (3)
Maxilla (4) met proc. frontalis (5) en
proc. palatinus (6)
Os ethmoidale met lamina cribrosa
(7),
concha nasalis superior (8) en
medialis (9)
Concha nasalis inferior (10)
Os palatinum (11)
Os sphenoidale (12) met sinus sphenoidalis (13)
Sella Turcica (15)
Os occipitale (16)
Sagittale doorsnede : doorbloeding
Plexus van Kiesselbach
heel groot, fijn haarvatennetwerk snel bloedneus
De neusholte : inwendige bouw
Concha nasalis
o Superior
o Media
o Inferior
Meatus nasi
o Superior
o Media
o Inferior
Palatum durum (benig
gehemelte)
Palatum molle (zacht gehemelte)
De neusholte : inwendige bouw : uitmondingen
Intacte concha buis van Eustachius
Middelste en onderste concha weggesneden
Uitmonding sinus sphenoidalis en sinus frontalis
zichtbaar
Achter de concha inferior mondt het traankanaal
(ductus nasolacrimalis) uit
Te kennen structuren
2. Concha nasalis inferior
3. Concha nasalis media
4. Concha nasalis superior
6. Sinus sphenoidalis
7. Meatus nasi superior
8. Meatus nasi medius
2
, 10. Meatus nasi inferior
11. Tonsilla pharyngealis
14. Palatum molle
16. Palatum durum
18. Ductus nasolacrimalis
19. Labium superius
20. Vestibulum nasi
29. Sinus frontalis
De neusholte : frontale doorsnede
Bedekt met respiratoire mucosa = pseudo gelaagd cilinderepitheel (bevatten haartjes,
trilhaarepitheel met cilia) met trilharen en slijmbekercellen (produceren slijm)
ondersteunt door lamina propria met slijmklieren
De neusholte : respiratoir epitheel
Komt voor thv neusholte, nasopharynx, trachea en
bronchi
De neusholte : verbonden met sinussen (=
neusbijholten)
Sinus frontalis (voorhoofd)
Sinus ethmoidalis
Sinus sphenoidalis
Sinus maxillaris (kaak)
FARYNX = KEELHOLTE
= verbinding tussen neus- en mondholte, trachea, oesofagus
maakt deel uit van ADEMHALINGSSTELSEL en SPIJSVERTERINGSSTELSEL
Nasopharynx : bekleed met trilhaarepitheel
Oropharynx en laryngopharynx : bekleed met meerlagig plaveiselepitheel
3
1. DE FUNCTIES VH ADEMHALINGSSTELSEL
Ademhalingsstelsel = luchtwegen (geleiden lucht) + longen (gasuitwisseling)
1. Gasuitwisseling : lucht – bloed
2. Verplaatsen van lucht naar gasuitwisselingsoppervlak in de longen
3. Bescherming tegen uitdroging, temperatuursveranderingen + verdediging tegen
ziekteverwekkers = amandelen, alveolen, cilia
4. Geluiden vormen : spraak, zang
5. Reukprikkels doorgeven naar CZS (ruiken)
(+) neusademen : lucht kan meer bevochtigd + verward + gezuiverd worden
2. DE OPBOUW VH ADEMHALINGSSTELSEL
= bovenste luchtwegen + onderste luchtwegen + longen
BOVENSTE LUCHTWEGEN
NEUS
Benig deel : os nasale, conchae (neusschelpen), os vomer
Kraakbenig deel
Septum nasi (benig, kraakbenig, bindweefsel)
Mucosa : trilhaar- en slijmbekercellen
De neus : functies
80 cm² respiratoir mucosae = oppervlakte vergroting door conchae
Lucht zuiveren
o Trilharen + slijm
o Snelle fase (recht) + trage fase (gebogen)
o Evacuatie slijm richting oesofagus
Lucht bevochtigen
o 14 m³ lucht per dag
o 1000 ml vocht
Lucht verwarmen
o Vaatrijk slijmvlies, kan van -4°C buitentemperatuur naar 32°C in farynx
Microbiële verdediging (Ring van Waldeyer)
Afvoer tranen
Drainage sinussen
Resonantiefunctie (uitspraak ‚m‘, ‚n‘)
Ruiken
1
,Sagittale doorsnede : benig gedeelte
Os frontale (1) met sinus frontalis
(2)
Os nasale (3)
Maxilla (4) met proc. frontalis (5) en
proc. palatinus (6)
Os ethmoidale met lamina cribrosa
(7),
concha nasalis superior (8) en
medialis (9)
Concha nasalis inferior (10)
Os palatinum (11)
Os sphenoidale (12) met sinus sphenoidalis (13)
Sella Turcica (15)
Os occipitale (16)
Sagittale doorsnede : doorbloeding
Plexus van Kiesselbach
heel groot, fijn haarvatennetwerk snel bloedneus
De neusholte : inwendige bouw
Concha nasalis
o Superior
o Media
o Inferior
Meatus nasi
o Superior
o Media
o Inferior
Palatum durum (benig
gehemelte)
Palatum molle (zacht gehemelte)
De neusholte : inwendige bouw : uitmondingen
Intacte concha buis van Eustachius
Middelste en onderste concha weggesneden
Uitmonding sinus sphenoidalis en sinus frontalis
zichtbaar
Achter de concha inferior mondt het traankanaal
(ductus nasolacrimalis) uit
Te kennen structuren
2. Concha nasalis inferior
3. Concha nasalis media
4. Concha nasalis superior
6. Sinus sphenoidalis
7. Meatus nasi superior
8. Meatus nasi medius
2
, 10. Meatus nasi inferior
11. Tonsilla pharyngealis
14. Palatum molle
16. Palatum durum
18. Ductus nasolacrimalis
19. Labium superius
20. Vestibulum nasi
29. Sinus frontalis
De neusholte : frontale doorsnede
Bedekt met respiratoire mucosa = pseudo gelaagd cilinderepitheel (bevatten haartjes,
trilhaarepitheel met cilia) met trilharen en slijmbekercellen (produceren slijm)
ondersteunt door lamina propria met slijmklieren
De neusholte : respiratoir epitheel
Komt voor thv neusholte, nasopharynx, trachea en
bronchi
De neusholte : verbonden met sinussen (=
neusbijholten)
Sinus frontalis (voorhoofd)
Sinus ethmoidalis
Sinus sphenoidalis
Sinus maxillaris (kaak)
FARYNX = KEELHOLTE
= verbinding tussen neus- en mondholte, trachea, oesofagus
maakt deel uit van ADEMHALINGSSTELSEL en SPIJSVERTERINGSSTELSEL
Nasopharynx : bekleed met trilhaarepitheel
Oropharynx en laryngopharynx : bekleed met meerlagig plaveiselepitheel
3
