112
Deel 4: Geneesmiddelen in verband met cardiovasculair stelsel:
DIURETICA
Koolzuuranhydrase inhibitoren
Actie
Alle diuretica (behalve spironolacton) bereiken luminale transportlocaties =>
via tubulaire vloeistof (filtratie & secretie)
Alle diuretica (behalve osmotische) worden actief gesecreteerd door
proximale tubulus in tubulaire vloeistof
Naarmate urine vordert doorheen
tubuli is er afname van hoeveelheid
vocht & opgeloste deeltjes
Lisdiuretica: werken in op TAL
(thick ascending limb) => Na/2Cl
transporter
Thiazides: werken in op DT => Na/Cl
transporter
Amiloride: werkt in op CT
(collecterende tubulus)
Farmacokinetiek
Geen krachtige diuretica => oude geneesmiddelen
CA inhibitoren werken in op luminaal & intracellulair CA => meer alkalische
urine
o CA zorgt ervoor dat HCO3- => CO2 + H2O => makkelijke absorptie in
bloed
Proces helpt bij reabsorptie van Na+ = meer geconcentreerde
urine => minder H2O blijft in tubulus = minder urine
o CA remmers: ↓ HCO3- reabsorptie in tubulus => meer HCO3- in lumen
= meer Na+ & H2O in tubulus = meer urine
Meer alkalische urine: verlies van HCO3- via urine zorgt voor ↑ pH in urine
CA komt ook voor bij synthese oogvocht & in CZS
,113
Figuur toont proces van HCO3- reabsorptie in PT van
nefron
1) Na+ komt binnen via Na/H+ exchanger aan
luminale kant => H+ komt in lumen terecht
2) In lumen: H+ reageert met HCO3- => H2CO3- =>
afgebroken tot CO2 + H2O (door CA)
3) CO2 diffundeert in cel => wordt omgezet naar
HCO3-
4) HCO3- wordt in bloedbaan getransporteerd via
basolaterale membraan
Klinisch gebruik 5) Na+ wordt uit cel gepompt door Na/K ATPase
Vb. acetazolamide
Netto effect: minder transport van NaHCO3 uit lumen => interstitium =>
gevolgd door H2O = isotonische reabsorptie
R/ : ‘gebruik voor’
o Glaucoom: CA remmers verminderen productie van oogvocht : lagere
oogdruk
o Hartfalen: beïnvloeden vochtbalans => bevorderen uitscheiding Na+ &
H2O minder vaak gebruikt hiervoor
o Metabole alkalose: bloed is te basisch => CA remmers verhogen HCO3-
uitscheiding = ↓ pH in bloed
o Mountain sickness = off label gebruik voor acute hoogteziekte => off
label = geneesmiddel gebruiken op manier/voor indicatie die afwijkt
van de bijsluiter (voorschrijvende arts is verantwoordelijk hiervoor, off
label gebruik kan wel verantwoord zijn)
Toxiciteit
K+ verlies via nier: meer Na+ reabsorptie = meer uitscheiding van K+
Metabole acidose
Meer NH3 in circulatie => risico op hepatische encefalopathie bij levercirrose
Thiazides
Mechanismen van acties
Thiazides blokkeren elektro neutrale Na/Cl-transporter aan luminale zijde
van epitheelcellen
Toename Na+ = geassocieerd met toename vloeistof => meer K+ excretie
Farmacokinetiek
Gunstige benefit/risk => meer benefit dan bijwerkingen: vooral bij
hartfalen/hypertensie
o Distale tubulus: groot deel van H2O & deeltjes is al gereabsorbeerd
Laatste stuk distale tubulus & CT: basolaterale Na/K ATPase creëert
elektrochemische gradiënt voor Na+
,114
o Selectief ionenkanaal voor Na+: waarlangs Na+ binnenkomt
Indicaties
Per oraal, onderhoudstherapie: niet voor acuut diuretisch effect
Niet wanneer GFR < 30ml/min => normale GFR = 120ml/min
Hypertensie, mild hartfalen, ernstig resistent oedeem
Ongewenste effecten
Alle thiaziden: gesecreteerd door secretiemechanisme voor organische zuren
=> in competitie met urinezuur
o Hyperuricemie & uitlokken van jicht
Hyperglycemie: ↓ insulinevrijzetting uit pancreas & ↓ perifeer
glucosegebruik => lage dosis thiaziden = niet aangewezen bij patiënten met
DM
Hypokaliaemische metabole alkalose
Hyperlipidemie (meestal transient): cholesterol ↑ en LDL ↑
Hyponatriemie: door hypovolemie (ADH ↑), nier kan urine minder goed
verdunnen, dorst ↑ => grotere vochtinname
o Behandeling: vochtinname beperken & dosisreductie
Allergische reacties: thiaziden = sulfonamiden
Moeheid, paresthesie
Erectiële dysfunctie
25% van gefilterde Na+ is normaal
geabsorbeerd in TAL
Lisdiuretica: tot 25% excretie van
gefilterde Na+
Thiaziden: max. excretie van
gefilterde Na+ load = 5%
Lisdiuretica
Mechanismen van acties
Secretie van lisdiuretica door transportsysteem voor organische zuren in PT
↓ absorptie van NaCl => ↓ + intraluminele K+ potentiaal => ↓ Ca& Mg via
paracellulair transport naar interstitium
, 115
Inhibitie Na/K/2Cl transporter aan luminale zijde =>
transporter leidt tot K+ accumulatie in cel => +
potentiaal
Lisdiuretica reduceren absorptie NaCl
Producten
= bv. furosemide
Farmacokinetiek
Zeer snelle absorptie na orale inname (behalve bij HF)
Indicaties
Per oraal: bij gezonde personen is er 100% biologische beschikbaarheid => bij
patiënten met acuut longoedeem is er onvoldoende perfusie van organen =>
absorptiefase = inefficiënt dus biologische beschikbaarheid ↓ => IV toedienen
o Ook subcutaan of IV (niet standaard *zie hierboven*)
Lisdiuretica: gebruikt in combinatie met andere klassen => behandeling zout &
H2O overload geassocieerd met:
o Acuut longoedeem, chronisch HF, levercirrose (+ascites), nefrotisch
syndroom, nierfalen
Behandeling hypertensie gecompliceerd door nierinsufficiëntie => voorkeur
voor thiaziden als GFR > 30 ml/min
Behandeling hypercalciemie na vervanging plasmavolume met IV NaCl
oplossing
Ongewenste effecten
Serum K+ ↓, serum Mg ↓, dehydratatie, soms hyponatremie, zelden
ototoxiciteit bij hoge dosis (gehoor & vestibulair => meestal reversibel)
Hyperuricemie & zelden uitlokken van jichtaanval
Soms allergische reacties
Thiaziden & lisdiuretica hebben impact op vaattonus => bepaalde graad van
vasodilatatie & redistributie bloedvolume
Normale range serum K+:
o Normaal: 3,5-5 mmol/l
o Hypokalemie: 0-3,5 mmol/l => K+ supplementen, K+ sparende diuretica
ipv andere klassen
o Hyperkalemie: 5-… mmol/l
Deel 4: Geneesmiddelen in verband met cardiovasculair stelsel:
DIURETICA
Koolzuuranhydrase inhibitoren
Actie
Alle diuretica (behalve spironolacton) bereiken luminale transportlocaties =>
via tubulaire vloeistof (filtratie & secretie)
Alle diuretica (behalve osmotische) worden actief gesecreteerd door
proximale tubulus in tubulaire vloeistof
Naarmate urine vordert doorheen
tubuli is er afname van hoeveelheid
vocht & opgeloste deeltjes
Lisdiuretica: werken in op TAL
(thick ascending limb) => Na/2Cl
transporter
Thiazides: werken in op DT => Na/Cl
transporter
Amiloride: werkt in op CT
(collecterende tubulus)
Farmacokinetiek
Geen krachtige diuretica => oude geneesmiddelen
CA inhibitoren werken in op luminaal & intracellulair CA => meer alkalische
urine
o CA zorgt ervoor dat HCO3- => CO2 + H2O => makkelijke absorptie in
bloed
Proces helpt bij reabsorptie van Na+ = meer geconcentreerde
urine => minder H2O blijft in tubulus = minder urine
o CA remmers: ↓ HCO3- reabsorptie in tubulus => meer HCO3- in lumen
= meer Na+ & H2O in tubulus = meer urine
Meer alkalische urine: verlies van HCO3- via urine zorgt voor ↑ pH in urine
CA komt ook voor bij synthese oogvocht & in CZS
,113
Figuur toont proces van HCO3- reabsorptie in PT van
nefron
1) Na+ komt binnen via Na/H+ exchanger aan
luminale kant => H+ komt in lumen terecht
2) In lumen: H+ reageert met HCO3- => H2CO3- =>
afgebroken tot CO2 + H2O (door CA)
3) CO2 diffundeert in cel => wordt omgezet naar
HCO3-
4) HCO3- wordt in bloedbaan getransporteerd via
basolaterale membraan
Klinisch gebruik 5) Na+ wordt uit cel gepompt door Na/K ATPase
Vb. acetazolamide
Netto effect: minder transport van NaHCO3 uit lumen => interstitium =>
gevolgd door H2O = isotonische reabsorptie
R/ : ‘gebruik voor’
o Glaucoom: CA remmers verminderen productie van oogvocht : lagere
oogdruk
o Hartfalen: beïnvloeden vochtbalans => bevorderen uitscheiding Na+ &
H2O minder vaak gebruikt hiervoor
o Metabole alkalose: bloed is te basisch => CA remmers verhogen HCO3-
uitscheiding = ↓ pH in bloed
o Mountain sickness = off label gebruik voor acute hoogteziekte => off
label = geneesmiddel gebruiken op manier/voor indicatie die afwijkt
van de bijsluiter (voorschrijvende arts is verantwoordelijk hiervoor, off
label gebruik kan wel verantwoord zijn)
Toxiciteit
K+ verlies via nier: meer Na+ reabsorptie = meer uitscheiding van K+
Metabole acidose
Meer NH3 in circulatie => risico op hepatische encefalopathie bij levercirrose
Thiazides
Mechanismen van acties
Thiazides blokkeren elektro neutrale Na/Cl-transporter aan luminale zijde
van epitheelcellen
Toename Na+ = geassocieerd met toename vloeistof => meer K+ excretie
Farmacokinetiek
Gunstige benefit/risk => meer benefit dan bijwerkingen: vooral bij
hartfalen/hypertensie
o Distale tubulus: groot deel van H2O & deeltjes is al gereabsorbeerd
Laatste stuk distale tubulus & CT: basolaterale Na/K ATPase creëert
elektrochemische gradiënt voor Na+
,114
o Selectief ionenkanaal voor Na+: waarlangs Na+ binnenkomt
Indicaties
Per oraal, onderhoudstherapie: niet voor acuut diuretisch effect
Niet wanneer GFR < 30ml/min => normale GFR = 120ml/min
Hypertensie, mild hartfalen, ernstig resistent oedeem
Ongewenste effecten
Alle thiaziden: gesecreteerd door secretiemechanisme voor organische zuren
=> in competitie met urinezuur
o Hyperuricemie & uitlokken van jicht
Hyperglycemie: ↓ insulinevrijzetting uit pancreas & ↓ perifeer
glucosegebruik => lage dosis thiaziden = niet aangewezen bij patiënten met
DM
Hypokaliaemische metabole alkalose
Hyperlipidemie (meestal transient): cholesterol ↑ en LDL ↑
Hyponatriemie: door hypovolemie (ADH ↑), nier kan urine minder goed
verdunnen, dorst ↑ => grotere vochtinname
o Behandeling: vochtinname beperken & dosisreductie
Allergische reacties: thiaziden = sulfonamiden
Moeheid, paresthesie
Erectiële dysfunctie
25% van gefilterde Na+ is normaal
geabsorbeerd in TAL
Lisdiuretica: tot 25% excretie van
gefilterde Na+
Thiaziden: max. excretie van
gefilterde Na+ load = 5%
Lisdiuretica
Mechanismen van acties
Secretie van lisdiuretica door transportsysteem voor organische zuren in PT
↓ absorptie van NaCl => ↓ + intraluminele K+ potentiaal => ↓ Ca& Mg via
paracellulair transport naar interstitium
, 115
Inhibitie Na/K/2Cl transporter aan luminale zijde =>
transporter leidt tot K+ accumulatie in cel => +
potentiaal
Lisdiuretica reduceren absorptie NaCl
Producten
= bv. furosemide
Farmacokinetiek
Zeer snelle absorptie na orale inname (behalve bij HF)
Indicaties
Per oraal: bij gezonde personen is er 100% biologische beschikbaarheid => bij
patiënten met acuut longoedeem is er onvoldoende perfusie van organen =>
absorptiefase = inefficiënt dus biologische beschikbaarheid ↓ => IV toedienen
o Ook subcutaan of IV (niet standaard *zie hierboven*)
Lisdiuretica: gebruikt in combinatie met andere klassen => behandeling zout &
H2O overload geassocieerd met:
o Acuut longoedeem, chronisch HF, levercirrose (+ascites), nefrotisch
syndroom, nierfalen
Behandeling hypertensie gecompliceerd door nierinsufficiëntie => voorkeur
voor thiaziden als GFR > 30 ml/min
Behandeling hypercalciemie na vervanging plasmavolume met IV NaCl
oplossing
Ongewenste effecten
Serum K+ ↓, serum Mg ↓, dehydratatie, soms hyponatremie, zelden
ototoxiciteit bij hoge dosis (gehoor & vestibulair => meestal reversibel)
Hyperuricemie & zelden uitlokken van jichtaanval
Soms allergische reacties
Thiaziden & lisdiuretica hebben impact op vaattonus => bepaalde graad van
vasodilatatie & redistributie bloedvolume
Normale range serum K+:
o Normaal: 3,5-5 mmol/l
o Hypokalemie: 0-3,5 mmol/l => K+ supplementen, K+ sparende diuretica
ipv andere klassen
o Hyperkalemie: 5-… mmol/l