Samenvatting sociologie
Wat is sociologie? = onderzoek v/d samenleving op verschillende niveaus
- Oosterse, Westerse, Amerikaanse, Europese, … samenleving
- Samenleving van studenten, senioren, 40-jarigen, …
- Samenleving van psychiatrische patiënten, …
Sociologische verbeelding: op zoek naar invloed samenleving op gedrag mensen
vaak onduidelijk
Vrije keuzes sociale invloed
Mondiaal perspectief:
- Plaats van onze samenleving in de wereld invloed op ons leven
- Contacten tussen landen zijn toegenomen interesses, problemen worden verspreid
- Sociale problemen zijn op andere plaatsen soms erger
- Globaal perspectief helpt onze eigen maatschappij beter begrijpen
Praktisch belang:
Invloed op overheidsbeleid:
- Manieren van aanpak definiëren
- Boodschap aanpassen aan publiek
Persoonlijke groei:
- Kritische houding tegenover wat algemeen aanvaardbaar is
- Beter inzicht in mogelijkheden en hindernissen
- Actievere rol in de samenleving
- In vraag stellen van eigen manier van leven
Ontstaan sociologie:
Door maatschappelijke veranderingen:
- Industrialisering
- Demografische wijzigingen groei van steden
- Politiek
Door toenemend belang wetenschap
Nood om samenleving te bestuderen
H2: sociologische theorieën en methoden
Theoretische benadering of perspectief:
- Structureel functionalisme
- Conflictsociologie
- Symbolisch interactionisme
- Rationelekeuzebenadering
Sociologie 3 analyseniveaus:
1. Micro: kleinschalig niveau
- Familie
- Vrienden
2. Meso:
- Kantoor
- Universiteit
3. Macro:
- Overheid
- Land
, Structureel functionalisme:
Alles is zoals het is omdat het goed is zoals het is
Ziet samenleving als afhankelijke delen (instituten), die relatief stabiel gebaseerd zijn
op gedeelde consensus over wat moreel wenselijk is
Elk onderdeel eigen functie voor werking samenleving als geheel
Functioneel geheel:
- sociale structuur: vb. HoGent, bedrijf, jeugdbeweging, …
- sociale functies: vb. opleiden
- instituten: vb. psychiatrische instellingen, …
Merton:
- Manifeste functies: overduidelijk (hoofd)functies
- latente functies: onbedoelde functies (perongeluk)
- disfuncties: negatief effect op werking maatschappij (vb. criminele bende)
Kritiek:
- Weinig aandacht voor conflict, verandering en ontwikkeling
- Bestendigt status quo streven niet naar verandering (alles is goed zoals het is)
Conflictbenadering:
- Samenleving bestaat uit ongelijke groepen
- Ongelijke toegang tot middelen als geld, status, opleiding, …
- Privileges willen behouden versus verandering
- Maatschappelijke verhoudingen = resultaat van conflicten tussen deze groepen
Kritiek:
- Weinig aandacht voor eenheid en samenwerking
Symbolisch interactionisme:
- Mensen bepalen sociale werkelijkheid door interacties met anderen
- Studie van deze interacties
- Microniveau
- Klemtoon op beleving
Rationelekeuzebenadering:
- Sociale handelingen = gevolg van rationele keuzes van individuen
- Kosten-batenanalyse (werkelijkheid: we nemen beslissingen op basis van kennis)
Kritiek:
- Weinig realistisch
Sociologische methoden
Positivistische sociologie: onderzoek gebaseerd op systematische observaties
- Gemodelleerd naar werkwijze exacte wetenschappen
- Kwantificatie: meten van variabelen
- Statistiek: op zoek naar wetmatigheden in data
- Poging om zo objectief mogelijk te werk te gaan
- Oorzaak versus correlatie niet hetzelfde
correlaties hebben gelijke veranderingen en kunnen toevallig ontstaan
Interpretatieve sociologie
- Positivisme volstaat niet
- Sociale interactie = ervaring waar mensen betekenis aan geven
- Sociologie: inzicht krijgen in betekenissen die we toekennen aan sociale werkelijkheid
interpretatie begrijpen!
Wat is sociologie? = onderzoek v/d samenleving op verschillende niveaus
- Oosterse, Westerse, Amerikaanse, Europese, … samenleving
- Samenleving van studenten, senioren, 40-jarigen, …
- Samenleving van psychiatrische patiënten, …
Sociologische verbeelding: op zoek naar invloed samenleving op gedrag mensen
vaak onduidelijk
Vrije keuzes sociale invloed
Mondiaal perspectief:
- Plaats van onze samenleving in de wereld invloed op ons leven
- Contacten tussen landen zijn toegenomen interesses, problemen worden verspreid
- Sociale problemen zijn op andere plaatsen soms erger
- Globaal perspectief helpt onze eigen maatschappij beter begrijpen
Praktisch belang:
Invloed op overheidsbeleid:
- Manieren van aanpak definiëren
- Boodschap aanpassen aan publiek
Persoonlijke groei:
- Kritische houding tegenover wat algemeen aanvaardbaar is
- Beter inzicht in mogelijkheden en hindernissen
- Actievere rol in de samenleving
- In vraag stellen van eigen manier van leven
Ontstaan sociologie:
Door maatschappelijke veranderingen:
- Industrialisering
- Demografische wijzigingen groei van steden
- Politiek
Door toenemend belang wetenschap
Nood om samenleving te bestuderen
H2: sociologische theorieën en methoden
Theoretische benadering of perspectief:
- Structureel functionalisme
- Conflictsociologie
- Symbolisch interactionisme
- Rationelekeuzebenadering
Sociologie 3 analyseniveaus:
1. Micro: kleinschalig niveau
- Familie
- Vrienden
2. Meso:
- Kantoor
- Universiteit
3. Macro:
- Overheid
- Land
, Structureel functionalisme:
Alles is zoals het is omdat het goed is zoals het is
Ziet samenleving als afhankelijke delen (instituten), die relatief stabiel gebaseerd zijn
op gedeelde consensus over wat moreel wenselijk is
Elk onderdeel eigen functie voor werking samenleving als geheel
Functioneel geheel:
- sociale structuur: vb. HoGent, bedrijf, jeugdbeweging, …
- sociale functies: vb. opleiden
- instituten: vb. psychiatrische instellingen, …
Merton:
- Manifeste functies: overduidelijk (hoofd)functies
- latente functies: onbedoelde functies (perongeluk)
- disfuncties: negatief effect op werking maatschappij (vb. criminele bende)
Kritiek:
- Weinig aandacht voor conflict, verandering en ontwikkeling
- Bestendigt status quo streven niet naar verandering (alles is goed zoals het is)
Conflictbenadering:
- Samenleving bestaat uit ongelijke groepen
- Ongelijke toegang tot middelen als geld, status, opleiding, …
- Privileges willen behouden versus verandering
- Maatschappelijke verhoudingen = resultaat van conflicten tussen deze groepen
Kritiek:
- Weinig aandacht voor eenheid en samenwerking
Symbolisch interactionisme:
- Mensen bepalen sociale werkelijkheid door interacties met anderen
- Studie van deze interacties
- Microniveau
- Klemtoon op beleving
Rationelekeuzebenadering:
- Sociale handelingen = gevolg van rationele keuzes van individuen
- Kosten-batenanalyse (werkelijkheid: we nemen beslissingen op basis van kennis)
Kritiek:
- Weinig realistisch
Sociologische methoden
Positivistische sociologie: onderzoek gebaseerd op systematische observaties
- Gemodelleerd naar werkwijze exacte wetenschappen
- Kwantificatie: meten van variabelen
- Statistiek: op zoek naar wetmatigheden in data
- Poging om zo objectief mogelijk te werk te gaan
- Oorzaak versus correlatie niet hetzelfde
correlaties hebben gelijke veranderingen en kunnen toevallig ontstaan
Interpretatieve sociologie
- Positivisme volstaat niet
- Sociale interactie = ervaring waar mensen betekenis aan geven
- Sociologie: inzicht krijgen in betekenissen die we toekennen aan sociale werkelijkheid
interpretatie begrijpen!