INSTRUCTIONEEL DESIGN
, INSTRUCTIONEEL DESIGN
LEERTRAJECT 1 – INSTRUCTIEMODELLEN
DOELEN
Leerdoelen binnen leertraject 1:
® Je begrijpt het onderscheid tussen leertheorieën, instructie- en designprocesmodellen en hun
rol binnen instructioneel design.
® Je hebt inzicht in de volgende instructiemodellen en -principes (inclusief terminologie): 4C-ID,
ARCS, cognitive apprenticeship en principes van effectieve professionalisering.
® Je kan doelgericht (onderdelen van) deze instructiemodellen toepassen op een concrete
casus en daarbij de gepaste terminologie hanteren.
1. OVER LEERTHEORIEËN, INSTRUCTIEMODELLEN EN
DESIGNPROCESMODELLEN
WAT IS EEN INSTRUCTIEMODEL?
LEERTHEORIEËN
Leertheorie: een conceptueel kader dat verklaart hoe lerenden kennis verwerven, verwerken en
behouden
® Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
® Biedt inzichten in de gedragen en/of mentale processen die betrokken zijn bij leren.
® Vormen de basis voor instructioneel design.
Þ Omdat ze wetenschappelijke verklaring geven van hoe mensen leren & welke
instructiestrategieën het effectiefst zijn.
Leertheoretische stromingen:
® Behaviorisme: leren vindt plaats door middel van conditionering, waarbij gedrag wordt
gevormd door stimuli en responsen
Þ Richt zich op observeerbaar gedrag & rol van beloningen en straffen
® Cognitivisme: nadruk op mentale processen zoals denken, onthouden en probleemoplossing
Þ Proces waarbij informatie wordt verwerkt, opgeslagen en opgehaald door de
hersenen.
® Constructivisme: leren is een actief proces waarbij leerders kennis construeren op basis van
hun eigen ervaringen & voorkennis
Þ Leerders worden aangemoedigd ontdekkingen te doen & betekenis te geven.
® Gesitueerde cognitie: kennis is inherent verbonden met de context waarin het geleerd &
gebruikt wordt
Þ Leren vindt plaats door een actieve deelname in/aan sociale, culturele en fysieke
contexten.
,INSTRUCTIEMODELLEN
Instructiemodel: systematisch kader dat je kan gebruiken om instructie vorm te geven
® Helpt je bij het bepalen van hoe je leerinhouden, instructie- en/of leeractiviteiten,
feedback en evaluatie best opzet om specifieke leerdoelen te bereiken.
® Ze bieden een soort routekaart (model) voor hoe instructie moet worden gegeven.
Er zijn veel verschillende modellen, om orde te brengen kan je ze ordenen op basis van:
® Het type leerdoel waarvoor ze geschikt zijn.
® Op basis van de leertheorie waarop ze zijn gebaseerd.
® De mate waarin ze aanpasbaar zijn.
SAMENHANG TUSSEN LEERTHEORIE, INSTRUCTIE- EN
DESIGNPROCESMODEL
Leertheorieën vormen de basis voor elk instructioneel designproces!
® Ze geven een bepaald theoretisch perspectief weer op wat leren is & hoe leren plaatsvindt.
® De leertheorie waarop je als instructioneel designer verder bouwt, heeft dan ook
consequenties voor welke instructiemethoden, leeractiviteiten en evaluatievormen
geschikt zijn.
® Bij het kiezen van een geschikte leertheorie is het belangrijk om ook de leerdoelen in je
achterhoofd te houden.
Zodra je een theoretische basis hebt, kan je op zoek gaan naar een geschikt instructiemodel om de
leeromgeving te organiseren en structureren.
® Daarbij is het uiteraard belangrijk om een instructiemodel te kiezen dat aansluit bij het
leertheoretisch perspectief dat je voor ogen hebt.
® Een instructiemodel kan als brug fungeren tussen leertheorie en de praktische stappen
die nodig zijn om de instructie (en leren) vorm te geven.
Designprocesmodellen: beschrijven welke stappen en/of processen een ontwerper moet doorlopen
om een effectieve leeromgeving te ontwerpen
® Vertrekt vanuit een analyse van de huidige situatie & context waarin het probleem zich
situeert.
® Als je voldoende zicht hebt op waar het probleem zich precies situeert en wat daarvoor de
mogelijke verklaring(en) is(zijn), dan kan je starten met het design van de oplossing.
Þ In deze fase van het designproces spelen instructiemodellen een rol.
, KENNISTOETS 'LEERTHEORIE, INSTRUCTIE- EN DESIGNPROCESMODEL'
, INSTRUCTIONEEL DESIGN
LEERTRAJECT 1 – INSTRUCTIEMODELLEN
DOELEN
Leerdoelen binnen leertraject 1:
® Je begrijpt het onderscheid tussen leertheorieën, instructie- en designprocesmodellen en hun
rol binnen instructioneel design.
® Je hebt inzicht in de volgende instructiemodellen en -principes (inclusief terminologie): 4C-ID,
ARCS, cognitive apprenticeship en principes van effectieve professionalisering.
® Je kan doelgericht (onderdelen van) deze instructiemodellen toepassen op een concrete
casus en daarbij de gepaste terminologie hanteren.
1. OVER LEERTHEORIEËN, INSTRUCTIEMODELLEN EN
DESIGNPROCESMODELLEN
WAT IS EEN INSTRUCTIEMODEL?
LEERTHEORIEËN
Leertheorie: een conceptueel kader dat verklaart hoe lerenden kennis verwerven, verwerken en
behouden
® Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
® Biedt inzichten in de gedragen en/of mentale processen die betrokken zijn bij leren.
® Vormen de basis voor instructioneel design.
Þ Omdat ze wetenschappelijke verklaring geven van hoe mensen leren & welke
instructiestrategieën het effectiefst zijn.
Leertheoretische stromingen:
® Behaviorisme: leren vindt plaats door middel van conditionering, waarbij gedrag wordt
gevormd door stimuli en responsen
Þ Richt zich op observeerbaar gedrag & rol van beloningen en straffen
® Cognitivisme: nadruk op mentale processen zoals denken, onthouden en probleemoplossing
Þ Proces waarbij informatie wordt verwerkt, opgeslagen en opgehaald door de
hersenen.
® Constructivisme: leren is een actief proces waarbij leerders kennis construeren op basis van
hun eigen ervaringen & voorkennis
Þ Leerders worden aangemoedigd ontdekkingen te doen & betekenis te geven.
® Gesitueerde cognitie: kennis is inherent verbonden met de context waarin het geleerd &
gebruikt wordt
Þ Leren vindt plaats door een actieve deelname in/aan sociale, culturele en fysieke
contexten.
,INSTRUCTIEMODELLEN
Instructiemodel: systematisch kader dat je kan gebruiken om instructie vorm te geven
® Helpt je bij het bepalen van hoe je leerinhouden, instructie- en/of leeractiviteiten,
feedback en evaluatie best opzet om specifieke leerdoelen te bereiken.
® Ze bieden een soort routekaart (model) voor hoe instructie moet worden gegeven.
Er zijn veel verschillende modellen, om orde te brengen kan je ze ordenen op basis van:
® Het type leerdoel waarvoor ze geschikt zijn.
® Op basis van de leertheorie waarop ze zijn gebaseerd.
® De mate waarin ze aanpasbaar zijn.
SAMENHANG TUSSEN LEERTHEORIE, INSTRUCTIE- EN
DESIGNPROCESMODEL
Leertheorieën vormen de basis voor elk instructioneel designproces!
® Ze geven een bepaald theoretisch perspectief weer op wat leren is & hoe leren plaatsvindt.
® De leertheorie waarop je als instructioneel designer verder bouwt, heeft dan ook
consequenties voor welke instructiemethoden, leeractiviteiten en evaluatievormen
geschikt zijn.
® Bij het kiezen van een geschikte leertheorie is het belangrijk om ook de leerdoelen in je
achterhoofd te houden.
Zodra je een theoretische basis hebt, kan je op zoek gaan naar een geschikt instructiemodel om de
leeromgeving te organiseren en structureren.
® Daarbij is het uiteraard belangrijk om een instructiemodel te kiezen dat aansluit bij het
leertheoretisch perspectief dat je voor ogen hebt.
® Een instructiemodel kan als brug fungeren tussen leertheorie en de praktische stappen
die nodig zijn om de instructie (en leren) vorm te geven.
Designprocesmodellen: beschrijven welke stappen en/of processen een ontwerper moet doorlopen
om een effectieve leeromgeving te ontwerpen
® Vertrekt vanuit een analyse van de huidige situatie & context waarin het probleem zich
situeert.
® Als je voldoende zicht hebt op waar het probleem zich precies situeert en wat daarvoor de
mogelijke verklaring(en) is(zijn), dan kan je starten met het design van de oplossing.
Þ In deze fase van het designproces spelen instructiemodellen een rol.
, KENNISTOETS 'LEERTHEORIE, INSTRUCTIE- EN DESIGNPROCESMODEL'