HFD6: Denken en Intelligentie
Kernvraag1: Wat zijn de bouwstenen van denken?
INTELLIGENTIE: Mentale capaciteit om kennis te verwerven, te redeneren en problemen op te lossen.
Denken is het maken van een nieuw idee van bekende informatie. Representaties van b.v. concepten,
beelden, schema’s en scripts.
CONCEPTEN
Het vormen van categorieën in je hoofd uit eerder ervaringen om als basis te dienen en beter te
kunnen ordenen noemen we CONCEPTVORMING.
NATUURLIJKE CONCEPTEN zijn de grove alledaagse voorwerpen en gebeurtenissen die gebaseerd zijn
op je ervaringen en die het vaakst voorkom en.
Daarnaast heb je ARTIFICIËLE CONCEPTEN, deze worden bepaald door regels en/of kenmerken. Ook
zijn er nog de CONCEPTUELE HIËRARCHIEËN, dit is ons feitengeheugen geordend van algemeen tot
specifiek.
Leertheoreticus Edward C. Tolman stelde voor dat we cognitieve plattegronden vormen van onze
omgeving, die we gebruiken om onze handelingen te richten op gewenste doelen.
Piaget zegt dat cognitieve ontwikkeling gepaard gaat net veranderende schema’s.
, 🧩 Schema’s
Wat zijn ze? Mentale structuren die kennis en ervaringen organiseren.
Functie: Ze helpen ons om nieuwe informatie snel te interpreteren door die te koppelen aan
wat we al weten.
Voorbeeld: Als je het woord restaurant hoort, activeert je schema meteen ideeën over tafels,
eten, bediening, enz.
📜 Scripts
Wat zijn ze? Een speciaal soort schema dat gaat over typische volgordes van gebeurtenissen.
Functie: Ze sturen ons gedrag en verwachtingen in sociale situaties.
Voorbeeld: Het “restaurant-script”: binnenkomen → plaats nemen → bestellen → eten →
betalen → weggaan.
In onze wereld die steeds multi-cultureler wordt is het belangrijk open te staan voor andere
script als die waaraan je gewend bent !
🗺️
Visuele beelden (mentale plattegronden)
Wat zijn ze? Innerlijke representaties van de omgeving of situaties.
Functie: Ze helpen ons bij navigatie en probleemoplossing.
Voorbeeld: Je kunt je kamer in gedachten visualiseren om te bedenken waar je sleutels
liggen.
🧠 Neurowetenschap en de frontaalkwabben
Brain imaging (fMRI, PET, EEG): technieken waarmee onderzoekers hersenactiviteit zichtbaar
maken.
Frontaalkwabben: spelen een sleutelrol bij plannen, redeneren, beslissingen nemen en
zelfcontrole.
Belangrijk: Door beeldvorming zien we welke hersengebieden actief zijn bij verschillende
denkprocessen.
💡 Emoties en intuïtie
Emoties: beïnvloeden ons denken, vaak sneller dan rationele analyse.
Intuïtie: een vorm van “snelle” cognitie waarbij emoties en eerdere ervaringen ons direct
richting geven.
Voorbeeld: Je hebt meteen een “gut feeling” dat iemand niet te vertrouwen is, nog voordat
je rationeel bewijs hebt.
Kernvraag1: Wat zijn de bouwstenen van denken?
INTELLIGENTIE: Mentale capaciteit om kennis te verwerven, te redeneren en problemen op te lossen.
Denken is het maken van een nieuw idee van bekende informatie. Representaties van b.v. concepten,
beelden, schema’s en scripts.
CONCEPTEN
Het vormen van categorieën in je hoofd uit eerder ervaringen om als basis te dienen en beter te
kunnen ordenen noemen we CONCEPTVORMING.
NATUURLIJKE CONCEPTEN zijn de grove alledaagse voorwerpen en gebeurtenissen die gebaseerd zijn
op je ervaringen en die het vaakst voorkom en.
Daarnaast heb je ARTIFICIËLE CONCEPTEN, deze worden bepaald door regels en/of kenmerken. Ook
zijn er nog de CONCEPTUELE HIËRARCHIEËN, dit is ons feitengeheugen geordend van algemeen tot
specifiek.
Leertheoreticus Edward C. Tolman stelde voor dat we cognitieve plattegronden vormen van onze
omgeving, die we gebruiken om onze handelingen te richten op gewenste doelen.
Piaget zegt dat cognitieve ontwikkeling gepaard gaat net veranderende schema’s.
, 🧩 Schema’s
Wat zijn ze? Mentale structuren die kennis en ervaringen organiseren.
Functie: Ze helpen ons om nieuwe informatie snel te interpreteren door die te koppelen aan
wat we al weten.
Voorbeeld: Als je het woord restaurant hoort, activeert je schema meteen ideeën over tafels,
eten, bediening, enz.
📜 Scripts
Wat zijn ze? Een speciaal soort schema dat gaat over typische volgordes van gebeurtenissen.
Functie: Ze sturen ons gedrag en verwachtingen in sociale situaties.
Voorbeeld: Het “restaurant-script”: binnenkomen → plaats nemen → bestellen → eten →
betalen → weggaan.
In onze wereld die steeds multi-cultureler wordt is het belangrijk open te staan voor andere
script als die waaraan je gewend bent !
🗺️
Visuele beelden (mentale plattegronden)
Wat zijn ze? Innerlijke representaties van de omgeving of situaties.
Functie: Ze helpen ons bij navigatie en probleemoplossing.
Voorbeeld: Je kunt je kamer in gedachten visualiseren om te bedenken waar je sleutels
liggen.
🧠 Neurowetenschap en de frontaalkwabben
Brain imaging (fMRI, PET, EEG): technieken waarmee onderzoekers hersenactiviteit zichtbaar
maken.
Frontaalkwabben: spelen een sleutelrol bij plannen, redeneren, beslissingen nemen en
zelfcontrole.
Belangrijk: Door beeldvorming zien we welke hersengebieden actief zijn bij verschillende
denkprocessen.
💡 Emoties en intuïtie
Emoties: beïnvloeden ons denken, vaak sneller dan rationele analyse.
Intuïtie: een vorm van “snelle” cognitie waarbij emoties en eerdere ervaringen ons direct
richting geven.
Voorbeeld: Je hebt meteen een “gut feeling” dat iemand niet te vertrouwen is, nog voordat
je rationeel bewijs hebt.