100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting moeder en kind, Minor kinderverpleegkunde gevorderd, Hbo-V

Rating
-
Sold
-
Pages
60
Uploaded on
02-12-2025
Written in
2025/2026

Samenvatting van leerstof voor het vak Moeder en Kind van de Minor kinderverpleegkunde gevorderd.

Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
December 2, 2025
Number of pages
60
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Verloskundige zorg in NL:
Historische zorg organisatie: “vroede vrouwen” 15th eeuw Leiden, gemeente betaalde
vrouwen (vaak vrouwen die al zelf kinderen hadden) om andere vrouwen te assisteren in
baringsnood. 19th eeuw hebben vroedvrouwen rechten gekregen om zorg in niet complexe
gevallen te verlenen. Historisch gezien had de vroedvrouw geen rechten voor het ZH dus
deed bevallingen thuis – in complexe gevallen – met de huisarts. Zorg duidelijk
gepositioneerd in de wijk.

Verloskundige zorg is geregeld nog steeds met een wijk gerichte focus de meeste
verloskundigen werken in eigen praktijken in de wijk, dichtbij hun clienten (de zwangere en
hun naasten). Hier is de focus van zorg op de fysiologie van zwangerschap, baring en
kraambed, risico selectie toe te passen adhv (EBP en KLinRE) en er voor te zorgen dat, bij
pathologie, de barende doorverwezen is naar het ziekenhuis.
Verloskundigen werken in toenemende mate in het ziekenhuis – op de poli en op de VK.
Hier is de verloskundige focus op de medium risk gevallen. Ook is de eerste lijns
verloskundige hier actief voor vrouwen die kiezen (zonder Medische indicatie (een
verplaatste thisbevalling) poliklinisch te bevallen.
En voor vrouwen met een pre-existente risico factor (denk hierbij aan hypertensie, een
meerling zwangerschap, Medische problematiek enzovoorts) of waar pathologie zich
ontwikkelt tijdens de zwangerschap, baring of kraambed - – de gynaecoloog is de
aangewezen zorgverlener
Side note: Als iemand medisch loopt in de zwangerschap/tijdens de bevalling dan alsnog
vaak weer een begeleiding van de verloskundige thuis in het kraambed.

Vroeger zag je ook nog wel eens huisartsen die ook de praktijkgerichte verloskundige zorg
deden. Tegenwoordig komt dit eigenlijk niet meer voor. Het is nog meer een specifieke
specialiatie geworden
Studie verloskundige: minimaal 4 jaar HBO + met veel wetenschappelijke verdiepingen (er is
tegenwoordig ook een master verloskunde beschikbaar!)
Studie gynaecoloog: Geneeskunde tot basisarts (6 jaar) en dan nog specialisatie
gynaecologie (minimaal 4 jaar)
Studie huisarts: Geneeskunde tot basisarts (6 jaar) en dan nog specialisatie tot huisarts (3/4
jaar)

Verloskundigen zien zwanger worden, zwanger zijn, baren en het kraambed als:
Een natuurlijke gebeurtenis om te behandelen en managen, maar met medisch alertheid
Een fysiologisch life event in het leven van een vrouw, haar naasten, binnen hun eigen
sociale leefwereld -> dus ook een belangrijk stukje psychologie!
Thuisbevalcultuur: Immateriele culturele erfgoed
Capaciteitsproblemen, met name door te weinig VK/bedden (en dus O&G
verpleegkundigen – jullie dus!

Menstruele cyclus:
Basale temp: de laagste lichaamstemperatuur van het lichaam, gemeten in volledige rust
direct na het ontwaken.

,Het bijhouden van de basale temperatuur kan helpen om de eisprong (ovulatie) te
voorspellen, omdat de lichaamstemperatuur na de ovulatie met 0,2 tot 0,5 °C stijgt en
verhoogd blijft tot aan de menstruatie.
Hormonen:
Hormoon Aangemaakt Effect op het lichaam / functie
door

GnRH hypothalamus Stimuleert de afgifte van FSH en LH uit de hypofyse.

FSH hypofyse Stimuleert groei en rijping van follikels in de
(voorkwab) eierstokken en bevordert oestrogeenproductie.

LH hypofyse Geeft de eisprong (ovulatie) aan door een LH-piek
(voorkwab) en stimuleert het gele lichaam om progesteron te
maken.

Oestrogeen eierstokken Maakt het baarmoederslijmvlies dikker, remt FSH in
(estradiol) latere follikelfase, en stimuleert LH-piek bij hoge
concentratie.

Progesteron corpus luteum Houdt het baarmoederslijmvlies in stand, verhoogt
de basale temperatuur, remt LH/FSH en voorkomt
nieuwe ovulatie.

Inhibine B follikels in de Remt FSH-afgifte om te voorkomen dat te veel
eierstok eiblaasjes tegelijk rijpen.

Prostaglandinen baarmoeder Zorgen voor samentrekking van de baarmoeder
tijdens menstruatie → kan menstruatiepijn
veroorzaken.


Hypofyse hormonen: FSH en LH
Eierstokhormone: Estogeen en progesterone
Cyclus: menstruatie → folliculaire fase → luteale fase → menstruatie
Corpus luteum produceert HCG -> het zwangershapshormoon. Na corpus luteum neemt de
placenta dit over
Wil je oefenen Hiermee, bioplek!
De folliculaire fase: de eicel rijpt in één van de eierstokken. Deze fase duurt bij de volwassen
vrouwen tussen 21 en 35 dagen.
De ovulatie: de rijpe eicel komt los van de eierstok. Via de eileider daalt ze af in de
baarmoeder. Daar kan ze bevrucht worden door een zaadcel. De ovulatie duurt 1 tot 2
dagen, en vindt gemiddeld plaats rond de 14e dag van de cyclus. Een eicel kan ongeveer 24
uur overleven.
De luteale fase: de baarmoeder maakt zich klaar om de eventueel bevruchte eicel in te
nestelen. De luteale fase duurt gemiddeld 12 tot 14 dagen, ook bij vrouwen met een kortere
of langere cyclus.

,De menstruatie: als de eicel niet bevrucht is, stoot je lichaam het extra baarmoederslijmvlies
en het onbevrucht eitje af. Dat veroorzaakt bloedverlies: de menstruatie. De menstruatie
duurt ongeveer 5 dagen. Daarna begint een nieuwe vruchtbaarheidscyclus.

Zwanger
Bij een normale cyclus van ongeveer 28 dagen: tellen vanaf 1e dag laatste menstruatie
(EDLM/AD). Dus eigenlijk 2 weken gratis! Eisprong was ongeveer 2 weken daarna.
Wat zouden subjectieve verschijnselen zijn voor een zwangere?
Gespannen borsten
Frequente mictie, pijnloos
Misselijkheid
Vermoeidheid
Obstipatie
Misselijkheid veroorzaakt door? -> hcg

Van bevruchting tot ebryo tot foetis

De bevruchting start wanneer een eicel (vrouwelijke geslachtscel) en een zaadcel/sperma
(mannelijke geslachtscel) samenkomen. Dit kan alleen plaatsvinden in de eerste 24 uur na
de ovulatie (eisprong; het moment wanneer de eicel uit de eierstok vrijkomt), omdat de
eicel daarna niet meer levensvatbaar is.

Een eicel bevat 23 chromosomen (dragers van erfelijk materiaal) — specifiek 23
chromosomenparen/helften, wat gelijkstaat aan 23 ‘chromosoomsets’, met samen 23
chromosomen (vrouwelijke helft). De eicel draagt ook bij aan de genetische informatie via
haar 23 chromosomen (totaal aantal losse chromosomen = 23, dus 1 set van 23).

Een spermacel bevat eveneens 23 chromosomen (mannelijke helft; één complete
chromosoomset).



Wanneer deze twee cellen samensmelten, vormen zij een zygoot (eerste levenscel na de
bevruchting). De zygoot bevat 46 chromosomen (23 van de eicel + 23 van de sperma =
volledige genetische set). Als er in dit stadium iets fout gaat bij de chromosoomverdeling,
kunnen chromosomale afwijkingen (genetische stoornissen door te veel of te weinig
chromosomen) ontstaan, zoals
Trisomy 13,
Trisomy 18 of
Trisomy 21.

Na de bevruchting blijft de zygoot 3 tot 4 dagen in de tuba (eileider) (buis die de eicel
transporteert naar de baarmoeder). Tijdens deze dagen vindt celverdeling (het embryo
deelt zich herhaaldelijk in steeds meer cellen) plaats. Zodra het embryo uit minimaal 16
cellen bestaat, noemen we dit een morula (klompje cellen dat lijkt op een moerbes door zijn
ronde, bobbelige structuur).

, Na 3–4 dagen migreert de morula naar de uterus (baarmoeder; de plek waar een
zwangerschap zich verder ontwikkelt). Rond dag 5 na bevruchting ontwikkelt de morula zich
tot een blastocyst (vroeg embryonaal stadium met >100 cellen). De trophoblast (buitenste
cellaag van de blastocyst) zit aan de buitenzijde en vormt later de placenta (moederkoek;
zorgt voor zuurstof en voeding). De embryoblast (binnenste celmassa) bevindt zich centraal
in de blastocyst en vormt later het embryo (de baby in ontwikkeling).

De blastocyst nestelt zich ongeveer 21 dagen na de menstruatie (ong. 7 dagen na
bevruchting) in het endometrium (baarmoederslijmvlies; binnenste laag van de
baarmoeder). Dit proces heet innesteling/implantatie (het embryo hecht zich en dringt het
slijmvlies binnen). Tijdens deze innesteling lost de zona pellucida (beschermende eiwitlaag
om de eicel, ook wel 'harde schil') op, zodat het embryo kan hechten. Vanaf de implantatie
heet het baarmoederslijmvlies de decidua (zwangerschaps-slijmvlies dat het embryo
ondersteunt). De decidua sluit zich daarna over de blastocyst heen om deze te beschermen.

Tussen 10–12 dagen na de bevruchting begint de trophoblast hCG (human
choriongonadotrofine; zwangerschapshormoon) af te scheiden. hCG stimuleert het corpus
luteum (geel lichaam; tijdelijk hormoonklier-tje ontstaan na ovulatie), zodat de productie
van oestrogeen en progesteron (hormonen die het baarmoederslijmvlies in stand houden)
gewaarborgd blijft. Zonder deze hormonale ondersteuning zou het slijmvlies worden
afgestoten en kan een zwangerschap niet blijven bestaan.

Tot slot: hCG meet je in bloed of urine (om zwangerschap aan te tonen).

Zwangerschap

Een fysiologische zwangerschap (normale, zonder medische complicaties) duurt gemiddeld
40 weken. Deze 40 weken worden berekend vanaf de eerste dag van de laatste
menstruatie (EDLM) — dus niet vanaf de bevruchting, maar vanaf het begin van de laatste
cyclus. De uitgerekende datum (de dag waarop 40 weken na de EDLM vallen) noemen we
ook wel de à-terme datum. Toch bevalt maar 4% van de vrouwen exact op de uitgerekende
datum, wat laat zien dat dit niet de standaard is, maar een richtlijn.

Vroeger werd de zwangerschapsduur vooral met een kalender of zwangerschapswiel
(handmatige berekening via een kalender) bepaald. Tegenwoordig gebeurt dit nauwkeuriger
met een termijnecho (echo-onderzoek in het eerste trimester om de zwangerschapsduur en
uitgerekende datum te bepalen). De datum van de termijnecho is uiteindelijk leidend,
omdat deze de meest betrouwbare schatting geeft en door zorgverleners wordt
aangehouden.

Veel baby’s worden geboren tussen 40 en 41 weken, waardoor veel vrouwen denken dat ze
“over tijd” zijn. Medisch gezien is dit echter niet echt over tijd, want de normale termijn om
te bevallen ligt tussen 37 en 42 weken zwangerschap. Deze periode noemen we à terme
(een bevalling binnen de normale zwangerschapsduur). Wanneer een baby vóór 37 weken
geboren wordt, spreken we van prematuriteit (te vroeg geboren; kans op medische risico’s
door onvolledige rijping). Als de zwangerschap langer duurt dan 42 weken, heet dit
serotiniteit (zwangerschap die te lang doorgaat, waardoor extra controles nodig zijn door
risico’s voor baby en placenta).
£6.45
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
annakoman02

Get to know the seller

Seller avatar
annakoman02 Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
2 year
Number of followers
0
Documents
1
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions