Samenvatting van de hoorcolleges
Zoals gegeven door Tom Haegemans in 2019
(GrV/D ICT, LET OP: deeltje over programmeren!)
Hoorcollege 1
1. Introductie programmeren
• Enkel een beetje leren programmeren
• Informaticus leren begrijpen
• Leren gestructureerd denken
• Inzicht verwerven over (objectgerichte) programmatuur
Doel:
• Leren om de structuur op te bouwen
• Beginnen met de bouwstenen van het programmeren, “leren metsen”
Object georiënteerd denken:
Organigram: baas met verdeling van taken en functies daaronder
Dus: Dit is fundamentele kennis in bedrijfswetenschappen, begrijpen waarom software zo
belangrijk is, goede bedrijfsstructuur -> goede softwarestructuur -> hoe?
1.1 Object georiënteerd programmeren
Elk programma -> verzameling van instructies
Vergelijking recept met ingrediënten, voor structuur zorgen
Hoe goed structureren?:
• Fouten vermijden
• Hoe ervoor zorgen dat componenten kunnen worden herbruikt?
• Veiligheid garanderen
• …
Men dacht na over paradigma’s (denkwijzen) om deze te overkomen
- Een programmeertaal is een formeel gedefinieerde taal
- Syntax
- …
Bv. Procedureel programmeren
- Goed voor kleine programma’s
- Te complex en ingewikkeld worden voor grote programma’s
- Programma opgedeeld in reeks procedures of routines
- Moeilijk onderhoudbaar en leesbaar, “spaghetti-code”
Mogelijke oplossing: object georiënteerd programmeren
- Opgebouwd d.m.v. procedures, sub-procedures, sub-sub-procedures
, - Goed opbouwen, structureel
- Gemakkelijk te kunnen aanpassen !!(Dia 10)!!
- Pure OOP: elk concept wordt intern voorgesteld als een object (->Eiffel)
- Nog steeds het meest gebruikt paradigma tot vandaag
1.2 Klassen en objecten
Objecten zijn representaties van concepten in het programma
Kunnen dingen doen (routines, gedrag diensten), kunnen dingen onthouden
(attributen, data gegevens)
Bv. Een wagen is een object in de wereld
• Wagen A: 5 zitjes
• Wagen B: 9 zitjes
Dus: objecten houden hun toestand afzonderlijk bij en voeren hun acties afzonderlijk uit.
Maar: de definitie van de gegevens en acties is wel gemeenschappelijk over alle wagens
heen.
, Als een nieuw object moet worden toegevoegd/aanmaken, moet er een beschrijving
voorhanden zijn die zegt wat het object zal moeten onthouden (gegevens) en wat het moet
kunnen doen (acties)
• Een blauwdruk maken voor het object
• Dit is een klasse (of: type), een verzameling van alle objecten die dezelfde
eigenschappen hebben
• Door een klassentekst: een beschrijving
Belangrijk verschil: tijdelijk (intern) geheugen en opslag (harde schijf), runtime in het
geheugen van het programma
Eiffel
• Relatief eenvoudig
• Uitgevonden door een Zwitserse prof
• Feit: niet veel gebruikt in de reële wereld
• …
Maar: populariteit van ene programmeertaal is toch tijdsgebonden, keuze v/d
programmeertaal zal in een bedrijf meestal niet door jou worden gemaakt.
Dit vak gaat over het concept OGP en eiffel is heel puur op OGP-vlak, codeboard.io
1.3 Klassen vs. Objecten
Vb. met Boris J. en Donald T., hen acties laten doen
Klasse(n): persoon en doolhof
Met objecten in die klassen zoals boris en trump.
Een object uit de klasse persoon moet - Gegevens kunnen bijhouden: x en y positie
- Moet acties kunnen uitvoeren: ga omlaag,
omhoog, naar rechts
Per klasse is er een klassentekst: opgeslagen als “platte” tekst, code, in een bestand
Bv. “persoon.e”
Het is een oplijsting van de features – de eigenschappen- die de objecten die tot die klasse
behoren zullen voldoen
Met 2 soorten: routines en onthouden (attributen)
We moeten heel duidelijk omschrijven wat de computer moet doen bij bijvoorbeeld de actie
die wij benoemen tot “ga omhoog”
Klassentekst wordt apart opgeslagen per klasse (bv. persoon.e en doolhof.e)
Beschrijving van een klasse eindigt met “end”
Conventie klasse-definitie/naam: ALTIJD IN HOOFDLETTERS
Klasse INTEGER is vooraf gedefinieerd
Bij een klasse wordt “create” gebruikt om aan te duiden welke routine(naam) die wordt
gebruikt om bij het aanmaken van een object van die klasse verder in het programma, die
routine die verder in de klasse wordt gedefinieerd, wordt uitgevoerd als eerste.
1.4 Visuele voorstelling
OGP bestaat vaak uit vele klassen, die soms beter visueel kunnen worden geordend,
overzicht behouden
Visueel overzicht is handig, maar niet essentieel. (Niet noodzakelijk voor het examen bv.)
Zoals gegeven door Tom Haegemans in 2019
(GrV/D ICT, LET OP: deeltje over programmeren!)
Hoorcollege 1
1. Introductie programmeren
• Enkel een beetje leren programmeren
• Informaticus leren begrijpen
• Leren gestructureerd denken
• Inzicht verwerven over (objectgerichte) programmatuur
Doel:
• Leren om de structuur op te bouwen
• Beginnen met de bouwstenen van het programmeren, “leren metsen”
Object georiënteerd denken:
Organigram: baas met verdeling van taken en functies daaronder
Dus: Dit is fundamentele kennis in bedrijfswetenschappen, begrijpen waarom software zo
belangrijk is, goede bedrijfsstructuur -> goede softwarestructuur -> hoe?
1.1 Object georiënteerd programmeren
Elk programma -> verzameling van instructies
Vergelijking recept met ingrediënten, voor structuur zorgen
Hoe goed structureren?:
• Fouten vermijden
• Hoe ervoor zorgen dat componenten kunnen worden herbruikt?
• Veiligheid garanderen
• …
Men dacht na over paradigma’s (denkwijzen) om deze te overkomen
- Een programmeertaal is een formeel gedefinieerde taal
- Syntax
- …
Bv. Procedureel programmeren
- Goed voor kleine programma’s
- Te complex en ingewikkeld worden voor grote programma’s
- Programma opgedeeld in reeks procedures of routines
- Moeilijk onderhoudbaar en leesbaar, “spaghetti-code”
Mogelijke oplossing: object georiënteerd programmeren
- Opgebouwd d.m.v. procedures, sub-procedures, sub-sub-procedures
, - Goed opbouwen, structureel
- Gemakkelijk te kunnen aanpassen !!(Dia 10)!!
- Pure OOP: elk concept wordt intern voorgesteld als een object (->Eiffel)
- Nog steeds het meest gebruikt paradigma tot vandaag
1.2 Klassen en objecten
Objecten zijn representaties van concepten in het programma
Kunnen dingen doen (routines, gedrag diensten), kunnen dingen onthouden
(attributen, data gegevens)
Bv. Een wagen is een object in de wereld
• Wagen A: 5 zitjes
• Wagen B: 9 zitjes
Dus: objecten houden hun toestand afzonderlijk bij en voeren hun acties afzonderlijk uit.
Maar: de definitie van de gegevens en acties is wel gemeenschappelijk over alle wagens
heen.
, Als een nieuw object moet worden toegevoegd/aanmaken, moet er een beschrijving
voorhanden zijn die zegt wat het object zal moeten onthouden (gegevens) en wat het moet
kunnen doen (acties)
• Een blauwdruk maken voor het object
• Dit is een klasse (of: type), een verzameling van alle objecten die dezelfde
eigenschappen hebben
• Door een klassentekst: een beschrijving
Belangrijk verschil: tijdelijk (intern) geheugen en opslag (harde schijf), runtime in het
geheugen van het programma
Eiffel
• Relatief eenvoudig
• Uitgevonden door een Zwitserse prof
• Feit: niet veel gebruikt in de reële wereld
• …
Maar: populariteit van ene programmeertaal is toch tijdsgebonden, keuze v/d
programmeertaal zal in een bedrijf meestal niet door jou worden gemaakt.
Dit vak gaat over het concept OGP en eiffel is heel puur op OGP-vlak, codeboard.io
1.3 Klassen vs. Objecten
Vb. met Boris J. en Donald T., hen acties laten doen
Klasse(n): persoon en doolhof
Met objecten in die klassen zoals boris en trump.
Een object uit de klasse persoon moet - Gegevens kunnen bijhouden: x en y positie
- Moet acties kunnen uitvoeren: ga omlaag,
omhoog, naar rechts
Per klasse is er een klassentekst: opgeslagen als “platte” tekst, code, in een bestand
Bv. “persoon.e”
Het is een oplijsting van de features – de eigenschappen- die de objecten die tot die klasse
behoren zullen voldoen
Met 2 soorten: routines en onthouden (attributen)
We moeten heel duidelijk omschrijven wat de computer moet doen bij bijvoorbeeld de actie
die wij benoemen tot “ga omhoog”
Klassentekst wordt apart opgeslagen per klasse (bv. persoon.e en doolhof.e)
Beschrijving van een klasse eindigt met “end”
Conventie klasse-definitie/naam: ALTIJD IN HOOFDLETTERS
Klasse INTEGER is vooraf gedefinieerd
Bij een klasse wordt “create” gebruikt om aan te duiden welke routine(naam) die wordt
gebruikt om bij het aanmaken van een object van die klasse verder in het programma, die
routine die verder in de klasse wordt gedefinieerd, wordt uitgevoerd als eerste.
1.4 Visuele voorstelling
OGP bestaat vaak uit vele klassen, die soms beter visueel kunnen worden geordend,
overzicht behouden
Visueel overzicht is handig, maar niet essentieel. (Niet noodzakelijk voor het examen bv.)
