100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Extracellulaire signalen en het secretoom

Rating
-
Sold
-
Pages
11
Uploaded on
16-11-2025
Written in
2025/2026

Dit is een samenvatting van de les gegeven door Prof. Van Delen bij het vak Medische Celbiologie. Dit vak wordt gegeven in de 2de master biomedische wetenschappen, afstudeerrichting Moleculaire Mechanismen van Ziektes. De samenvatting is gebaseerd op de gegeven powerpoint en mijn eigen notities.

Show more Read less
Institution
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
November 16, 2025
Number of pages
11
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Extracellulaire signalen en het secretoom
(Prof. Van Delen)
1. Extracellulaire signalen
 Signalen die door cellen worden afgescheiden om andere cellen te
beïnvloeden
o Intercellulaire communicatie.
 Belangrijke rol in talloze fysiologische processen, zoals homeostase,
immuunresponsen, ziekteprogressie enz.
 Extracellulaire signalen ∼ Secretoom
o Secretoom heeft meer betrekken tot wat erin zit terwijl extracellulaire
signalen meer over de processen gaat


2. Cellulair secretoom
 Een complexe verzameling van alle moleculen en biologische factoren die door
een cel worden afgescheiden naar de extracellulaire ruimte.
 Gecodeerd door ongeveer 10-15% van het menselijk genoom.
 Dynamisch, veranderlijk afhankelijk van stimuli en micro-omgeving van de
ouderlijke cel.
o Afhankelijk van waar we onze cel zetten gaat het secretoom een andere
functie hebben
o Is dus niet statisch maar veranderd afhankelijk van de micro-omgeving
en stimuli rondom de cel
 Secretoom is een weerspiegeling van je parentale cel


2.1. Componenten van het secretoom
2.1.1.Lipiden
 Binden vooral aan de GPCR’s en kunnen op die manier vanuit EC ruimte
een functie uitvoeren op de cel
 Eicosanoïden: vetten die ong 20 C verbindingen lang zijn  verschillende
subklassen  3 belangrijke prostanoïden
o Prostanoïden: ringstructuur in chemische formule
 Zowel pro als anti inflammatoir  dit kan zelfs beide binnen
dezelfde stof
 In micromolair: immuunsupres
 Nanomolair: pro-inflammatoir
 => afhankelijk van hoeveelheid dus ander effect
o Lipoxines: worden niet in 1 cel gemaakt  gemaakt door proces
dat trans cellulaire biosynthese wordt genoemd
 Louter anti-inflammatoir
o Leukotriënen: regulatie WBC (initieel gedacht) maar eigenlijk is het
veel meer dan dat enkel
 Pro-inflammatoir  maar recent onderzoek heeft ook anti-
inflammatoire reacties gezien
 Etherlipiden: stof die betrokken is in aggregatie van plaatjes
 Vrije vetzuren (FFA): niet gebonden aan andere moleculen (geen
glycerolfosfaat backbone)


1

, o => bij eicosanoïden en ether: binden selectief aan GPCR maar bij
FFA is dat minder selectief  hoge conc aan Ffa nodig om effect te
hebben binnen de cel
 Vb: prostaglandine E2 functies in immuniteit (supressie T-cel activatie), VD
zacht spierweefsel

2.1.2.Proteinen
 Cytokines: signaal EW in het immuunsysteem  reacties uitwerken  pro
en anti-inflammatoir
o Chemokines: rol in migratie van cellen  in geval van inflammatie
juiste cellen aandrijven
o Interleukines: pro-inflammatoir versus anti-inflammatoir (IL-1β
versus IL-10)
 IL = stof die door leukocyten werd geproduceerd
 IL-1beta en IL-10 geprod door macrofagen maar ander effect
 IL-1B: pro-inflammatoir  geproduceerd door macrofagen en
DC
 IL-10: anti-inflammatoir  geproduceerd door macrofagen en
DC  IL-10 op R dan gaat er veel gebeuren  gaat
uiteindelijk leiden tot de supressie van SOX3
 Trofische factoren
o Hersenenafgeleide neurotrofe factor (BDNF), VEGF…
 BDNF  in zenuwstelsel geproduceerd  betrokken in
aanmaak van myeline  oligodendrocyten differentiatie
sturen
 Enzymen, eiwithormonen…: meeste hormonen zijn geen EW dus proteïne
hormonen zijn iets anders

2.1.3.Extracellulaire matrix en structurele componenten
 Uitgescheiden eiwitten en polysacchariden die een structureel raamwerk
vormen buiten de cellen
o Collageen
o Fibronectine : heeft in zijn sequentie 3 alternatieve splicing sites 
expressie van fibronectin is dus heel weefselspecifiek
 Als T-cellen moeten migreren  gaan minder snel door dense
matrix (als collageen hard gecorsslinkt is)  T-cellen gaan
liever kiezen voor een matrix van fibronectin
o Laminine
o ECM-fragmenten zelf (bijv. fibronectinefragmenten)
 Belangrijke rol bij celmigratie!

2.1.4.Nucleïnezuren
 'Vrij' RNA versus verpakt RNA
o RNA in ECM gebeurt redelijk veel  tricky want RNA op zichzelf is
heel onstabiel en in ECM is er veel RNA’sen aanw dus dan wordt het
afgebroken
o Extracellulair RNA  wanneer het niet volledig cel vrij RNA is
 Subtypes van RNA
 miRNA
o miR-155 versus miR146a



2

,  Volledige RNA molecule gaan we weinig tegenkomen want het
is onstabiel dus je gaat meer miRNA voorkomen en small
nucleor RNA
 miR-155 (pro-inflammatoir) en miR146a (anti-inflammatoir) 
in immuunsysteem belangrijk
 cfDNA als biomarkers voor celbeschadiging of tumoren

2.1.5.Metabolieten
 'Kleine moleculen, tussenproducten of eindproducten van metabolische
reacties'
 Aminozuurmetabolisme
o Kynunerine (Trp) : kan een anti-inflammatoir effect geven op cel
 Energiemetabolisme
o Lactaat: neurovisueel vs. adipocyten vs. immuniteit
 Lactaat is een EW dat betrokken is in vroege ontwikkeling
voor de inductie van de neurovisuele pathways/zenuwen 
ook invloed op insuline homeostase  opgenomen door
adipocyten, lipolyse onderdrukken

2.1.6.Extracellulaire vesicels
 'Nano-membraanvesikels begrensd door een lipidedubbellagen en
vrijgegeven door alle cellen'
 Bioactieve moleculen als ‘lading’
o Heterogeen, weerspiegeling van de oorspronkelijke cel
 Wordt op natuurlijke wijze en bij prikkels vrijgegeven
o Bv immunologische synapsen
o Elk extracel vesicles neemt een cargo met zich mee  niet naar
buiten gesecreteerd maar in zichzelf houden dus een blaasje met
vanalles in
 Cargo is replectief van parentale cel  immuuncel zal cargo
hebben die ook immuunfunctie heeft
o Op natuurlijke wijze gesecreteerd of obv stimuli
 T-cel geactiveerd  vesikels secreteren in hoge mate na de
DC
 Unieke kenmerken
o Overschrijdt biologische grenzen, beschermt lading
 Kunnen over biologische barrieres zoals BHB  ook in ons gut


2.2. Secretoom
Dynamisch, veranderlijk afhankelijk van prikkels en micro-omgeving van de
ouderlijke cel.

2.2.1.Macrofaag secretoom
 Een macrofaag kan polariseren naar een M1 (pro inflammatoir) of M2
macrofaag (anti-inflammatoir)  zelfde cel die in andere omgeving is
gezet (pro of anti inflam)
 Micro-omgeving waarin cel zit  invloed op secretoom
o IFN kan gaan differentiëren tot M1 state
o IL differentiëren tot M2 state



3
£4.06
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
WillemsenAmber
4.0
(1)

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
WillemsenAmber Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
10
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
44
Last sold
1 day ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions