Biologie
HF 2:
• dieren en dus ook de mensen
2.5.1. Indeling van het dierenrijk
- Het is eigen aan wetenschap dat kennis evolueert en dat sommige
inzichten kunnen veranderen op basis van nieuw bewijsmateriaal.
- Indeling dierenrijk is gebaseerd op genetische verwantschap.
- De voorlopers van de dieren zijn → protisten met een zweephaar. Het
waarschijnlijk ui een koloniale vorm dat de dieren ontstaan zijn.
- Dieren:
• zijn meercellige wezens waarbij elke cel een celkern en celmembraan
heeft, geen celwand (planten).
Plant Dier
• Ze kunnen hun voedsel ook niet zelf aanmaken uit zonlicht.
,• Dieren worden beschouwt al consumenten (heterotrofen), omdat ze
suikers gebruiken als brandstof die hoofdzakelijk door de planten en
algen worden aangemaakt.
• Alle dieren zijn op een bepaald moment in hun leven mobiel.
De spons: een kolonie van cellen
- Bij de sponzen kan je duidelijk zien dat dieren ontstaan zijn uit een
kolonie van cellen.
- Sponzen:
• Zijn meercellige dieren
• Hebben geen echte weefsels of organen.
• Skelet bestaande uit kalk- of kiezelnaalden of hoornvezels.
• Een spons is een soort buis waarvan het ene uiteinde vast zit.
• Bestaan uit een grote groep van cellen die samen een
lichaam opbouwen en een waterstroom genereren.
Via de kleine openingen in de wand wordt water naar
binnen gezogen en via de grote opening van de buis vloeit
het water terug naar buiten
• Een spons kan zelf de waterstroom regelen.
• Elke cel in de spons neemt zelf zijn eigen zuurstof op uit het water en
geeft koolzuurgas af.
• Alle cellen nemen ook hun eigen voedsel op uit het water, hoewel niet
alle cellen hetzelfde eten en sommige cellen andere cellen
bevoorraden.
• Elke cel kan op zich functioneren toont het mixerexperiment.
Sponzen door de blender, tijdje laten staan → vorming van nieuwe
sponzen. Dit is ook de manier hoe ze worden gekweekt.
• Sponzen kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten maar ook
geslachtelijk met zaadcellen en eicellen. (larve)
• Zenuwen, bloedvaten of zintuigen zul je in sponzeen niet vinden.
, Neteldier: een darmzak en tentakels
- Vb. kwallen, anemonen, koralen en poliepen.
- Neteldieren:
• Hebben weefsels en organen.
Weefsels bestaan uit gelijkaardige cellen die eenzelfde functie hebben
en met elkaar verbonden zijn. (sperweefsel, vetweefsel)
Organen bestaan uit verschillende weefsels die samenwerken. (hart,
longen)
• De eerste met zenuwen en spiervezels.
• Sommige hebben kleine oogjes en evenwichtsorganen →
zwembewegingen uitvoeren.
• Ze hebben geen voor of achterkant, ze zijn straalsgewijs
symmetrisch.
• Een soort levend darmzak. De mond = de anus
• Met hun tentakels met daarop netelcellen vangen ze kleine
kreeftachtigen visjes of andere kwallen. De netelcellen zijn een soort
van harpoenen die afgaan als een netelhaar aangeraakt wordt. (gif)
• Ze hebben gespecialiseerde voortplantingsstructuren die eicellen
en zaadcellen produceren. Door knopvorming kunnen ze zich ook
ongeslachtelijk voortplanten.
, Oermondigen
- Door genetische analyses weten we sinds ongeveer 20 jaar dat de
onderlinge verwantschappen tussen de groepen anders zijn dan dat we
tot nu toe dachten.
- Oermondigen:
• De dieren die we vanaf nu zullen tegenkomen zijn tweezijdig
symmetrisch.
• Ze hebben een voorkant en een achterkant.
• 2 groepen van dieren:
1ste groep is die van de oermondigen, waarbij de embryonale stadium
de eerste opening van het spijsverteringsstelsel de mond wordt en de
tweede de anus.
Op basis van DNA-analyses en het uitzicht van de larven wordt binnen
de oermondigen een groep gemaakt met daarbinnen:
o De platwormen
o De ringwormen
o De weekdieren
o De rondwormen
o De geleedpotigen
- Gemeenschappelijke kenmerk is dat ze vervellen.
Platwormen: de eerste hersenen
- Werden lang beschouwd als de meest primitieve
tweezijdig symmetrische dieren.
- Platwormen:
• De meeste bezitten ogen en de informatie daarvan wordt verwerkt in
zenuwknooppunten = de eerste hersenen.
HF 2:
• dieren en dus ook de mensen
2.5.1. Indeling van het dierenrijk
- Het is eigen aan wetenschap dat kennis evolueert en dat sommige
inzichten kunnen veranderen op basis van nieuw bewijsmateriaal.
- Indeling dierenrijk is gebaseerd op genetische verwantschap.
- De voorlopers van de dieren zijn → protisten met een zweephaar. Het
waarschijnlijk ui een koloniale vorm dat de dieren ontstaan zijn.
- Dieren:
• zijn meercellige wezens waarbij elke cel een celkern en celmembraan
heeft, geen celwand (planten).
Plant Dier
• Ze kunnen hun voedsel ook niet zelf aanmaken uit zonlicht.
,• Dieren worden beschouwt al consumenten (heterotrofen), omdat ze
suikers gebruiken als brandstof die hoofdzakelijk door de planten en
algen worden aangemaakt.
• Alle dieren zijn op een bepaald moment in hun leven mobiel.
De spons: een kolonie van cellen
- Bij de sponzen kan je duidelijk zien dat dieren ontstaan zijn uit een
kolonie van cellen.
- Sponzen:
• Zijn meercellige dieren
• Hebben geen echte weefsels of organen.
• Skelet bestaande uit kalk- of kiezelnaalden of hoornvezels.
• Een spons is een soort buis waarvan het ene uiteinde vast zit.
• Bestaan uit een grote groep van cellen die samen een
lichaam opbouwen en een waterstroom genereren.
Via de kleine openingen in de wand wordt water naar
binnen gezogen en via de grote opening van de buis vloeit
het water terug naar buiten
• Een spons kan zelf de waterstroom regelen.
• Elke cel in de spons neemt zelf zijn eigen zuurstof op uit het water en
geeft koolzuurgas af.
• Alle cellen nemen ook hun eigen voedsel op uit het water, hoewel niet
alle cellen hetzelfde eten en sommige cellen andere cellen
bevoorraden.
• Elke cel kan op zich functioneren toont het mixerexperiment.
Sponzen door de blender, tijdje laten staan → vorming van nieuwe
sponzen. Dit is ook de manier hoe ze worden gekweekt.
• Sponzen kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten maar ook
geslachtelijk met zaadcellen en eicellen. (larve)
• Zenuwen, bloedvaten of zintuigen zul je in sponzeen niet vinden.
, Neteldier: een darmzak en tentakels
- Vb. kwallen, anemonen, koralen en poliepen.
- Neteldieren:
• Hebben weefsels en organen.
Weefsels bestaan uit gelijkaardige cellen die eenzelfde functie hebben
en met elkaar verbonden zijn. (sperweefsel, vetweefsel)
Organen bestaan uit verschillende weefsels die samenwerken. (hart,
longen)
• De eerste met zenuwen en spiervezels.
• Sommige hebben kleine oogjes en evenwichtsorganen →
zwembewegingen uitvoeren.
• Ze hebben geen voor of achterkant, ze zijn straalsgewijs
symmetrisch.
• Een soort levend darmzak. De mond = de anus
• Met hun tentakels met daarop netelcellen vangen ze kleine
kreeftachtigen visjes of andere kwallen. De netelcellen zijn een soort
van harpoenen die afgaan als een netelhaar aangeraakt wordt. (gif)
• Ze hebben gespecialiseerde voortplantingsstructuren die eicellen
en zaadcellen produceren. Door knopvorming kunnen ze zich ook
ongeslachtelijk voortplanten.
, Oermondigen
- Door genetische analyses weten we sinds ongeveer 20 jaar dat de
onderlinge verwantschappen tussen de groepen anders zijn dan dat we
tot nu toe dachten.
- Oermondigen:
• De dieren die we vanaf nu zullen tegenkomen zijn tweezijdig
symmetrisch.
• Ze hebben een voorkant en een achterkant.
• 2 groepen van dieren:
1ste groep is die van de oermondigen, waarbij de embryonale stadium
de eerste opening van het spijsverteringsstelsel de mond wordt en de
tweede de anus.
Op basis van DNA-analyses en het uitzicht van de larven wordt binnen
de oermondigen een groep gemaakt met daarbinnen:
o De platwormen
o De ringwormen
o De weekdieren
o De rondwormen
o De geleedpotigen
- Gemeenschappelijke kenmerk is dat ze vervellen.
Platwormen: de eerste hersenen
- Werden lang beschouwd als de meest primitieve
tweezijdig symmetrische dieren.
- Platwormen:
• De meeste bezitten ogen en de informatie daarvan wordt verwerkt in
zenuwknooppunten = de eerste hersenen.