1
, OPSTAL EN ERFRECHT
Erfpacht
Erfpacht of cijnspacht is een zakelijk recht (ontstaan uit een overeenkomst), afgesloten voor een zeer
lange duur (minimum 27 tot maximum 99 jaar), waarbij de erfpachter, tegen betaling van een jaarlijkse
cijns, voor de duur van de erfpacht ten volle genot heeft van een stuk grond (zoals een eigenaar),
zonder er eigenaar van te zijn.
Tegenstelling tot een huurrecht is erfpacht een zakelijk recht dus kan worden verkocht,
gehypothekeerd enz.
De erfpachter heeft het beschikkingsrecht over de grond zelf, maar wel over alle mogelijke rechten op
die grond (binnen de looptijd van de erfpachtovereenkomst).
Hij mag dus bv een erfdienstbaarheid of een vruchtgebruik op de grond vestigen.
De erfpachter oefent alle rechten van de eigenaar uit (maar moet ook alle belastingen betalen,
inbegrepen de grondbelastingen). Hij mag enkel de waarde van het erf niet verminderen.
Erfpacht werd destijds ontwoepen als een formule die een huurder moest toelaten investeringen te
doen op lange termijn, in het bijzonder voor de ontginning gronden (bv. moerassen) voor de landbouw.
Tegenwoordig volstaan meestal de voorwaarden van de gewone pachtovereenkomst (wet 4 november
1969), met een minimumduur van 9 jaar en een zeer sterke bescherming van de pachter tegen
opzegging van de pachtovereenkomst door de eigenaar.
De erfpacht heeft nochtans een hernieuwd praktisch belang gekregen in het kader van het grondbeleid
van de overheid.
In plaats van de gronden die ze bezit te verkoop gaat de overheid meer en meer het eigendomsrecht
behouden en de gronden in erfpacht geven aan bedrijven die er dan industriegebouwen,
2
, OPSTAL EN ERFRECHT
Erfpacht
Erfpacht of cijnspacht is een zakelijk recht (ontstaan uit een overeenkomst), afgesloten voor een zeer
lange duur (minimum 27 tot maximum 99 jaar), waarbij de erfpachter, tegen betaling van een jaarlijkse
cijns, voor de duur van de erfpacht ten volle genot heeft van een stuk grond (zoals een eigenaar),
zonder er eigenaar van te zijn.
Tegenstelling tot een huurrecht is erfpacht een zakelijk recht dus kan worden verkocht,
gehypothekeerd enz.
De erfpachter heeft het beschikkingsrecht over de grond zelf, maar wel over alle mogelijke rechten op
die grond (binnen de looptijd van de erfpachtovereenkomst).
Hij mag dus bv een erfdienstbaarheid of een vruchtgebruik op de grond vestigen.
De erfpachter oefent alle rechten van de eigenaar uit (maar moet ook alle belastingen betalen,
inbegrepen de grondbelastingen). Hij mag enkel de waarde van het erf niet verminderen.
Erfpacht werd destijds ontwoepen als een formule die een huurder moest toelaten investeringen te
doen op lange termijn, in het bijzonder voor de ontginning gronden (bv. moerassen) voor de landbouw.
Tegenwoordig volstaan meestal de voorwaarden van de gewone pachtovereenkomst (wet 4 november
1969), met een minimumduur van 9 jaar en een zeer sterke bescherming van de pachter tegen
opzegging van de pachtovereenkomst door de eigenaar.
De erfpacht heeft nochtans een hernieuwd praktisch belang gekregen in het kader van het grondbeleid
van de overheid.
In plaats van de gronden die ze bezit te verkoop gaat de overheid meer en meer het eigendomsrecht
behouden en de gronden in erfpacht geven aan bedrijven die er dan industriegebouwen,
2