DOELGROEPEN 2
2018 - 2019
RAIN DE PRINS
,HOOFDSTUK 1: PERSONEN MET VISUELE BEPERKING
1.1 TERMINOLOGIE
Een persoon met een visuele beperking, bij deze term gaat het om een zeer verscheiden populatie binnen de
orthopedagogiek.
Een goede visuele waarneming berust op vele uiteenlopende visuele functies zoals kleurenzicht, gezichtsveld,
contrastgevoeligheid, licht-donker adaptatie, dieptezicht, oogbeweging en gezichtsscherpte.
OFTALMOLOGISCHE INDE LING
De oftalmologische, oogheelkundige of kortweg medische definiëring en indeling is gebaseerd op het vaststellen
of meten van het visuele waarnemingsvermogen. Voor de officiële definitie van slechtziendheid en blindheid zijn
vooral de gezichtsscherpte en gezichtsveld belangrijk. Ernstige stoornissen van één van beide of beide samen,
maken dat iemand beschouwd wordt als een persoon met visuele beperkingen, die een handicap met zich
kunnen meebrengen.
Beperkingen van andere functies -> kunnen gevolgen hebben voor ontwikkeling en beleving van de persoon.
Deze beperkingen -> in combinatie met een verminderde gezichtsscherpte en/of een verminderd gezichtsveld.
Gezichtsscherpte of visus
De gezichtsscherpte of visus laat toe de bijzonderheden en vormen van voorwerpen
te onderscheiden.
Maat om 2 dicht bij elkaar gelegen punten op een bepaalde afstand nog
gescheiden waar te nemen of dus de maat voor de kleinste details die iemand nog
kan onderscheiden
Gezichtsscherpte wordt bepaald door grootte van kleinste voorwerp dat op bep
afstand duidelijk gezien kan worden. Zowel de grootte als de afstand waarop het
voorwerp zich bevindt, bepalen de grootte van het netvliesbeeld. Dit kan zowel voor
verziend als bijziend. De ogen worden ook afzonderlijk en samen getest.
Gezichtsscherpte Screeninginstrument: E-figuren of de onderbroken cirkels
veraf Tekens met bep grootte die door normaal oog herkend moeten worden
Bepaalde grootte voor 60, 36, 24, 12, 9 en 6 meter
Letter met waarde 6 wordt op 6 meter herkend visus van 6/6 of 1
Letter met waarde 36 wordt op 6 meter herkend visus van 6/36 (slecht)
o De breuk 1/6 betekent dat de persoon pas op 1 meter afstand ziet wat
een normaal ziende op 6 meter kan zien
De gezichtsscherpte of visus wordt uitgedrukt in een breuk:
De afstand waarop iemand een voorwerp scherp ziet
Afstand waarop iemand met een normaal gezichtsvermogen dit voorwerp ziet
Gezichtsscherpte Screeningsinstrument: leeskaarten met letters en cijfers
dichtbij Houdt men op 30 cm van de ogen
Testresultaten op deze afstand -> minder betrouwbaar -> voorzichtig interpreteren
► Men gebruikt enkel resultaten op test voor veraf zien om visus formeel uit te drukken
Jonge kinderen Meten van visus: Geautomatiseerde auto – en photorefractometer
of kinderen met Gebeurt rond 12 maanden, om lui oog te detecteren => luie hersenen
meervoudige Bij kleuters worden er ook een soort leeskaarten gebruikt, maar dan met figuurtjes
beperking in plaats van letters
Persoon wordt als blind beschouwd als gezichtsscherpte van het beste oog, met correctie dor bril of lenzen, op
afstand minder dan 1/20 is. Deze persoon heeft meestal nog wel visuele mogelijkheden, maar moet wss braille
leren.
1
,Persoon wordt als zwaar slechtziend beschouwd als het gezichtsvermogen op afstand van het beste oog, met
correctie door een bril of lenzen, hoger is dan 1/20, maar lager of gelijk aan 3/10.
Grens slechtziendheid en blind niet overal gelijk meningsverschillen
Gezichtsveld
Belangrijk om te meten omdat niet alle visuele handicaps via het meten van de
gezichtsscherpte vastgesteld kunnen worden, zoals blinde vlekken in het gezichtsveld of
een kokervormig blikveld
Het gezichtsveld = gebied dat je kan zien als je het hoofd en de ogen volkomen stil houdt.
De gezichtsvelden van beide ogen overlappen elkaar voor een deel.
We zien enkel scherp in centrale gezichtsveld door gele vlek (centrale deel netvlies)
► Hier liggen kegeltjes waarmee we scherp zien in het daglicht en kleuren zien
Rest van netvlies -> hiermee zien we onscherp. Dit is het perifeer gezichtsveld
► Rol van waarschuwingsapparaat en is noodzakelijk voor oriëntering
► Door staafjes kunnen we in de nacht zien
Het meten gebeurt met een perimeter. Dit is een koepel met centraal een spiegeltje
waarop de persoon zijn blik moet fixeren. Ondertussen beweegt een lichtje door de
koepel. De persoon geeft aan wanneer hij het lichtje waarneemt, zonder ernaar te
zoeken. Het kan pas vanaf de leeftijd van 6 uitgevoerd worden.
Normaal gezichtsveld Horizontaal 160° en verticaal 130°
Blind gezichtsveld 20° of minder
INDELING VOLGENS LOK ALISATIE VAN HET LET SEL
De visuele stoornissen kunnen ook ingedeeld worden naar de plaats waar de stoornis zich voordoet. De plaats
waar de stoornis gelokaliseerd wordt, kan verschillende gevolgen hebben.
Het optische systeem bestaat uit beide ogen, de gezichtsbanen en het optisch centrum in de hersenen. Er wordt
een onderscheid gemaakt tussen stoornissen aan de ogen of oculaire stoornissen (OVS) en deze aan de
gezichtsbanen of het optisch centrum in de hersenen (CVS).
Oculaire visuele stoornissen (OVS)
Stoornis aan de ogen en oogspieren
Maculadegeneratie • Werking kegeltjes is verstoord en niets scherps meer waarnemen
• Zwarte vlek verschijnt op de focus
Gezichtsscherpte neemt af ten gevolge van het afsterven van kegeltjes in de gele
vlek (macula lutea) in het centrale gedeelte van het netvlies
Ablatio retina/ • Scheurtjes in netvlies -> bacteriën naar hersenen
netvliesloslating • Floaters
• Migraine, duizeligheid, zien van bliksemschichten
Het loslaten van het netvlies van het oog waardoor blindheid ontstaat
Retinitis pigmentosa/ • Kokerzicht
pigmentdegeneratie • Werking van staafjes is verstoord
• Vernauwd gezichtsveld
• Erfelijk en leeftijdsgebonden
De staafjes, lichtgevoelige cellen in het netvlies van het oog, afsterven en dat in het
netvlies schadelijk pigment wordt afgezet
2
, Cataract/ grijze staar • Lens wordt grijs of vertroebeld
• Ouderdomsverschijnsel
• Oplossing: lenstransplantatie -> artificiële lens
Vertroebeling van ooglens waardoor het zicht vermindert
Nystagmus • Oogspieren reageren niet gecoördineerd
• Ogen gaan heel snel naar links of rechts
• Persoon zelf heeft geen last
Oogsiddering, ongecontroleerde snelle beweging van het oog
Glaucoom • Oogboldruk
• Staafjes worden afgebroken
• Verscheurd netvlies, vernauwd gezichtsveld
• Vocht achter ogen
• Oplossing: bepaalde oogdruppels
Beschadiging van uitlopers van de oogzenuw waarbij beperking of uitval van vooral
het perifere gezichtsveld optreedt
Cerebrale visuele stoornissen (CVS)
Stoornis aan de gezichtszenuwbanen en optisch centrum hersenen. CVS komt vaker voor bij mensen met een
meervoudige beperking.
• Ze kunnen zich op verschillende manieren uiten.
Moeilijkheden met het richten van blik
Korte aandacht
Kijken is afhankelijk van de houding
Al dan niet vertrouwd zijn met omgeving
• Verschillend profiel bij
Aangeboren CVS: diffuus en sterk evoluerend
Niet Aangeboren CVS: afgelijnde functie-uitval
FUNCTIONELE INDELING
Een visuele beperking heeft voor de ontwikkeling en opvoeding van een kind grote gevolgen. De functionele
indeling baseert zich op het resterend gezichtsvermogen en de nodige begeleiding.
Er wordt dus gekeken naar wat iemand wel nog kan door onderscheid te maken tussen:
1. Geen enkele visuele reactie
2. Minimale visuele reactie
Verbetering visueel functioneren mogelijk door medische ingreep of stimulering visueel systeem
Grens blind en slechtziend: soms worden kinderen als blind gediagnosticeerd, goede diagnostische
procedures zijn belangrijk
3. Visueel oriënterend maar verstoord in gezichtsscherpte, gezichtsveld of zien van kleuren
Aangeduid als zijnde slechtziend
Aard en omvang van beperking en daaruit voortvloeiende handicap kan zeer verschillen
We kunnen afleiden dat hét blinde of slechtziende kind niet bestaat. Visuele stoornissen zijn zeer verschillend en
hebben een diverse invloed op het functioneren. Dit maakt dat elk kind met een visuele beperking uniek is.
3
2018 - 2019
RAIN DE PRINS
,HOOFDSTUK 1: PERSONEN MET VISUELE BEPERKING
1.1 TERMINOLOGIE
Een persoon met een visuele beperking, bij deze term gaat het om een zeer verscheiden populatie binnen de
orthopedagogiek.
Een goede visuele waarneming berust op vele uiteenlopende visuele functies zoals kleurenzicht, gezichtsveld,
contrastgevoeligheid, licht-donker adaptatie, dieptezicht, oogbeweging en gezichtsscherpte.
OFTALMOLOGISCHE INDE LING
De oftalmologische, oogheelkundige of kortweg medische definiëring en indeling is gebaseerd op het vaststellen
of meten van het visuele waarnemingsvermogen. Voor de officiële definitie van slechtziendheid en blindheid zijn
vooral de gezichtsscherpte en gezichtsveld belangrijk. Ernstige stoornissen van één van beide of beide samen,
maken dat iemand beschouwd wordt als een persoon met visuele beperkingen, die een handicap met zich
kunnen meebrengen.
Beperkingen van andere functies -> kunnen gevolgen hebben voor ontwikkeling en beleving van de persoon.
Deze beperkingen -> in combinatie met een verminderde gezichtsscherpte en/of een verminderd gezichtsveld.
Gezichtsscherpte of visus
De gezichtsscherpte of visus laat toe de bijzonderheden en vormen van voorwerpen
te onderscheiden.
Maat om 2 dicht bij elkaar gelegen punten op een bepaalde afstand nog
gescheiden waar te nemen of dus de maat voor de kleinste details die iemand nog
kan onderscheiden
Gezichtsscherpte wordt bepaald door grootte van kleinste voorwerp dat op bep
afstand duidelijk gezien kan worden. Zowel de grootte als de afstand waarop het
voorwerp zich bevindt, bepalen de grootte van het netvliesbeeld. Dit kan zowel voor
verziend als bijziend. De ogen worden ook afzonderlijk en samen getest.
Gezichtsscherpte Screeninginstrument: E-figuren of de onderbroken cirkels
veraf Tekens met bep grootte die door normaal oog herkend moeten worden
Bepaalde grootte voor 60, 36, 24, 12, 9 en 6 meter
Letter met waarde 6 wordt op 6 meter herkend visus van 6/6 of 1
Letter met waarde 36 wordt op 6 meter herkend visus van 6/36 (slecht)
o De breuk 1/6 betekent dat de persoon pas op 1 meter afstand ziet wat
een normaal ziende op 6 meter kan zien
De gezichtsscherpte of visus wordt uitgedrukt in een breuk:
De afstand waarop iemand een voorwerp scherp ziet
Afstand waarop iemand met een normaal gezichtsvermogen dit voorwerp ziet
Gezichtsscherpte Screeningsinstrument: leeskaarten met letters en cijfers
dichtbij Houdt men op 30 cm van de ogen
Testresultaten op deze afstand -> minder betrouwbaar -> voorzichtig interpreteren
► Men gebruikt enkel resultaten op test voor veraf zien om visus formeel uit te drukken
Jonge kinderen Meten van visus: Geautomatiseerde auto – en photorefractometer
of kinderen met Gebeurt rond 12 maanden, om lui oog te detecteren => luie hersenen
meervoudige Bij kleuters worden er ook een soort leeskaarten gebruikt, maar dan met figuurtjes
beperking in plaats van letters
Persoon wordt als blind beschouwd als gezichtsscherpte van het beste oog, met correctie dor bril of lenzen, op
afstand minder dan 1/20 is. Deze persoon heeft meestal nog wel visuele mogelijkheden, maar moet wss braille
leren.
1
,Persoon wordt als zwaar slechtziend beschouwd als het gezichtsvermogen op afstand van het beste oog, met
correctie door een bril of lenzen, hoger is dan 1/20, maar lager of gelijk aan 3/10.
Grens slechtziendheid en blind niet overal gelijk meningsverschillen
Gezichtsveld
Belangrijk om te meten omdat niet alle visuele handicaps via het meten van de
gezichtsscherpte vastgesteld kunnen worden, zoals blinde vlekken in het gezichtsveld of
een kokervormig blikveld
Het gezichtsveld = gebied dat je kan zien als je het hoofd en de ogen volkomen stil houdt.
De gezichtsvelden van beide ogen overlappen elkaar voor een deel.
We zien enkel scherp in centrale gezichtsveld door gele vlek (centrale deel netvlies)
► Hier liggen kegeltjes waarmee we scherp zien in het daglicht en kleuren zien
Rest van netvlies -> hiermee zien we onscherp. Dit is het perifeer gezichtsveld
► Rol van waarschuwingsapparaat en is noodzakelijk voor oriëntering
► Door staafjes kunnen we in de nacht zien
Het meten gebeurt met een perimeter. Dit is een koepel met centraal een spiegeltje
waarop de persoon zijn blik moet fixeren. Ondertussen beweegt een lichtje door de
koepel. De persoon geeft aan wanneer hij het lichtje waarneemt, zonder ernaar te
zoeken. Het kan pas vanaf de leeftijd van 6 uitgevoerd worden.
Normaal gezichtsveld Horizontaal 160° en verticaal 130°
Blind gezichtsveld 20° of minder
INDELING VOLGENS LOK ALISATIE VAN HET LET SEL
De visuele stoornissen kunnen ook ingedeeld worden naar de plaats waar de stoornis zich voordoet. De plaats
waar de stoornis gelokaliseerd wordt, kan verschillende gevolgen hebben.
Het optische systeem bestaat uit beide ogen, de gezichtsbanen en het optisch centrum in de hersenen. Er wordt
een onderscheid gemaakt tussen stoornissen aan de ogen of oculaire stoornissen (OVS) en deze aan de
gezichtsbanen of het optisch centrum in de hersenen (CVS).
Oculaire visuele stoornissen (OVS)
Stoornis aan de ogen en oogspieren
Maculadegeneratie • Werking kegeltjes is verstoord en niets scherps meer waarnemen
• Zwarte vlek verschijnt op de focus
Gezichtsscherpte neemt af ten gevolge van het afsterven van kegeltjes in de gele
vlek (macula lutea) in het centrale gedeelte van het netvlies
Ablatio retina/ • Scheurtjes in netvlies -> bacteriën naar hersenen
netvliesloslating • Floaters
• Migraine, duizeligheid, zien van bliksemschichten
Het loslaten van het netvlies van het oog waardoor blindheid ontstaat
Retinitis pigmentosa/ • Kokerzicht
pigmentdegeneratie • Werking van staafjes is verstoord
• Vernauwd gezichtsveld
• Erfelijk en leeftijdsgebonden
De staafjes, lichtgevoelige cellen in het netvlies van het oog, afsterven en dat in het
netvlies schadelijk pigment wordt afgezet
2
, Cataract/ grijze staar • Lens wordt grijs of vertroebeld
• Ouderdomsverschijnsel
• Oplossing: lenstransplantatie -> artificiële lens
Vertroebeling van ooglens waardoor het zicht vermindert
Nystagmus • Oogspieren reageren niet gecoördineerd
• Ogen gaan heel snel naar links of rechts
• Persoon zelf heeft geen last
Oogsiddering, ongecontroleerde snelle beweging van het oog
Glaucoom • Oogboldruk
• Staafjes worden afgebroken
• Verscheurd netvlies, vernauwd gezichtsveld
• Vocht achter ogen
• Oplossing: bepaalde oogdruppels
Beschadiging van uitlopers van de oogzenuw waarbij beperking of uitval van vooral
het perifere gezichtsveld optreedt
Cerebrale visuele stoornissen (CVS)
Stoornis aan de gezichtszenuwbanen en optisch centrum hersenen. CVS komt vaker voor bij mensen met een
meervoudige beperking.
• Ze kunnen zich op verschillende manieren uiten.
Moeilijkheden met het richten van blik
Korte aandacht
Kijken is afhankelijk van de houding
Al dan niet vertrouwd zijn met omgeving
• Verschillend profiel bij
Aangeboren CVS: diffuus en sterk evoluerend
Niet Aangeboren CVS: afgelijnde functie-uitval
FUNCTIONELE INDELING
Een visuele beperking heeft voor de ontwikkeling en opvoeding van een kind grote gevolgen. De functionele
indeling baseert zich op het resterend gezichtsvermogen en de nodige begeleiding.
Er wordt dus gekeken naar wat iemand wel nog kan door onderscheid te maken tussen:
1. Geen enkele visuele reactie
2. Minimale visuele reactie
Verbetering visueel functioneren mogelijk door medische ingreep of stimulering visueel systeem
Grens blind en slechtziend: soms worden kinderen als blind gediagnosticeerd, goede diagnostische
procedures zijn belangrijk
3. Visueel oriënterend maar verstoord in gezichtsscherpte, gezichtsveld of zien van kleuren
Aangeduid als zijnde slechtziend
Aard en omvang van beperking en daaruit voortvloeiende handicap kan zeer verschillen
We kunnen afleiden dat hét blinde of slechtziende kind niet bestaat. Visuele stoornissen zijn zeer verschillend en
hebben een diverse invloed op het functioneren. Dit maakt dat elk kind met een visuele beperking uniek is.
3