Infuustherapie
Osmose
Permeabele membraam laat water door maar geen moleculen. Door osmose gaan de
watermoleculen zich verplaatsen naar de plek waar meer suikermoleculen zijn. zodat
de concentratie aan beide kanten hetzelfde zal zijn.
Infuusvloeistoffen indeling
Toediening via TPN
Volgens osmotische druk
Isotoon = de vloeistof veranderd niet veel aan de samenstelling van de bloedcellen en lichaamsvocht
binnen het lichaam(fysiologisch water) zelfde osmotische druk als bloed etc.
Hypertoon = osmotische druk is hoger dan bloedcellen en lichaamsvocht (glucose >10%)(niet
toedienen met bloed!)
Hypotoon = osmotische druk is lager dan bloedcellen en lichaamsvocht(aqua)
Volgens samenstelling
- Kristalloïden: je hebt elektrolyten met en zonder cal. Ook glucose.
- Colloïdale oplossingen:
Artificieel: dextranen, gelatines en hydroxethylzetmeel
Biologisch: albumines of plasmaproteïnen
Problemen
Perfusiegebonden= als er stoffen binnekomen of reageren die niet in het lichaam horen, of als de lijn
is geknikt en niet doorloopt etc. geen goede houding, rolklem niet open of dicht etc.
Patiëntgebonden= lokale reacties zoals hematoom, flebitis, trombose, embolie, aderontsteking,
anafylactische reactie, luchtembolie, sepsis etc.
Menselijke fout= verkeerde medicatie toegediend, verkeerde hoeveelheid, verkeerde inloopsnelheid.
Preventie complicaties
- Keuze punctieplaats
- Keuze katheter
- Hygiëne
Complicaties en behandeling
- Hematoom
- Flebitis(mechanisch, chemisch en infectieus)
- Verstopping infuus
- Ernstige complicaties: luchtembolie, anafylactische reactie, sepsis, overbelasting van
circulatie
Osmose
Permeabele membraam laat water door maar geen moleculen. Door osmose gaan de
watermoleculen zich verplaatsen naar de plek waar meer suikermoleculen zijn. zodat
de concentratie aan beide kanten hetzelfde zal zijn.
Infuusvloeistoffen indeling
Toediening via TPN
Volgens osmotische druk
Isotoon = de vloeistof veranderd niet veel aan de samenstelling van de bloedcellen en lichaamsvocht
binnen het lichaam(fysiologisch water) zelfde osmotische druk als bloed etc.
Hypertoon = osmotische druk is hoger dan bloedcellen en lichaamsvocht (glucose >10%)(niet
toedienen met bloed!)
Hypotoon = osmotische druk is lager dan bloedcellen en lichaamsvocht(aqua)
Volgens samenstelling
- Kristalloïden: je hebt elektrolyten met en zonder cal. Ook glucose.
- Colloïdale oplossingen:
Artificieel: dextranen, gelatines en hydroxethylzetmeel
Biologisch: albumines of plasmaproteïnen
Problemen
Perfusiegebonden= als er stoffen binnekomen of reageren die niet in het lichaam horen, of als de lijn
is geknikt en niet doorloopt etc. geen goede houding, rolklem niet open of dicht etc.
Patiëntgebonden= lokale reacties zoals hematoom, flebitis, trombose, embolie, aderontsteking,
anafylactische reactie, luchtembolie, sepsis etc.
Menselijke fout= verkeerde medicatie toegediend, verkeerde hoeveelheid, verkeerde inloopsnelheid.
Preventie complicaties
- Keuze punctieplaats
- Keuze katheter
- Hygiëne
Complicaties en behandeling
- Hematoom
- Flebitis(mechanisch, chemisch en infectieus)
- Verstopping infuus
- Ernstige complicaties: luchtembolie, anafylactische reactie, sepsis, overbelasting van
circulatie