1.1 Kennistoets Rechten + Digi
Kennistoets Rechten + Digi 1
Rechten 2
Hoofdstuk 1 2
Hoofdstuk 2 4
Hoofdstuk 3 5
Hoofdstuk 4 7
Hoofdstuk 5 9
Hoofdstuk 6 11
Afkortingen 16
Verplichte arresten 17
Digitale opsporing 20
Digitale sporendragers 20
Informatie (intelligence) 22
,Rechten
Hoofdstuk 1
Doelen en bronnen van strafrecht
recht = geheel van door de overheid uitgevaardigde, voor iedereen geldende regels dat de
samenleving ordent
- privaatrecht = tussen natuurlijke persoon (mensen) onderling
tussen natuurlijke en privaatrechtelijke personen (bedrijven etc.)
overheid speelt geen rol
- publiekrecht = tussen natuurlijke of privaatrechtelijke personen en de overheid
- strafrecht = punitief, gedragingen wordt met straf bedreigd en zijn dus ook strafbaar
- bestuursrecht = andere rechtsbetrekken tussen personen/bedrijven en de overheid
bijvoorbeeld de belasting die men betaalt aan de overheid
Doel van strafrecht
- absolute theorie = gericht op straf
- relatieve theorie = gericht op preventie
om zich in de toekomst te onthouden van verdere strafbare feiten
- speciale preventie = afschrikwekkende werking op de dader
- maatschappelijke preventie = om andere mensen te onthouden van strafbare feiten
Deze soorten preventie kun je wel onderscheiden, maar niet scheiden.
verenigingstheorie = doel is zowel straffen als preventie
materiele strafrecht
- omschrijvingen strafbare handelingen en de daarop gestelde straffen
- diverse vormen van daderschap of mededaderschap
- diverse vormen van uitbreiding daderschap of beperking daarvan
- diverse straffen en maatregelen die aan de dader kunnen worden opgelegd
formele strafrecht -> wetboek van strafvordering
- regels die betrekking hebben op het proces van opsporing en berechting
ook zwijgrecht of het recht op advocaat
- het bewijsrecht
legaliteitsbeginsel -> Wetboek van Strafrecht artikel 1
“geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke bepaling”
dus geen straf zonder voorafgaande strafbepaling
verbod op terugwerkende kracht, geen wraakacties
kapstokartikelen -> artikelen die niet concreet zijn, er vallen veel gedragingen onder
commuun strafrecht = strafrecht dat in Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van
Strafvordering staat
bijzondere strafrecht = in andere wetboeken zoals Opiumwet of Wet Wapens en Munitie
,
Bronnen van strafrecht
1. Geschreven strafrecht
- Het verdrag vooral Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens (EVRM)
geldt in meerdere landen, verdrag van de Raad van
Europa
- De wet
gemaakt door grondwettelijke wetgevende macht
dit bestaat uit regering (ministers en koning) en de
staten-generaal (eerste en tweede kamer)
- Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) of Besluit
gemaakt door de regering
- regeling
gemaakt door individuele minister (van Veiligheid en Justitie)
- provinciale verordeningen
provincies mogen gedragingen strafbaar stellen, alleen als overtreding geen misdrijf
- Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV)
gemeenten mogen binnen kader Gemeentewet gedragingen strafbaar stellen
2. jurispredentie = uitspraken van rechters
- In Nederland is dit de HR (Hoge Raad) en het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens (EHRM).
Belangrijk omdat
- vaak op een specifiek geval toegepast worden, dus interpretatie is belangrijk
- soms ontbreekt een wettelijke regeling, de rechter moet de wet dan aanvullen
3. Ongeschreven strafrecht
- onschuldsbeginsel
- misbruik van bevoegdheid, bv opsporingsambtenaar mag zijn bevoegdheden alleen
gebruiken voor het doel waarvoor deze aan hem zijn gegeven.
- proportionaliteitsbeginsel -> de middelen ingezet moeten evenredig zijn met het ernst
van het misdrijf
Kennistoets Rechten + Digi 1
Rechten 2
Hoofdstuk 1 2
Hoofdstuk 2 4
Hoofdstuk 3 5
Hoofdstuk 4 7
Hoofdstuk 5 9
Hoofdstuk 6 11
Afkortingen 16
Verplichte arresten 17
Digitale opsporing 20
Digitale sporendragers 20
Informatie (intelligence) 22
,Rechten
Hoofdstuk 1
Doelen en bronnen van strafrecht
recht = geheel van door de overheid uitgevaardigde, voor iedereen geldende regels dat de
samenleving ordent
- privaatrecht = tussen natuurlijke persoon (mensen) onderling
tussen natuurlijke en privaatrechtelijke personen (bedrijven etc.)
overheid speelt geen rol
- publiekrecht = tussen natuurlijke of privaatrechtelijke personen en de overheid
- strafrecht = punitief, gedragingen wordt met straf bedreigd en zijn dus ook strafbaar
- bestuursrecht = andere rechtsbetrekken tussen personen/bedrijven en de overheid
bijvoorbeeld de belasting die men betaalt aan de overheid
Doel van strafrecht
- absolute theorie = gericht op straf
- relatieve theorie = gericht op preventie
om zich in de toekomst te onthouden van verdere strafbare feiten
- speciale preventie = afschrikwekkende werking op de dader
- maatschappelijke preventie = om andere mensen te onthouden van strafbare feiten
Deze soorten preventie kun je wel onderscheiden, maar niet scheiden.
verenigingstheorie = doel is zowel straffen als preventie
materiele strafrecht
- omschrijvingen strafbare handelingen en de daarop gestelde straffen
- diverse vormen van daderschap of mededaderschap
- diverse vormen van uitbreiding daderschap of beperking daarvan
- diverse straffen en maatregelen die aan de dader kunnen worden opgelegd
formele strafrecht -> wetboek van strafvordering
- regels die betrekking hebben op het proces van opsporing en berechting
ook zwijgrecht of het recht op advocaat
- het bewijsrecht
legaliteitsbeginsel -> Wetboek van Strafrecht artikel 1
“geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke bepaling”
dus geen straf zonder voorafgaande strafbepaling
verbod op terugwerkende kracht, geen wraakacties
kapstokartikelen -> artikelen die niet concreet zijn, er vallen veel gedragingen onder
commuun strafrecht = strafrecht dat in Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van
Strafvordering staat
bijzondere strafrecht = in andere wetboeken zoals Opiumwet of Wet Wapens en Munitie
,
Bronnen van strafrecht
1. Geschreven strafrecht
- Het verdrag vooral Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens (EVRM)
geldt in meerdere landen, verdrag van de Raad van
Europa
- De wet
gemaakt door grondwettelijke wetgevende macht
dit bestaat uit regering (ministers en koning) en de
staten-generaal (eerste en tweede kamer)
- Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) of Besluit
gemaakt door de regering
- regeling
gemaakt door individuele minister (van Veiligheid en Justitie)
- provinciale verordeningen
provincies mogen gedragingen strafbaar stellen, alleen als overtreding geen misdrijf
- Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV)
gemeenten mogen binnen kader Gemeentewet gedragingen strafbaar stellen
2. jurispredentie = uitspraken van rechters
- In Nederland is dit de HR (Hoge Raad) en het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens (EHRM).
Belangrijk omdat
- vaak op een specifiek geval toegepast worden, dus interpretatie is belangrijk
- soms ontbreekt een wettelijke regeling, de rechter moet de wet dan aanvullen
3. Ongeschreven strafrecht
- onschuldsbeginsel
- misbruik van bevoegdheid, bv opsporingsambtenaar mag zijn bevoegdheden alleen
gebruiken voor het doel waarvoor deze aan hem zijn gegeven.
- proportionaliteitsbeginsel -> de middelen ingezet moeten evenredig zijn met het ernst
van het misdrijf