Kinderen in interactie
Inhoudstabel
Inleiding: Inter-actie x3 (niet in het boek)
1. Kwaliteitsvolle interacties tussen en met kinderen
2. Een kind heeft 100 talen
3. Groeien in verbondenheid – omgevingscirkels
Hoofdstuk 1: Het begint met graag zien
1. Waarom investeren in graag zien?
2. Hoe kun je werken aan de kwaliteit van de leerkracht-kindrelatie?
a. Reflecteer
b. Veilige, liefdevolle basishouding
c. Speel mee
3. Zet je eigen zuurstofmasker op
4. Samenvatting
5. De noodcentrale - Er komen kinderen met een traumatisch verleden in de klas (zelflectuur)
a. Vertrouwen en veiligheid opbouwen
b. Inzicht in faseovergangen
c. Zoeken naar beschermjassen
6. Reflectievragen
Hoofdstuk 2: Positief pedagogisch begeleiden
1. Waarom gebruiken we positief pedagogische begeleiding?
2. Waarom stellen kleuters (on)gewenst gedrag?
a. Gedrag in ontwikkeling
b. Onvervulde behoeftes
c. Thuissituatie, temperament, cultuur
3. Straffen en belonen, of niet?
4. Wat zijn positieve begeleidingsstrategieën?
a. Positief klasklimaat
1. Cultuursensitieve basishouding
2. Ondersteun autonomie
3. Realistische verwachtingen
4. Ondersteun sociale vaardigheden
5. Begeleid overgangsmomenten
6. Creëer rituelen
7. Maak gebruik van humor
b. Directe positieve strategieën
1. Aanvaard en benoem emoties
2. Begrens liefdevol
3. Bied keuzes
4. Natuurlijke consequenties
5. Time-in
6. Bied alternatieven aan
5. Samenvatting
6. Noodcentrale
a. Mijn kleuters maken ruzie
b. Mijn kleuters liegen
Inhoudstabel
Inleiding: Inter-actie x3 (niet in het boek)
1. Kwaliteitsvolle interacties tussen en met kinderen
2. Een kind heeft 100 talen
3. Groeien in verbondenheid – omgevingscirkels
Hoofdstuk 1: Het begint met graag zien
1. Waarom investeren in graag zien?
2. Hoe kun je werken aan de kwaliteit van de leerkracht-kindrelatie?
a. Reflecteer
b. Veilige, liefdevolle basishouding
c. Speel mee
3. Zet je eigen zuurstofmasker op
4. Samenvatting
5. De noodcentrale - Er komen kinderen met een traumatisch verleden in de klas (zelflectuur)
a. Vertrouwen en veiligheid opbouwen
b. Inzicht in faseovergangen
c. Zoeken naar beschermjassen
6. Reflectievragen
Hoofdstuk 2: Positief pedagogisch begeleiden
1. Waarom gebruiken we positief pedagogische begeleiding?
2. Waarom stellen kleuters (on)gewenst gedrag?
a. Gedrag in ontwikkeling
b. Onvervulde behoeftes
c. Thuissituatie, temperament, cultuur
3. Straffen en belonen, of niet?
4. Wat zijn positieve begeleidingsstrategieën?
a. Positief klasklimaat
1. Cultuursensitieve basishouding
2. Ondersteun autonomie
3. Realistische verwachtingen
4. Ondersteun sociale vaardigheden
5. Begeleid overgangsmomenten
6. Creëer rituelen
7. Maak gebruik van humor
b. Directe positieve strategieën
1. Aanvaard en benoem emoties
2. Begrens liefdevol
3. Bied keuzes
4. Natuurlijke consequenties
5. Time-in
6. Bied alternatieven aan
5. Samenvatting
6. Noodcentrale
a. Mijn kleuters maken ruzie
b. Mijn kleuters liegen
