Hoorcollege 1.
Waarom Internationale Betrekkingen?
IB is de academische studie van ‘international relations’ (IR):
• Studie van relaties en interacties tussen staten
• De wereld bestaat uit verschillende politieke gemeenschappen (primair staten)
• De staat heeft een grote invloed op de manier waarop mensen denken en leven
• Het is praktisch onmogelijk om het systeem van staten te ontlopen
IB gaat over thema’s die ons allen aangaan zoals oorlog, globalisering, mensenrechten
en internationale veiligheid
De Soevereine Staat
• Territorium met grenzen
• Permanente bevolking
• Onafhankelijke macht aan het hoofd
• Bijna 200 staten in de wereld
• De soevereine staat is het beginpunt van bijna alle IR theorie
Soevereiniteit
• Zelfbeschikkingsrecht
• Voeren van het hoogste gezag
• Geen verantwoording afleggen
• Piraterij versus genocide
Anarchie en het Security Dilemma
Er is geen internationale autoriteit, staten zijn elkaars gelijken
• Staten hebben geen directe controle over elkaar
• Er is onzekerheid over elkaars motieven
• In reactie op onzekerheid bewapenen staten zich
• Bewapening kan leiden tot spanning, wat weer kan leiden tot onveiligheid
Rol van de staat
Verzorgen van:
• veiligheid
• vrijheid
• orde
• gerechtigheid/rechtspraak
• welvaart
• Veel staten trachten dit te doen, sommige doen dit niet of nauwelijks.
,Weak States & Strong States
‘Staat als een overheid’ versus ‘staat als een land’
• Intern is de overheid soeverein (de overheid is het hoogste gezag binnen het land)
• Internationaal is de staat een bevolkt gebied met een overheid en samenleving
• De staat als een formele/juridische eenheid
• Erkenning en onafhankelijkheid (Palestina, Quebec, Schotland, etc,)
• Status quo over het algemeen beschermd door staten (verzet tegen afsplitsing)
Weak States & Strong States (Vervolg 1)
Weak Power
• De staat als een substantiële politieke, economische en nationale eenheid
• Nederland is een voorbeeld van een weak power
Strong Power
• Een staat als militaire grootmacht zijn
• Rusland is een voorbeeld van een strong power
Weak States & Strong States (Vervolg 2)
• Laag ‘empirical statehood’ betekent dat staten zwakke instituties hebben, economisch vaak
onderontwikkeld zijn en dat er weinig nationale eenheid is
• Wij noemen dit soort staten ‘quasi states’ of ‘weak states’. De allerzwakste staten worden
ook wel ‘failed states’ genoemd
Strong Power: Weak Power:
Strong state: USA, China, Frankrijk NL, Singapore
Weak/quasi state: Pakistan, Noord-Korea Somalië, Libië
Fragile State Index
Verlies controle geweldsmonopolie
• Afname autoriteit collectieve beslissingen
• Geen/weinig publieke diensten
• Onvolwaardig lid internationale gemeenschap
Statensysteem vroeger en nu
Oorspronkelijk statensysteem
Kleine groep insiders, allemaal sterke staten
Heel veel outsiders: koloniën
, Huidig statensysteem
Bijna alle staten zijn insiders, en worden formeel/juridisch als staat erkend
De ongelijkheid tussen staten is groot: strong states, weak/failed/quasi states
Maar hoe is het statensysteem en de huidige wereldorde eigenlijk ontstaan?
Wereldgeschiedenis in vogelvlucht
De Vrede van Westfalen (1648)
• Vrede maakte einde aan Dertigjarige oorlog (huidig Duitsland) en de Tachtigjarige oorlog
(Nederland-Spanje)
• Eerste keer dat het idee van staatssoevereiniteit wordt verankerd • Staten sluiten
verdragen zonder toestemming van de kerk
• Erkenning soevereine staat door andere staten wordt hierdoor essentieel
• De institutionele en juridische aard van de staat wordt belangrijker dan de willekeurige en
persoonlijke aard
• In de praktijk wordt staatssoevereiniteit nog maar beperkt erkend
Revoluties in de 18e Eeuw
• Amerikaanse revolutie
• Britse koloniën in Noord-Amerika
• “No taxation without representation”
• 4 juli 1776 onafhankelijkheidsverklaring
• Amerikaanse grondwet 1787 maakt VS voorbeeld voor de wereld:
• Franse revolutie van start in 1789 met de ‘Eed op de Kaatsbaan’
• Revoluties in heel Europa volgen
Gevolgen van de revoluties in Europa
• Agrarische revolutie (midden 18e eeuw) zorgt voor bevolkingsgroei en het einde
keuterboer
• Industriële revolutie (midden 18e eeuw) leidt tot een verhoogd productieniveau,
specialisatie (Adam Smiths’ Invisible hand), verstedelijking en het Britse imperium
• Einde absolutisme (macht komt niet meer van God)
• Volk centraal, opkomst Grondwet
• Uiteindelijk algemeen kiesrecht
Reactie op Revoluties: Congres van Wenen (1815)
• Herstel van de monarchie, al wel verzwakt
• Veel instituties van de revoluties bleven intact
• Poging creëren Europees machtsevenwicht
• Creatie van de Duitse Bond en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
• Resulteert in het Concert van Europa (tot 1914)
De opkomst van Naties en Nationalisme
• ‘De staat’ was simpelweg een republiek of koninkrijk
• Een natie betreft echter een groep mensen met een gedeeld grondgebied, taal, cultuur,
verleden en toekomst
• Natievorming wordt in de 19e eeuw een streven van staten, en hiermee ontstaat
nationalisme