100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Forensische psychiatrie. Samenvatting Bakker en Van Deth week 7

Rating
4.0
(1)
Sold
1
Pages
30
Uploaded on
05-12-2020
Written in
2020/2021

Forensische psychiatrie. Uitgebreide uitwerking literatuur week 7: Bakker H8 en Van Deth H9,10,12,13,14,15. Het is niet meer nodig om de boeken te kopen als je deze samenvatting hebt! Het boek van Bakker (De psychiatrie in het Nederlandse recht) betreft de 8e druk, en het boek van Van Deth ( Psychiatrie: van diagnose tot behandeling) betreft de 6e druk.

Show more Read less
Institution
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H8
Uploaded on
December 5, 2020
File latest updated on
December 16, 2020
Number of pages
30
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Literatuur week 7
R. van Deth (2019). Psychiatrie: van diagnose tot behandeling. Houten: Bohn, Stafleu Van
Loghum (6e, herziene druk). Het gebruik van eerdere edities is voor eigen risico.

Hoofdstuk 9. Angststoornissen

Angst en angststoornissen
Angst is een onaangename emotie die optreedt wanneer mensen een situatie als
bedreigend ervaren. Evolutionair gezien is het een normale reactie om zo snel mogelijk aan
een gevaarlijke situatie te ontkomen door te vechten, vluchten of zich doodstil te houden.
Angst waarschuwt voor dreigingen als letsel, pijn, straf of scheiding van geliefden en zet ons
aan iets te doen om dit gevaar af te wenden. Deze positieve angst gaat gepaard met
verhoogde aandacht of waakzaamheid. Is de angst té sterk, dan worden concentratie en
prestaties minder en kan het iemand volledig verlammen.
Het selectief letten op bepaalde prikkels kan leiden tot een vorming van de waarneming, in
de zin van een illusie: door de angst interpreteert de persoon bepaalde zintuiglijke prikkels
verkeerd. Overmatige angsten komen bij kinderen vaak voor en zijn meestal tijdelijk.
Angst heeft een algemeen karakter, waarbij de dreiging onduidelijk is. Vrees is gericht op
een bepaald object en heeft een concrete inhoud. Verschillende vormen van angsten zijn:
- Anticipatieangst  angst die vóór de confrontatie met de gevreesde situatie optreedt
- Situationele angst  herhaalde angstreacties die alleen in bepaalde omstandigheden
voorkomen
- Gegeneraliseerde angst  angst die in heel verschillende situaties optreedt
- Paniek  angst of vrees die plotseling, aanvalsgewijs optreedt en gepaard gaat met
hevige lichamelijke verschijnselen en een sterke verstoring van de cognitieve functies
Bij angststoornissen lijkt er in de hersenen sprake van een verhoogde activiteit van de
amygdala. Deze is belangrijk voor het toekennen van emotionele betekenis aan alles wat we
waarnemen. Bij dreigend gevaar activeert de amygdala de verschillende stresssystemen,
waardoor hormonen (e.g. noradrenaline) het lichaam in staat van verhoogde paraatheid
brengen (e.g. versnelde ademhaling en hartslag, gespannen spieren, trillen, bleek gelaat,
misselijkheid). Iedereen uit zijn angst op eigen wijze. De ervaring wordt vastgelegd in het
geheugen, zodat een volgende keer nog adequater kan worden gereageerd op een
bedreiging. De prefrontale cortex zou de aangeleerde angstreactie moeten uitdoven, maar
lijkt bij angstige mensen minder actief.
Een angstreactie op een werkelijk bedreigende situatie is reële angst. Als zo’n aanleiding
ontbreekt en iemand reageert veelvuldig en/of uitzonderlijk angstig, is dit pathologische
angst. Als deze angst geen onderdeel is van andere stoornissen (secundaire angst) en ook
niet kan worden toegeschreven aan een lichamelijke aandoening, dan kan het gaan om
angst als belangrijkste symptoom van de angststoornissen (primaire angst). Deze angst dient
ten minste 6 maanden aanwezig te zijn, en komen het meest voor tussen 25 en 45 jaar. er
spelen verschillende factoren een rol:
- Biologische factoren (e.g. genetische kwetsbaarheid, neurobiologische afwijkingen,
aangeboren angstgevoeligheid)
- Psychologische factoren (e.g. traumatische (jeugd)ervaringen, sociaal isolement)
- Sociale factoren (e.g. gezinssituatie, opvoeding, geringe sociale vaardigheden, gepest)

,Angst kan versterkt worden of in stand blijven door het onderdrukken of vermijden hiervan.
Rond de 15-20% van de bevolking (vooral vrouwen) krijgt ooit te maken met
angststoornissen. Een beperkt deel zoekt professionele ondersteuning.

Fobieën en sociale angsten
Kenmerken
Een specifieke fobie is een hevige, onredelijke angst voor een bepaald object of situatie (e.g.
dier, hoogte, onweer, vliegen, medische behandeling), waardoor het dagelijkst functioneren
ernstig wordt belemmerd. De hevige angstreactie staat niet in verhouding tot de werkelijke
dreiging. De lichamelijke angstklachten worden bij deze fobie niet toegeschreven aan een
mogelijke lichamelijke aandoening. Velen proberen de gevreesde situatie te vermijden. ±8%
van de bevolking heeft het ooit gehad (vaker vrouwen).
Kenmerkend voor een sociale-angststoornis is de aanhoudende, hevige angst voor situaties
waarin ze negatief beoordeeld kunnen worden. Typerende lichamelijke reacties zijn blozen,
transpireren, en trillen. Veiligheidsgedrag en vermijding van sociale situaties moeten hun
angst verminderen. Evenals bij de specifieke fobie zien deze cliënten de onredelijkheid in van
hun angst en vermijdingsgedrag. De sociale angststoornis begint vaak in de late puberteit en
komt bij ±9% van de bevolking voor (vaker vrouwen).
Bij selectief mutisme (vaak kinderen) spreken mensen uitsluitend tegen hun naasten en
zwijgen ze verder hardnekkig. Kinderen praten bijvoorbeeld wel thuis, maar weigeren dat op
school. Dit kan samenhangen met overbeschermend gedrag van de moeder en/of
bestraffend gedrag van de vader.
De separatie-angststoornis is hevige angst wanneer mensen worden gescheiden van
anderen aan wie ze erg gehecht zijn. Vaak gaat het om kinderen en hun ouders. Deze
stoornis hangt vaak samen met overbezorgd gedrag van ouders en stress.

Verklaringen
Volgens leertheorieën is angst met objecten of situaties door klassieke conditionering aan
elkaar gekoppeld, waardoor de confrontatie telkens opnieuw hevige angst oproept. Dit leidt
tot vermijdingsgedrag, waardoor de angst voor het moment wel verdwijnt, maar op de lange
duur in stand blijft (operante conditionering). Vermijding wordt bekrachtigd doordat de
angst inderdaad even vermindert, maar het belemmert het opdoen van corrigerende
ervaringen.
Echter, lang niet altijd is een ingrijpende ervaring de aanleiding voor een fobie. Veel cliënten
kunnen zich een dergelijke ervaring niet herinneren en veel anderen ontwikkelen na zo’n
ervaring geen fobie. Wel lijken irreële gedachten en vermijdingsgedrag een rol te spelen.
Verder treden vaak vertekende cognities op. Cliënten zijn namelijk sterk gericht op
fobiegerelateerde prikkels, waardoor ze eerder bedreigende situaties zien. Daarnaast
kunnen ouders specifieke angsten overbrengen op kwetsbare kinderen door model-leren of
leren door observatie en informatieoverdracht. Bij de specifieke fobie is sprake van
overbezorgde ouders, het verlies van een ouder of kindermishandeling.
Ook bij de sociale-angststoornis komt vaak kindermishandeling voor, naast pesterijen. Deze
kan ook samenhangen met een gebrek aan of onderschatting van sociale vaardigheden. Een
negatief zelfbeeld en/of een verleden van sociale geremdheid of verlegenheid speelt hierbij
mee.

Behandelopties

, Bij angststoornissen wordt vooral blootstelling (exposure) geadviseerd: iemand wordt zo
lang genoeg blootgesteld aan de gevreesde situatie, dat de angst geleidelijk uitdooft. Vooral
exposure in vivo (geleidelijke blootstelling aan de werkelijkheid) wordt gebruikt. Ze
observeren zelf hoe ze reageren, waarna ze de angstaanjagende situatie onmiddellijk weer
moeten opzoeken. Ook krijgen cliënten de opdracht net zolang in de situatie te blijven totdat
hun angst vermindert. De effecten zijn op lange termijn goed. Bij vliegangst en hoogtevrees
kan gebruik worden gemaakt van Virtual Reality Exposure Therapie (VRET), waar ze in de
veilige virtuele werkelijkheid worden blootgesteld aan hun angsten. Medicatie is een weinig
zinvolle behandeloptie bij specifieke fobieën.
Bij sommige sociaal angstigen is het aanleren van sociale vaardigheden zinvol. Als irreële
gedachten en vermijdingsgedrag een grote rol spelen, ligt cognitieve gedragstherapie voor
de hand. Cliënten gaan na of hun gedachten kloppen en toetsen die in de praktijk met
gedragsexperimenten. In taakconcentratietraining worden ook ervaringen opgedaan die
haaks staan op hun eigen negatieve zelfevaluaties en voelen ze zich minder kritisch bekeken.
Soms wordt ook mindfulness en Acceptance and Commitment Therapy (ACT) voorgesteld
om een meer accepterende, verdragende houding tegenover hun angsten te krijgen.
Bij sterk lichamelijke angstklachten kunnen ontspanningsoefeningen zinvol zijn. Bij een
sociale-angststoornis zijn verschillende medicijnen wel een bruikbare optie (e.g. bètablokker,
antidepressiva, benzodiazepinen).

Paniekstoornis en agorafobie
Kenmerken
Bij een paniekstoornis heeft iemand last van uitzonderlijke, irrationele angst, die tot uiting
komt in plotselinge paniekaanvallen. Vaak gaan deze gepaard met allerlei lichamelijke
symptomen (e.g. kortademigheid, benauwdheid, ademnood, pijn op de borst, duizeligheid,
hartkloppingen, trillen, transpireren, misselijkheid). Sommigen zijn bang om de controle te
verliezen, dood te gaan of gek te worden. De aanvallen komen onregelmatig voor en duren
meestal maar een paar minuten. Daarna blijft de cliënt doodsbang voor nieuwe aanvallen
(anticipatieangst). Een paniekstoornis kan gepaard gaan met agorafobie: sterke angst voor
plaatsen of situaties waar, in geval van nood, ontsnappen moeilijk is of hulp niet snel
voorhanden is (e.g. druk verkeer, winkel, openbaar vervoer, gesloten ruimtes).
Cliënten interpreteren de lichamelijke symptomen van een paniekaanval dikwijls als tekenen
van een ernstige ziekte. Daardoor is het aantal van deze cliënten op ziekenhuisafdelingen
hoog. De angst hangt vooral samen met de (dreigende) paniekaanval en lijkt ‘spontaan’ te
ontstaan. De bezorgdheid treedt dan ook alleen op tijdens of vlak na de paniekaanvallen.
±20% van de bevolking heeft ooit een paniekaanval ervaren. De paniekstoornis treedt bij
±4% van de bevolking op (2x zo vaak bij vrouwen).

Verklaringen

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
5 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
dominiquekl Maastricht University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
374
Member since
7 year
Number of followers
235
Documents
126
Last sold
1 year ago

4.3

154 reviews

5
64
4
76
3
9
2
1
1
4

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions