Economie begrippen lijst:
Hoofdstuk 1:
1.2: opofferingskosten = De gederfde opbrengsten van het beste, niet
gekozen, alternatief.
1.3 budget: Meestal het geldbedrag dat je kunt besteden. Kan ook in een
andere context voorkomen, bijvoorbeeld het aantal uren dat je kunt
besteden.
1.3 Budgetlijn: Een budgetlijn geeft verschillende combinaties van twee
bestedingsmogelijkheden aan bij een bepaald budget (bijvoorbeeld vrije
uren of werken).
1.3 Budgetvergelijking De formule die de mogelijke combinaties laat zien
die je met een budget hebt. B = px + py
1.4 Gevangenendillema: situaties waarbij je gelijktijdig met een ander voor
een keuze staat en je kan niet overleggen en je weet niet wat de ander
doet. Je kiest beide voor de dominantenstrategie waardoor er een andere
optie beter zou zijn.
1.4 Dominante strategie: voor mij de beste keuze, ongeacht wat de ander
doet
1.4 Nash-evenwicht: situatie waarbij beide spelers zich niet meer kunnen
verbeteren door alleen zelf van strategie te wisselen.
, Hoofdstuk 2:
Mensen zijn risico-avers: ze willen grote financiele gevolgen vermijden.
Asymmetrische informatie: de ene partij heeft meer informatie dan de
andere partij.
Averechtse selectie: het proces dat de slechte risico’s de goede risico’s
verdrijven.
Hoe ontstaat het:
1) Mensen die weten dat ze bepaalde risico’s lopen, gaan zich
verzekeren. (Slechte risico’s)
2) De verzekeraar merkt dit en past de premies aan op de kans op een
vervelende gebeurtenis.
3) De premies worden nu zo hoog dat de goede risico's (mensen met
een laag risico) zich niet gaan verzekeren omdat zij een afweging
gaan maken tussen de kleine kans op een ongeluk en de premie die
ze moeten betalen.
4) De premie wordt nog hoger, omdat de gemiddelde schade per
persoon hoger wordt.
5) *Uiteindelijk zullen de premies te hoog worden en zal de verzekering
verdwijnen
Moreel wangedrag: wanneer mensen zich riscovoller gaan gedragen,
omdat de financiële gevolgen daarvan voor een ander zijn. ‘ah joh ik ben
toch verzekerd’
Oplossingen:
• Premiedifferentiatie: Een verschillende premie vragen aan
verschillende risicogroepen voor dezelfde verzekering (Op basis van
bijv. leeftijd of geslacht) Voorbeeld: Bonus malus lader: Dit
systeem beloont verzekerden die minder schade hebben, zo krijgen
ze kortingen op hun premie. En straft het de mensen met veel
schade, zo moeten zij hogere premies betalen of de korting
inleveren
- Eigen risico: Het instellen van een eigen risico, waarbij de
verzekerde een deel van de kosten zelf moet betalen, zorgt ervoor
dat mensen risico volle situaties vermijden.
- Risico selectie: je selecteert van te voren op risico
- Verplichte verzekering: In sommige gevallen kan de overheid
verplichte verzekeringen instellen (zoals in het geval van
zorgverzekeringen). Dit voorkomt dat alleen mensen met een hoog
risico zich verzekeren en zorgt voor een betere risicospreiding. Zo is
Hoofdstuk 1:
1.2: opofferingskosten = De gederfde opbrengsten van het beste, niet
gekozen, alternatief.
1.3 budget: Meestal het geldbedrag dat je kunt besteden. Kan ook in een
andere context voorkomen, bijvoorbeeld het aantal uren dat je kunt
besteden.
1.3 Budgetlijn: Een budgetlijn geeft verschillende combinaties van twee
bestedingsmogelijkheden aan bij een bepaald budget (bijvoorbeeld vrije
uren of werken).
1.3 Budgetvergelijking De formule die de mogelijke combinaties laat zien
die je met een budget hebt. B = px + py
1.4 Gevangenendillema: situaties waarbij je gelijktijdig met een ander voor
een keuze staat en je kan niet overleggen en je weet niet wat de ander
doet. Je kiest beide voor de dominantenstrategie waardoor er een andere
optie beter zou zijn.
1.4 Dominante strategie: voor mij de beste keuze, ongeacht wat de ander
doet
1.4 Nash-evenwicht: situatie waarbij beide spelers zich niet meer kunnen
verbeteren door alleen zelf van strategie te wisselen.
, Hoofdstuk 2:
Mensen zijn risico-avers: ze willen grote financiele gevolgen vermijden.
Asymmetrische informatie: de ene partij heeft meer informatie dan de
andere partij.
Averechtse selectie: het proces dat de slechte risico’s de goede risico’s
verdrijven.
Hoe ontstaat het:
1) Mensen die weten dat ze bepaalde risico’s lopen, gaan zich
verzekeren. (Slechte risico’s)
2) De verzekeraar merkt dit en past de premies aan op de kans op een
vervelende gebeurtenis.
3) De premies worden nu zo hoog dat de goede risico's (mensen met
een laag risico) zich niet gaan verzekeren omdat zij een afweging
gaan maken tussen de kleine kans op een ongeluk en de premie die
ze moeten betalen.
4) De premie wordt nog hoger, omdat de gemiddelde schade per
persoon hoger wordt.
5) *Uiteindelijk zullen de premies te hoog worden en zal de verzekering
verdwijnen
Moreel wangedrag: wanneer mensen zich riscovoller gaan gedragen,
omdat de financiële gevolgen daarvan voor een ander zijn. ‘ah joh ik ben
toch verzekerd’
Oplossingen:
• Premiedifferentiatie: Een verschillende premie vragen aan
verschillende risicogroepen voor dezelfde verzekering (Op basis van
bijv. leeftijd of geslacht) Voorbeeld: Bonus malus lader: Dit
systeem beloont verzekerden die minder schade hebben, zo krijgen
ze kortingen op hun premie. En straft het de mensen met veel
schade, zo moeten zij hogere premies betalen of de korting
inleveren
- Eigen risico: Het instellen van een eigen risico, waarbij de
verzekerde een deel van de kosten zelf moet betalen, zorgt ervoor
dat mensen risico volle situaties vermijden.
- Risico selectie: je selecteert van te voren op risico
- Verplichte verzekering: In sommige gevallen kan de overheid
verplichte verzekeringen instellen (zoals in het geval van
zorgverzekeringen). Dit voorkomt dat alleen mensen met een hoog
risico zich verzekeren en zorgt voor een betere risicospreiding. Zo is
