Aantekeningen kennislijn
Les 1
We hebben allemaal spiegelneuronen in ons brein. Als je iets ziet
gebeuren, iemand snijd zich in de vingers, gaat jou pijn centrum in je brein
zorgen dat de spiegelneuronen actief worden. Je voelt dus een klein beetje
pijn. Dit kan ook bij inlevingsvermogen. Bijv. gapen is aanstekelijk, komt
door spiegelneuronen. Je opvoeding en cultuur kunnen hier ook invloed
hebben op je spiegelneuronen.
Onze ervaring geeft ons psychologische kennis, hoe moet je reageren op
andere, hoe ga je om met bepaalde dingen.
Psychologie; de wetenschap van gedrag en geestelijke processen (denken
en voelen)
Pedagogiek; de wetenschap van opvoeden
Psychologie en pedagogiek zijn empirisch
Empirisch; bewijst dingen door observatie en experiment. Ze doen
experimenten en besturen dingen die je kunt waarnemen. Je kunt laten
zien wat je beweert.
Tijdens het onderzoek beschrijf je eerst je studieobject, bijv. agressie,
uitleggen wat het is. Daarna ga je een theorie opstellen waarmee je de
waarnemingen kunt verklaren.
Dit kan verschillen per persoon, omdat iedereen anders is, iedereen kan
afwijken van een theorie. Het zijn dus waarschijnlijkheden.
Psychologische stromingen kennen, niet wanneer ze zijn ontstaat maar wel
of het oud of nieuw is.
Kort uitgelegd psychologische stromingen;
Psycho dynamische perspectief; je gedrag word sterk bepaald door
je onderbewuste. Dit kunnen aangeboren driften en verdrongen
ervaringen zijn. (dynamisch: gaat vanzelf, onderbewust)
Behavioristische perspectief; zij vonden dat de psychologie nog
wetenschappelijker moest. Word gericht op gedrag, dit kun je echt
waarnemen, observeren en meten, je kunt hier ook experimenten
mee doen. Een baby heeft nog geen voorkeuren of gedrag bij de
geboorte, zo kun je een baby belonen en straffen en dus kan gedrag
beïnvloed worden. Door belonen en straffen kun je gedrag dus
beïnvloeden door een leerproces. Als iets is aangeleerd zou het dus
ook afgeleerd kunnen worden.
Humanistische perspectief; die komen tegen opstand dat wij simpel
reageren op prikkels. Ze leggen de focus op ieder uniek mens. Ze
kijken naar hoe de mens zich ontplooit en groeit tot een gezond
individu.
,
, Cognitieve perspectief; gedrag word ook bepaald door begrip,
kennis, opvattingen, overtuigingen, geheugen en vermogen. Ze
gaan kijken naar wat er in iemands hoofd gebeurd, naar de
gedachten. Ze proberen de denkbeelden te beïnvloeden.
Gestalts perspectief; een gestalts is een geheel, we nemen alleen
gehelen, geen delen. Ons brein maakt altijd gehelen, zelfs als het
maar delen zijn. Ons brein wilt ook ons leven als een geheel voelen.
àà
Systeem perspectief; wat zit buiten ons en hoe beïnvloed dat ons.
Bijv. sociale en culturele invloeden hebben veel invloed op onze
persoonlijkheid. Het sociale culturele perspectief kan een invloed
hebben op ons gedrag en mentale processen, hoe we als individu in
een groep zijn.
Neurofysiologisch perspectief; gedrag wordt veroorzaakt door
genen, hersenen en hormonen. Veel ziektes hebben een genetische
basis. Er word veel gekeken naar onze hersenen en de schade in de
hersenen.
o Phineas Gage was heel beroemd omdat hij een ijzeren staaf in zijn
brein geeft gekregen bij een ongeluk. Hij leefde nog maar
veranderde helemaal kwa persoonlijkheid.
Les 1
We hebben allemaal spiegelneuronen in ons brein. Als je iets ziet
gebeuren, iemand snijd zich in de vingers, gaat jou pijn centrum in je brein
zorgen dat de spiegelneuronen actief worden. Je voelt dus een klein beetje
pijn. Dit kan ook bij inlevingsvermogen. Bijv. gapen is aanstekelijk, komt
door spiegelneuronen. Je opvoeding en cultuur kunnen hier ook invloed
hebben op je spiegelneuronen.
Onze ervaring geeft ons psychologische kennis, hoe moet je reageren op
andere, hoe ga je om met bepaalde dingen.
Psychologie; de wetenschap van gedrag en geestelijke processen (denken
en voelen)
Pedagogiek; de wetenschap van opvoeden
Psychologie en pedagogiek zijn empirisch
Empirisch; bewijst dingen door observatie en experiment. Ze doen
experimenten en besturen dingen die je kunt waarnemen. Je kunt laten
zien wat je beweert.
Tijdens het onderzoek beschrijf je eerst je studieobject, bijv. agressie,
uitleggen wat het is. Daarna ga je een theorie opstellen waarmee je de
waarnemingen kunt verklaren.
Dit kan verschillen per persoon, omdat iedereen anders is, iedereen kan
afwijken van een theorie. Het zijn dus waarschijnlijkheden.
Psychologische stromingen kennen, niet wanneer ze zijn ontstaat maar wel
of het oud of nieuw is.
Kort uitgelegd psychologische stromingen;
Psycho dynamische perspectief; je gedrag word sterk bepaald door
je onderbewuste. Dit kunnen aangeboren driften en verdrongen
ervaringen zijn. (dynamisch: gaat vanzelf, onderbewust)
Behavioristische perspectief; zij vonden dat de psychologie nog
wetenschappelijker moest. Word gericht op gedrag, dit kun je echt
waarnemen, observeren en meten, je kunt hier ook experimenten
mee doen. Een baby heeft nog geen voorkeuren of gedrag bij de
geboorte, zo kun je een baby belonen en straffen en dus kan gedrag
beïnvloed worden. Door belonen en straffen kun je gedrag dus
beïnvloeden door een leerproces. Als iets is aangeleerd zou het dus
ook afgeleerd kunnen worden.
Humanistische perspectief; die komen tegen opstand dat wij simpel
reageren op prikkels. Ze leggen de focus op ieder uniek mens. Ze
kijken naar hoe de mens zich ontplooit en groeit tot een gezond
individu.
,
, Cognitieve perspectief; gedrag word ook bepaald door begrip,
kennis, opvattingen, overtuigingen, geheugen en vermogen. Ze
gaan kijken naar wat er in iemands hoofd gebeurd, naar de
gedachten. Ze proberen de denkbeelden te beïnvloeden.
Gestalts perspectief; een gestalts is een geheel, we nemen alleen
gehelen, geen delen. Ons brein maakt altijd gehelen, zelfs als het
maar delen zijn. Ons brein wilt ook ons leven als een geheel voelen.
àà
Systeem perspectief; wat zit buiten ons en hoe beïnvloed dat ons.
Bijv. sociale en culturele invloeden hebben veel invloed op onze
persoonlijkheid. Het sociale culturele perspectief kan een invloed
hebben op ons gedrag en mentale processen, hoe we als individu in
een groep zijn.
Neurofysiologisch perspectief; gedrag wordt veroorzaakt door
genen, hersenen en hormonen. Veel ziektes hebben een genetische
basis. Er word veel gekeken naar onze hersenen en de schade in de
hersenen.
o Phineas Gage was heel beroemd omdat hij een ijzeren staaf in zijn
brein geeft gekregen bij een ongeluk. Hij leefde nog maar
veranderde helemaal kwa persoonlijkheid.