- Actief: individu selecteert de omgeving.
Drie manieren van
- Evocatief: individu beïnvloedt de omgeving
Persoon-omgeving-interactie
door middel van reacties.
(blz. 4)
Adolescentie beschrijft een
overgangsperiode.
Wat is het verschil tussen de
Puberteit gaat over hormonale
adolescentie en puberteit?
ontwikkelingen, rijping en gedrag.
(studietaak 1)
Ontwikkelen eigen identiteit
Wat is de belangrijkste ontwikkeltaak
in de adolescentie, volgens Erikson?
Ego-identity is de globale en overkoepelende
(studietaak 1)
identiteit, ontwikkeld in de adolescentie na
Wat is de uitkomst?
een psychologische crisis.
(blz. 162)
Door het sociale referentiekader kan men
zichzelf en anderen en de relatie tussen
zichzelf en andere zien.
1) Presociale en symbiotische stadium:
ontstaan ego, gehecht aan de moeder.
2) Impulsieve stadium.
3) Zelf beschermend.
Stadia Loevinger
4) Conformistisch: overkomen is belangrijk
Ego-ontwikkelingstheorie
(adolescentieperiode).
(blz. 35)
5) Zelfbewust: lange termijndoelen/ idealen.
6) Verantwoordelijkheid.
7) Individualistisch.
8) Autonoom.
9) Geïntegreerd: verschillen tussen mensen
waarderen. Niet veel mensen bereiken dit
stadium.
1) Vormen van de eigen identiteit en bereiken
autonomie t.o.v. ouders.
Drie aspecten die karakteristiek zijn
2) Manieren van omgaan met innerlijk
voor de fase van de adolescentie?
beleefde conflicten.
(studietaak 1)
3) Bepaald niveau van cognitief functioneren.
De adolescentie is een periode van grote
emotionele beroering en opstandigheid door
toegenomen emotionele verwarring en de
Wat wordt er bedoel met ‘Storm and wijze waarop hij/zij hier in sociale contacten
stress’ in de adolescentie? mee omgaat.
(studietaak 1.1.2)
(paragraag 1.4 van het tekstboek) Kritiek: het is een periode die voor bijna
iedereen wel stress oplevert, maar waar ook
bijna iedereen uiteindelijk goed doorheen
komt.
, De diepgelegen subcorticale gebieden zijn
extra actief terwijl de corticale (jonge)
Dual Processing model
gebieden een langzamer ontwikkelpatroon
(blz. 14)
laten zien. Deze delen zijn belangrijk bij de
(studietaak 2.2.1)
controle van emoties.
Vijf niveaus in de interactie tussen individu en
omgeving die direct/indirect invloed
Contextuele theorie- Ecologische
uitoefenen op de adolescent:
theorie Bronfenbrenner
micro-, meso-, exo- en macrosysteem.
(studietaak 1.2.2)
1) Verworpen: weinig geaccepteerd,
agressief, sociaal teruggetrokken.
2) Genegeerd: niet geaccepteerd, niet
Vijf sociale statusgroepen
verworpen, weinig aandacht, rustig, verlegen.
adolescenten
3) Controversieel: geaccepteerd, veel
(blz. 49)
verworpen.
4) Populair.
5) Gemiddeld.
➢ Talenten tot ontwikkeling
➢ Hoe jongeren op een constructieve
Positive Youth development manier bijdragen aan de
(blz. 49) maatschappij en probleemgedrag
vermijden, uitgaand van de eigen
kracht en steun van de omgeving.
De mens is vroeg gevoelig voor de omgeving
voor het krijgen van kinderen en omgaan
Life history theory
relaties.
(blz. 62)
Verklaart de vroege start van de puberteit en
(studietaak 2.1.2)
kortetermijnperspectief van relaties door
bijvoorbeeld een stressvolle omgeving.
1) Groter risico ontwikkelen depressie, vaker
eetstoornis, grotere kans op drugsgebruik,
meer risicogedrag op seksueel gebied en
1) Gevolgen vroege start puberteit grotere kans als volwassene op borstkanker
2) Oorzaken vroege start puberteit & hartritmestoornissen.
(studietaak 2.1.2) 2) Meer oestrogeen in lichaamsvet bij obese
meisjes en een lage SES is een voorspeller
overgewicht.Toxische stress en endocrine
disruptive chemicals: plastic/pesticiden.
Stressful change hypothesis: veranderingen
zorgen voor stress en het hoogtepunt ligt bij
lichamelijke rijping.
Stressful change hypothesis
Maturational gap = adolescent voelt en wilt
&
van alles (affectieve en motivationele
Maturational gap
veranderingen, maar is onvoldoende in staat
(blz. 73)
het streven te controleren en sturen
(executieve functies, prefrontale cortex). Dit
kan onvoorspelbaar en riskant worden.