Positionering Röntgenopnames MIA
na elke handelingen handen ontsmetten voor ziekenhuishygiëne
tafel op de hoogte van de patiënt en jezelf
Thorax (Borstkas)
1. Thorax PA staand
Patiënt Positie:
● Patiënt staat rechtop met de borst tegen de detector.
● Handen op de heupen met de schouders naar voren.
● Diep inademen en adem vasthouden tijdens de opname.
Centrage:
● Horizontaal: Th7 (onderkant schouderbladen).
● Verticaal: Midden op de wervelkolom.
2. Thorax LAT staand
Patiënt Positie:
, ● Patiënt staat met de linkerzijde tegen de detector.
● Armen omhoog om de longen vrij te maken.
● Diep inademen en adem vasthouden tijdens de opname.
Centrage:
● Horizontaal: Th7 (onderkant shouderblad).
● Verticaal: Midden tussen het borstbeen en de rug.
3. Thorax AP liggend
Patiënt Positie:
● Patiënt ligt op de rug (supine).
● De röntgenbuis wordt boven de borstkas geplaatst.
● Adem vasthouden bij opname.
Centrage:
, ● Horizontaal: Th7 (onderkant schouderbladen/ tepel).
● Verticaal: Midden op het sternum.
Abdomen (Buik)
4. Abdomen AP staand
Patiënt Positie:
● Patiënt staat rechtop met de rug tegen de detector.
● Armen naast het lichaam.
● Normale ademhaling, opname bij expiratie (uitademing).
Centrage:
● Horizontaal: L2-L3 (net boven de bekkenrand ter hoogte van je navel).
● Verticaal: Midden op de buik.
5. Abdomen AP liggend
Patiënt Positie:
● Patiënt ligt op de rug (supine).
● Armen naast het lichaam.
● Adem vasthouden bij expiratie.
na elke handelingen handen ontsmetten voor ziekenhuishygiëne
tafel op de hoogte van de patiënt en jezelf
Thorax (Borstkas)
1. Thorax PA staand
Patiënt Positie:
● Patiënt staat rechtop met de borst tegen de detector.
● Handen op de heupen met de schouders naar voren.
● Diep inademen en adem vasthouden tijdens de opname.
Centrage:
● Horizontaal: Th7 (onderkant schouderbladen).
● Verticaal: Midden op de wervelkolom.
2. Thorax LAT staand
Patiënt Positie:
, ● Patiënt staat met de linkerzijde tegen de detector.
● Armen omhoog om de longen vrij te maken.
● Diep inademen en adem vasthouden tijdens de opname.
Centrage:
● Horizontaal: Th7 (onderkant shouderblad).
● Verticaal: Midden tussen het borstbeen en de rug.
3. Thorax AP liggend
Patiënt Positie:
● Patiënt ligt op de rug (supine).
● De röntgenbuis wordt boven de borstkas geplaatst.
● Adem vasthouden bij opname.
Centrage:
, ● Horizontaal: Th7 (onderkant schouderbladen/ tepel).
● Verticaal: Midden op het sternum.
Abdomen (Buik)
4. Abdomen AP staand
Patiënt Positie:
● Patiënt staat rechtop met de rug tegen de detector.
● Armen naast het lichaam.
● Normale ademhaling, opname bij expiratie (uitademing).
Centrage:
● Horizontaal: L2-L3 (net boven de bekkenrand ter hoogte van je navel).
● Verticaal: Midden op de buik.
5. Abdomen AP liggend
Patiënt Positie:
● Patiënt ligt op de rug (supine).
● Armen naast het lichaam.
● Adem vasthouden bij expiratie.
