1
,WEEK 1.
Rustenburg Hoofdstuk 1.3
• ! Profit = het creëren van superieure waarde voor klanten, onderscheidend ten
opzichte van concurrenten, wat leidt tot financiele winst.
• ! People = positieve impact op de samenleving door het bevorderen van sociale
gelijkheid, welzijn en maatschappelijke betrokkenheid.
• ! Planet = wat is jouw invloed op de planeet?
Houd rekening met je omgeving:
- Milieu
- Maatschappij
! Breng voor iedere stakeholder in kaart:
- Value Opportunities: het benutten van kansen om nieuwe waarde te creëren,
zoals innovaties, nieuwe markten of verbeteringen in producten en diensten.
- Value Missed & Wasted: waarde die verloren gaat door inefficiënties, gemiste
kansen of slechte processen binnen de organisatie.
- Value Destroyed: Waarde die wordt vernietigd door negatieve impact, zoals
milieuschade, slechte arbeidsomstandigheden of reputatieschade.
- Value Captured: de gerealiseerde waarde die de organisatie behoudt, zoals
winst, klanttevredenheid en positieve impact op samenleving en milieu.
- Werknemers
- Stakeholders
- Leveranciers & partners
- Investeerders & stakeholders
- Klanten
! Figuur 1.5 Fundamenten van visie
Visie:
- Missie: de bestaansreden van een bedrijf. Je stelt de vraag; “What Business are we
in?”. Hoe nu en in de toekomst op een unieke wijze de behoefte van een bepaalde
doelgroep te vervullen. (=onderscheidend vermogen) (bijv. Lego inspireren en helpen
ontwikkelen van de bouwers van morgen)
2
, Eisen aan de missie:
1. Specifieert het domein waarin je opereert
2. Motiverend geformuleert.
- Waarden & normen: waarden= achterliggende idealen die als waardevol worden
aangeduid (dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep). Normen =
ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen.
- Bestaansrecht & Purpose: purpose = de maatschappelijke rol van de onderneming
en toegevoegde waarde van de maatschappij (Rustenburg) Dus het hogere doel van
de onderneming / het merk.
Nike’s hogere doel is niet alleen het verkopen van sportkleding en -schoenen, maar
het inspireren en motiveren van mensen om hun volledige potentieel te
bereiken, ongeacht leeftijd, geslacht, of achtergrond.
-
! Visie = een visie op de toekomst van de eigen sector, de industrietak, maatschappij én je
eigen bedrijf.
! Figuur 1.7 Hiërarchie in organisatiedoelstellingen en -strategieën
SBU (strategic business unit)= zelfstandige organisatie-eenheid binnen organisatie actief
binnen een productgroep (verzameling van producten tot een bepaalde productklasse, zoals
frisdranken of auto’s) en op één markt of sterk verwante markten.
PMC= concreet product onder een merknaam (product-marktcombinatie)
1. Organisatieniveaudoelstellingen: kwantitatief en kwalitatief
Kwantitatief: omzetgroei 6% per jaar, bedrijfsresultaat 55% van de omzet
Kwalitatief: van producten naar projecten, van dozenschuiver naar specialist
2. SBU-doelstellingen: gaan over omzet, winst of rendement, andere
ondernemingsdoelstellingen *ondernemingsdoelstellingen kunnen ook SBU-
doelstellingen zijn.
3
, SBU-strategieën: hiermee bepaal je de gewenste posities van verschillende producten of
idensten van de desbetreffende SBU. Die posities worden bereikt door de volgende
strategieën:
- Groeien, handhaven, oogsten, afbouwen, starten (indien van toepassing)
3. Marketingdoelstellingen
Marktaandeel, omzet/afzet, winst/brutowinst, cumulatieve penetratie, distributiepositie
(bijv. als de SBU doelstelling 5% winstgroei is, kan dit voor de producten A, B en C
inhouden dat het marktaandeel met respectievelijk 2%, 4% en 10% moet toenemen.)
Marketingstrategie: juiste segmentatie -> Gebruik STP -> segmentering, targeting,
positionering
4. Instrumentendoelstellingen/marketingmixdoelstellingen
Adhv 6 p’s
4
,WEEK 1.
Rustenburg Hoofdstuk 1.3
• ! Profit = het creëren van superieure waarde voor klanten, onderscheidend ten
opzichte van concurrenten, wat leidt tot financiele winst.
• ! People = positieve impact op de samenleving door het bevorderen van sociale
gelijkheid, welzijn en maatschappelijke betrokkenheid.
• ! Planet = wat is jouw invloed op de planeet?
Houd rekening met je omgeving:
- Milieu
- Maatschappij
! Breng voor iedere stakeholder in kaart:
- Value Opportunities: het benutten van kansen om nieuwe waarde te creëren,
zoals innovaties, nieuwe markten of verbeteringen in producten en diensten.
- Value Missed & Wasted: waarde die verloren gaat door inefficiënties, gemiste
kansen of slechte processen binnen de organisatie.
- Value Destroyed: Waarde die wordt vernietigd door negatieve impact, zoals
milieuschade, slechte arbeidsomstandigheden of reputatieschade.
- Value Captured: de gerealiseerde waarde die de organisatie behoudt, zoals
winst, klanttevredenheid en positieve impact op samenleving en milieu.
- Werknemers
- Stakeholders
- Leveranciers & partners
- Investeerders & stakeholders
- Klanten
! Figuur 1.5 Fundamenten van visie
Visie:
- Missie: de bestaansreden van een bedrijf. Je stelt de vraag; “What Business are we
in?”. Hoe nu en in de toekomst op een unieke wijze de behoefte van een bepaalde
doelgroep te vervullen. (=onderscheidend vermogen) (bijv. Lego inspireren en helpen
ontwikkelen van de bouwers van morgen)
2
, Eisen aan de missie:
1. Specifieert het domein waarin je opereert
2. Motiverend geformuleert.
- Waarden & normen: waarden= achterliggende idealen die als waardevol worden
aangeduid (dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep). Normen =
ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen.
- Bestaansrecht & Purpose: purpose = de maatschappelijke rol van de onderneming
en toegevoegde waarde van de maatschappij (Rustenburg) Dus het hogere doel van
de onderneming / het merk.
Nike’s hogere doel is niet alleen het verkopen van sportkleding en -schoenen, maar
het inspireren en motiveren van mensen om hun volledige potentieel te
bereiken, ongeacht leeftijd, geslacht, of achtergrond.
-
! Visie = een visie op de toekomst van de eigen sector, de industrietak, maatschappij én je
eigen bedrijf.
! Figuur 1.7 Hiërarchie in organisatiedoelstellingen en -strategieën
SBU (strategic business unit)= zelfstandige organisatie-eenheid binnen organisatie actief
binnen een productgroep (verzameling van producten tot een bepaalde productklasse, zoals
frisdranken of auto’s) en op één markt of sterk verwante markten.
PMC= concreet product onder een merknaam (product-marktcombinatie)
1. Organisatieniveaudoelstellingen: kwantitatief en kwalitatief
Kwantitatief: omzetgroei 6% per jaar, bedrijfsresultaat 55% van de omzet
Kwalitatief: van producten naar projecten, van dozenschuiver naar specialist
2. SBU-doelstellingen: gaan over omzet, winst of rendement, andere
ondernemingsdoelstellingen *ondernemingsdoelstellingen kunnen ook SBU-
doelstellingen zijn.
3
, SBU-strategieën: hiermee bepaal je de gewenste posities van verschillende producten of
idensten van de desbetreffende SBU. Die posities worden bereikt door de volgende
strategieën:
- Groeien, handhaven, oogsten, afbouwen, starten (indien van toepassing)
3. Marketingdoelstellingen
Marktaandeel, omzet/afzet, winst/brutowinst, cumulatieve penetratie, distributiepositie
(bijv. als de SBU doelstelling 5% winstgroei is, kan dit voor de producten A, B en C
inhouden dat het marktaandeel met respectievelijk 2%, 4% en 10% moet toenemen.)
Marketingstrategie: juiste segmentatie -> Gebruik STP -> segmentering, targeting,
positionering
4. Instrumentendoelstellingen/marketingmixdoelstellingen
Adhv 6 p’s
4