100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Sociologie

Rating
-
Sold
-
Pages
35
Uploaded on
21-03-2025
Written in
2024/2025

Uitgebreidde samenvatting sociologie

Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
March 21, 2025
Number of pages
35
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Sociologie
Wat is sociologie?
Sociologisch denken
Sociologen stellen zich:
 abstracte vragen:
 orde-vraagstuk (vb. Waarom gedragen mensen zich volgens de regels?)
 vragen over sociale ongelijkheid (vb. Hoe komt het dat bijna overal verschillen in
macht, inkomen en aanzien voorkomen?)
 concrete vragen (vb. Welke invloed heeft onze sociale context op ons zelfbeeld?)


Problemen in samenleving  gevolgen voor individuen
$
gevoelens van frustratie, ziekte en zelfmoord
ò
belang weten hoe samenleving leefbaar gemaakt kan worden


Sociologisch denken  2 zaken belangrijk:
 beseffen dat alles contingent is, maar niet arbitrair
 Alles is contingent:
 contingent = vanzelfsprekende in vraag stellen
 veel dingen (gewoontes, handelingen, instituties) die we
vanzelfsprekend vinden zijn niet noodzakelijk of onveranderlijk 
hadden op een andere manier kunnen ontstaan afhankelijk van
sociale context, cultuur of geschiedenis
 onze gewoontes, afspraken en instituties zijn relatief
 we moeten onze eigen referentiekaders en wat wij evident vinden
in vraag kunnen stellen
 maar niet arbitrair:
 arbitrair = geen toeval
 hun vorm en bestaan worden bepaald door sociale, historische en
culturele factoren die samenhangen met patronen van interactie
en sociale context
 samengevat: onze gewoonten en sociale structuren zijn niet
onvermijdelijk, maar ze zijn ook niet zo toevallig of willekeurig
ontstaan. Ze worden bepaald door specifieke sociale en historische
omstandigheden.
 weten wat sociologische verbeelding inhoudt:
 sociologische verbeelding
 volgens C Wright Mills  vermogen om verbinding te zien tussen
persoonlijke ervaringen en bredere maatschappelijke structuren
en historische processen
 = afstand nemen van onze dagelijkse levens en ze van een nieuw,
kritisch perspectief bekijken  helpt om alledaagse en
persoonlijke zaken in hun bredere sociale context te plaatsen bv.

, liefde  we trouwen uit liefde, maar samenleving oefent druk uit op ons ons om te trouwen met
iemand van dezelfde sociale klasse, religie en huidskleur.
Ä gebeurtenissen in iemands dagelijks even kunnen we enkel
begrijpen als we kijken naar individu en zijn kenmerken + sociale
kenmerken en trends waarin gebeurtenissen zich afspelen.
 Persoonlijke problemen worden sterk beïnvloed door de sociale
context zoals groepsdruk, schoonheidsidealen en media  we
denken dat onze keuzes individueel en vrij zijn, maar in
werkelijkheid worden ze begrensd door sociale en culturele
factoren
Ä In een samenleving gericht op individualisme en
zelfredzaamheid wordt het steeds moeilijker om hulp vragen 
versterkt door maatschappelijke normen die zelfredzaamheid
benadrukken.

DUS: sociologisch denken = in vraag stellen van het vanzelfsprekende,
om zich vervolgens de vraag te stellen hoe sociale orde (= behoud van
mogelijkheid om tot nageleefde regels te komen) mogelijk is in een maatschappij waarin
men beseft dat alles relatief is + individuele gebeurtenissen plaatsen en
verklaren vanuit het geheel van sociale relaties, die zelf een specifieke
historische oorsprong hebben.

Mills onderscheidt 3 componenten van sociologische verbeelding:
Hoe Bv.: cliënt worstelt met stress en
maatschappelijke onzekerheid door economische
veranderingen instabiliteit  door sociologische
invloed hebben op de verbeelding te gebruiken kan
individuele mentale psycholoog impact economische
Historische gezondheid (bv crisis plaatsen binnen een breder
processen huidige Belgische historisch kader.
samenleving =
gevolg van Stress  individueel probleem &
industrialisering en gevolg grotere economische
urbanisatie in 19e veranderingen
eeuw.
Sociale context Bv.: cliënt ervaart depressieve
(sociale relaties) gevoelens vanwege de druk om
academisch te presteren 
Begrijpen van psycholoog kan probleem
invloed van relateren aan bredere
instituties en sociale maatschappelijke structuren
Sociale
verhoudingen helpt zoals onderwijssysteem die
structuur
psycholoog om competitie bevorderen of sociale
situatie cliënt te normen die succes koppelen aan
analyseren academische prestaties.

Begrijpen sociale druk kan leiden
tot betere interventies

, (Persoonlijke Migrant die worstelt met
gebeurtenissen) aanpassingsproblemen  door
biografie cliënt de verbinden met
Persoonlijke factoren zoals migratiepatronen,
geschiedenis cliënt discriminatie en culturele
Biografie
wordt beïnvloed door aanpassingsprocessen kan
sociale en psycholoog problematiek beter
economische begrijpen en interventies beter
omstandigheden afstemmen op unieke situatie
cliënt

Volgens Mills  taak socioloog: het in kaart brengen van verband tussen
persoonlijke gebeurtenissen en sociaalhistorische processen  vermogen
bredere maatschappelijke ontwikkelingen in verband te brengen met
individuele ervarings- en belevingswereld.

Sociale context:
 = geheel van sociale relaties waar iemand deel van uitmaakt
 bestudeerd op 3 niveaus:
 microniveau  dagelijkse interacties tussen individuen (bv hoe
gezinsdynamiek iemands gedrag beïnvloedt)
 mesoniveau  sociale groepen en organisaties (bv invloed van
buurtvereniging op samenhang/solidariteit in gemeenschap)
 macroniveau  grote maatschappelijke structuren zoals de staat,
economie, … (bv impact economische crisis op werkgelegenheid en
sociaal beleid)
 contextuele factoren = elementen in sociale context die interacties en
gedrag beïnvloeden
 sociologische contextuele factoren  resultaat interacties tussen
personen en sociale eenheden die de interacties beïnvloeden (bv
interactie tussen 2 studenten  ontwikkeling norm  interactie
tussen studenten beïnvloeden  aanleiding tot conflict)
 demografische contextuele factoren  demografie beschrijft
bevolking en haar veranderingen (bv vergrijzing  conflict over
pensioenen)
 ecologische contextuele factoren  klimatologische en geografische
kenmerken  klimaat beïnvloedt gedrag van mensen (bv
Middellandse zeelanden  siësta)
 materiële contextuele factoren  toegang tot middelen, technologie
en infrastructuur (bv opkomst sociale media  andere manier
interageren, conflicten oplossen, …)
 economische contextuele factoren  factoren ivm productie,
distributie en consumptie goederen en diensten:
 BNP  bruto nationaal product  geeft globale waarde aan van
alle goederen en diensten die worden geproduceerd door inwoners
van een land
 conjuctuur:
 BNP stijgt  hoogconjuctuur
 BNP daalt of stagneert  laagconjuctuur

,  bv verhoogde werkloosheid  jongeren langer naar school om niet
werkloos te worden of eigen positie arbeidsmarkt te verhogen

Definitie sociologie volgens Brutsaert  wetenschap die begaan is met
de systematische studie van de interactie tussen personen en sociale
eenheden, de factoren die deze interactie bepalen en gevolgen daarvan
voor menselijk gedrag.

Gedrag:
 = elke actie of reactie van een individu (bv beweging, woord of
subjectieve gewaarwording)
 Het gaat om:
 zichtbaar sociaal gedrag bv voldoen aan rolverwachtingen
 ideeën, opinies, attitudes, gevoelens vb ideeën tav milieu,
schoonheidsideaal, …
 cognitieve prestaties

Sociaal handelen:
 = handelen dat gericht is op anderen of beïnvloed wordt door anderen
 actor die sociaal handelt houdt rekening met wat de ander doet, gaat
doen of gedaan heeft
 geen imitatiegedrag (er is een subjectieve betekening aanwezig die in
verband staat met tweede actor)
 handelen gebeurt in sociale omgeving en ondergaat kenmerken van die
omgeving
 sociaal  sociaalvoelend, empathisch of altruïstisch (ook geweld,
terrorisme, uitbuiting medemens, belastingontduiking, weigeren
uitgestoken hand)
 asociale gedrag  gericht op de andere

Interactie:
 = wanneer mensen een complementaire betekenis geven aan elkaars
handelen, elkaars handelen beïnvloeden  2 actoren zijn betrokken
 kenmerkend:
 wisselwerking vindt plaats tussen actoren
 men anticipeert op gedrag andere
 gemeenschappelijke interpretatie van elkaars handelen
 interacties kunnen bepaalde vormen aannemen  5 basisvormen:
 sociale ruil/uitwisseling:
 verschil economische ruil: sociale ruil aard en termijn
tegenprestatie liggen niet vast + geeft aanleiding tot conflicten
 aanhangers sociale ruiltheorie  vele interacties zijn vormen van
sociale ruil, waarbij we handelen omdat we een tegenprestatie van
ander terugverwachten
 heel vaak ongelijke verdeling van kosten en baten
 actoren in ruilrelatie streven naar evenwicht tussen kosten en
baten + streven elk hun individueel doel na
 altruïsme draagt een zeker egoïsme in zich  de neiging een
andere te helpen komt voort uit streven naar erkenning
 samenwerking:
£6.77
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
stefperdaens

Get to know the seller

Seller avatar
stefperdaens Katholieke Hogeschool VIVES
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
8 months
Number of followers
0
Documents
4
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions