technisch lezen
Samenvatting
ashley in 't veen
[E-mailadres]
,Inhoud
Hoofdstuk 2 het leesproces....................................................................................................................2
2.1 Lezen als informatieverwerking....................................................................................................2
2.2 leesstrategieën.............................................................................................................................4
2.3 Flexibel gebruik van leesstrategieën.............................................................................................6
2.4 Deelvaardigheden van het lezen...................................................................................................7
Hoofdstuk 3 Geletterdheid bij peuters en kleuters................................................................................9
3.1 De leesontwikkeling bij peuters en kleuters.................................................................................9
3.2 Bepalende factoren voor de leesontwikkeling............................................................................10
3.3 Stimuleren van ontluikende geletterdheid bij peuters...............................................................11
3.4 Stimuleren van beginnende geletterdheid bij kleuters...............................................................11
3.6 Zelfontdekkend leren lezen........................................................................................................15
Hoofdstuk 4 Doelstelling en leerstofordening......................................................................................16
4.1.1 Tussendoelen beginnende geletterdheid................................................................................16
4.2 Leerstofordening bij aanvankelijk lezen......................................................................................19
, Hoofdstuk 2 het leesproces
2.1 Lezen als informatieverwerking
Er zijn verschillende niveaus van informatieverwerking:
1. Visuele niveau
Hierbij gaat het om speciale kenmerken van letters en woorden. Daarnaast is ook de
frequentie van letters belangrijk. De x komt weinig voor, waardoor deze snel herkend zal
worden.
In methoden voor aanvankelijk lezen wordt een schreefloze letter gebruikt: een letter zonder
dwarsstreepjes. Dit lettertype geeft het beste de basisvorm van de letter weer en is het
gemakkelijkst te herkennen.
Het gaat niet alleen om de vorm van losse letters, maar ook om de combinatie van letters.
Een woord met twee dezelfde letters is gemakkelijker te herkennen, dan een woord met
verschillende letters.
Herkennen van visuele informatie wordt bepaald door het schriftsysteem. In het alfabetisch
schriftsysteem wordt elke klank weergegeven door één teken.
Het alfabetisch schriftsysteem is de efficiëntste manier om gesproken taal weer te geven,
maar heeft ook nadelen;
- Er worden geen spraakklanken weergegeven, maar alleen spraakklanken die
betekenisverschil tussen woorden veroorzaken. Fonemen zijn betekenis onderscheidende
spraakklanken. De /eu/ in deur en neus zijn hetzelfde foneem, maar twee verschillende
spraakklanken. De /o/ en /oo/ kunnen wel verschil geven in betekenis (bos, boos) en zijn
daarom twee verschillende fonemen.
- Er zijn niet genoeg letters om alle fonemen weer te geven, er zijn 36 fonemen en maar 26
letters. Dat wordt opgelost door fonemen weer te geven door combinaties van letters.
Een letter of lettercombinatie die een foneem weergeeft, wordt een grafeem genoemd.
De /i/ en /e/ zijn grafemen, net als de lettercombinaties /ie/ en /ee/.
- De koppeling tussen grafemen en fonemen is niet eenduidig. Sommige fonemen worden
door meer dan één grafeem weergegeven en omgekeerd kan een grafeem verwijzen naar
twee fonemen. Bijvoorbeeld: in den geeft het grafeem d de /d/ weer, maar in bad de
foneem /t/. Kinderen leren eerst klankzuivere worden: de koppeling grafeem en foneem
is eenduidig.
-
2. Morfologisch niveau
De manier waarop een woord is opgebouwd. Als je de voorvoegsels be-, ge- en ver-, en de
achtervoegsels -tje en -lijk in één keer herkent, verloopt het leesproces sneller.
3. Semantisch niveau
De betekenis van woorden moet ook erbij betrokken woorden. Geoefende lezers zullen het
ontbreken van een woord in een zin niet eens waarnemen, bijvoorbeeld: ‘Een dromedaris
heeft maar één…’.