Week 1
Opdracht 1
Geef in de onderstaande gevallen aan welke wettelijke regeling van toepassing is:
a) Mevrouw Karelse heeft een baan en wordt ziek;
ZW, WIA, PW
b) Kees is ziek, zijn contract wordt niet verlengd door zijn werkgever;
ZW - bij minder dan 2 jaar
Ziek uit dienst voor 1 maand dus ZW. Daarna evt recht op WW en als dat niet kan PW.
c) Jessy wordt ontslagen en kan nog geen nieuwe baan vinden;
WW. Indien aan vereiste voldoet.
Anders bijstand - PW
d) Jan bereikt de pensioengerechtigde leeftijd;
AOW
Als het onvoldoende is (je krijgt niet het sociale minimum), is het aanvullende bijstand.
e) Samira is 22 en moeder van een zoon. Ze heeft het laatste jaar niet gewerkt;
PW, kinderbijslag, kindgebonden budget. Evt zorgtoeslag en huurtoeslag, is nu niet duidelijk
omdat daar geen kennis over is.
f) Claire heeft na een ernstig ongeluk al ruim 2 jaar niet meer gewerkt voor haar
werkgever. Ze is nog steeds arbeidsongeschikt.
WIA/WAO. Nieuwe gevallen WIA en oude gevallen WAO, bv chronische handicaps (waar je
mee geboren wordt).
Opdracht 2
Wie heeft er recht op een uitkering? Iedere wet bepaalt wie rechthebbende is en waar
men aanspraak op kan maken wanneer men aan bepaalde voorwaarden voldoet. Ga
na wie recht heeft op een uitkering op grond van de volgende wetten en waar men
recht op heeft. Waar is dit in de wet geregeld?
a) de Werkloosheidswet
Art 15 jo art 3 WW
Art 15: de werknemer die werkloos is
Wie is werknemer?
Art 3: definitie begrip werknemer
- Persoon jonger dan pensioengerechtigde leeftijd
- In loondienst is
b) de Ziektewet
Art 19 Zw jo 20 Zw jo art 3 ZW
Art 19: Verzekerde heeft er recht op
Wie is verzekerde?
Art 20: Werknemer = verzekerde
Wie is werknemer?
Art 3: definitie begrip werknemer
- Dienstverband
c) de Algemene Ouderdomswet
Art 7 jo art 6 jo art 2 AOW
Art 7:
- Pensioengerechtigde leeftijd → art 7a
- Verzekerd voor pensioen
Wie is verzekerde?
Art 6: verzekerde = ingezetene
,Wie is ingezetene?
Art 2: ingezetene = woonachtig in Nederland
Opdracht 3
De sociale zekerheid in Nederland kent verschillende wetten en regelingen. Vul voor
de volgende wetten en regelingen in wie deze wetten/ regelingen uitvoert: Zvw, Wlz,
Pw, WMO 2015, Jeugdwet, WW, ZW, WIA, WAO, TW, Wajong, AOW, AKW,
kinderopvangtoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget
UWV: WW, ZW, WAO, WIA, TW en Wajong
SVB: AOW, AKW
Zorgverzekeraars: Zvw, Wlz
Gemeente: Pw, Wmo 2015 en Jeugdwet
Belastingdienst: kinderopvangtoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget
Opdracht 4
De Participatiewet is een belangrijke sociale voorziening. Bestudeer artikelen 11 en 19
van de Participatiewet. Benoem de voorwaarden en het rechtsgevolg die in deze
artikelen staan.
Art 11:
Rechtsgevolg: recht op bijstand van overheidswege
Voorwaarden:
- In Nederland woonachtig - let op uitzonderingen lid 2
- Nederlander / rechtmatig verblijf
- Niet over middelen beschikt - kijk naar art 31-34
- Om in de noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien
- Art 12, 13 en 15 toetsen (onderhoudsplicht, uitsluitingsgronden en voorliggende
voorziening)
Art 19:
Rechtsgevolg: recht op algemene bijstand
Voorwaarden:
- Onverminderd paragraaf 2.2
- Alleenstaande
- Gezin
- Het in aanmerking te nemen inkomen lager is dan de bijstandsnorm
- Er geen in aanmerking te nemen vermogen is
Opdracht 5
Bestudeer artikel 13 Participatiewet. Welke uitsluitingsgronden kent de wet?
a. aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen;
b. die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende
maatregel;
c. die zijn militaire of vervangende dienstplicht vervult;
d. die wegens werkstaking of uitsluiting niet deelneemt aan de arbeid, voorzover diens
gebrek aan middelen daarvan het gevolg is;
e. die per kalenderjaar langer dan vier weken verblijf houdt buiten Nederland dan wel een
aaneengesloten periode van langer dan vier weken verblijf houdt buiten Nederland;
f. die jonger is dan 18 jaar;
,g. die bijstand vraagt ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast en die
overigens bij het ontstaan van de schuldenlast, dan wel nadien, beschikte of beschikt over
de middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien.
Opdracht 6
Bestudeer artikel 15 Participatiewet. Wanneer is er sprake van een voorliggende
voorziening? Noem enkele voorliggende voorzieningen.
Art 5 sub e: voorliggende voorziening: elke voorziening buiten deze wet waarop de
belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, ter
verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven
Voorbeelden; WW-uitkering, stufi, AOW-pensioen
Opdracht 7
Jantien de Jong is 53 jaar. Zij woont al haar hele leven in Amsterdam. Zij heeft al jaren een
bijstandsuitkering. Haar dochter Loes woont sinds 5 jaar in Portugal met haar man en
kinderen. Loes en haar man hebben een druk bezocht hotel: de zaken lopen goed! De hele
zomer is volgeboekt.
De kinderen van Loes en haar man hebben in de zomermaanden 10 weken zomervakantie.
Loes baalt: precies de drukste tijd van het jaar voor het hotel. Zij vraagt haar moeder om
komende zomer een paar maanden op de kinderen te komen passen. Zo snijdt het mes aan
twee kanten: Loes kan al haar tijd aan haar werk besteden en Jantien kan met haar
kleinkinderen van de zomerzon in Portugal genieten!
Jantien weet dat jij student bent aan de opleiding SJD van de HvA. Zij vraagt jou om
advies. Wat raad jij Jantien aan?
Rr: Art 13 lid 1 sub e Pw
A/T
Je mag maximaal 4 weken aansluitend weg zijn uit Nederland om toch je bijstandsuitkering
te behouden. Zij wilt nu 10 weken weg. Dit betekent dat het langer is dan 4 weken. Zij heeft
hier geen hele goede reden voor en dus zal haar bijstandsuitkering naar 4 weken worden
stopgezet.
Als je over de vier weken heen gaat moet je toestemming vragen en je gemeente bellen. Op
grond van art 17 Pw heb je een meldingsplicht.
Conclusie
Ik zou haar aanraden om in Nederland te blijven indien zij haar bijstandsuitkering wilt
behouden. Het is dus wel een mogelijkheid. Zij zal hem dan in Nederland opnieuw moeten
aanvragen.
Opdracht 8
Samira is alleenstaand en woonachtig in Ter Apel – een mooi dorp in Groningen. Zij werkt
als vrijwilliger in het plaatselijke Aanmeldcentrum voor asielzoekers. Vanwege de grote
instroom van Syrische Vluchtelingen is het Aanmeldcentrum helemaal vol: de laatst
aangekomen asielzoekers moeten in tenten slapen.
Het regent dagen achter elkaar en Samira kan het allemaal niet goed meer aanzien: zij
besluit om 2 asielzoekers zolang bij haar in huis te nemen. Ze heeft toch ruimte zat. Er wordt
flink gebouwd aan een uitbreiding van het Aanmeldcentrum, dus zo lang zal het niet duren,
schat ze in: en voor de tijd dat de asielzoekers bij haar in wonen kunnen ze vast een
, bijstandsuitkering van de gemeente krijgen.
Heeft Samira gelijk in deze laatste aanname?
Rv: Komen de asielzoekers in aanmerking voor een bijstandsuitkering van de gemeente?
Rr: Art 19 en art 11 lid 1 jo lid 2 Pw
A/T
De asielzoekers hebben nog geen verblijfsvergunning. Zij hebben enkel zichzelf aangemeld.
Zij verblijven dus niet rechtmatig in Nederland. Dit is 1 van de eisen van artikel 11 Pw.
Omdat zij dit niet hebben hebben zij nu geen recht op bijstand. Bovendien is het nog maar
de vraag of zij aangemeld zijn als ingezetene. Lid 1 is uitgesloten want zij zijn sowieso geen
Nederlander. Ook zijn ze geen vreemdeling. Er is eigenlijk al een voorliggende voorziening,
los van het feit dat ze niet voldoen aan art 11, omdat de overheid al voor ze betaald (geen
huur etc.)
Conclusie:
Samira heeft geen gelijk in deze aanname want de asielzoekers hebben geen recht op een
bijstandsuitkering op grond van art 11 Pw.
Lesopdracht
Wet Soort Wie is rechthebbende Wie betaalt? Wie voert
voorziening Wie keert uit? uit?
Huurtoeslag Sociale Art 8 en 9 Wet op Belastingdienst Belasting-
voorziening Huurtoeslag, huurt dienst
betalen en vermogens-
en inkomenstoets
Werkloosheids- Werknemers Leeftijd onder UWV UWV
wet voorziening pensioengerechtigde
leeftijd en in loondienst
Wet langdurige Volks- Langdurige zorg nodig Zorgverzekeraar Zorgverzek
zorg verzekering , door premie en eraars
eigen bijdrage
Kindgebonden Sociale Ouders van kinderen Belastingdienst Belastingdi
budget voorziening tot 18 jaar oud enst
WAO Werknemers Art 18 lid 1 WAO. Je UWV UWV
verzekering bent niet capabel in
staat om te werken
Ziektewet Werknemers Art 19, 20 en 3 UWV UWV
verzekering
Jeugdwet Sociale Kinderen tot 18 jaar Gemeente Gemeente
voorziening
Opdracht 1
Geef in de onderstaande gevallen aan welke wettelijke regeling van toepassing is:
a) Mevrouw Karelse heeft een baan en wordt ziek;
ZW, WIA, PW
b) Kees is ziek, zijn contract wordt niet verlengd door zijn werkgever;
ZW - bij minder dan 2 jaar
Ziek uit dienst voor 1 maand dus ZW. Daarna evt recht op WW en als dat niet kan PW.
c) Jessy wordt ontslagen en kan nog geen nieuwe baan vinden;
WW. Indien aan vereiste voldoet.
Anders bijstand - PW
d) Jan bereikt de pensioengerechtigde leeftijd;
AOW
Als het onvoldoende is (je krijgt niet het sociale minimum), is het aanvullende bijstand.
e) Samira is 22 en moeder van een zoon. Ze heeft het laatste jaar niet gewerkt;
PW, kinderbijslag, kindgebonden budget. Evt zorgtoeslag en huurtoeslag, is nu niet duidelijk
omdat daar geen kennis over is.
f) Claire heeft na een ernstig ongeluk al ruim 2 jaar niet meer gewerkt voor haar
werkgever. Ze is nog steeds arbeidsongeschikt.
WIA/WAO. Nieuwe gevallen WIA en oude gevallen WAO, bv chronische handicaps (waar je
mee geboren wordt).
Opdracht 2
Wie heeft er recht op een uitkering? Iedere wet bepaalt wie rechthebbende is en waar
men aanspraak op kan maken wanneer men aan bepaalde voorwaarden voldoet. Ga
na wie recht heeft op een uitkering op grond van de volgende wetten en waar men
recht op heeft. Waar is dit in de wet geregeld?
a) de Werkloosheidswet
Art 15 jo art 3 WW
Art 15: de werknemer die werkloos is
Wie is werknemer?
Art 3: definitie begrip werknemer
- Persoon jonger dan pensioengerechtigde leeftijd
- In loondienst is
b) de Ziektewet
Art 19 Zw jo 20 Zw jo art 3 ZW
Art 19: Verzekerde heeft er recht op
Wie is verzekerde?
Art 20: Werknemer = verzekerde
Wie is werknemer?
Art 3: definitie begrip werknemer
- Dienstverband
c) de Algemene Ouderdomswet
Art 7 jo art 6 jo art 2 AOW
Art 7:
- Pensioengerechtigde leeftijd → art 7a
- Verzekerd voor pensioen
Wie is verzekerde?
Art 6: verzekerde = ingezetene
,Wie is ingezetene?
Art 2: ingezetene = woonachtig in Nederland
Opdracht 3
De sociale zekerheid in Nederland kent verschillende wetten en regelingen. Vul voor
de volgende wetten en regelingen in wie deze wetten/ regelingen uitvoert: Zvw, Wlz,
Pw, WMO 2015, Jeugdwet, WW, ZW, WIA, WAO, TW, Wajong, AOW, AKW,
kinderopvangtoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget
UWV: WW, ZW, WAO, WIA, TW en Wajong
SVB: AOW, AKW
Zorgverzekeraars: Zvw, Wlz
Gemeente: Pw, Wmo 2015 en Jeugdwet
Belastingdienst: kinderopvangtoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget
Opdracht 4
De Participatiewet is een belangrijke sociale voorziening. Bestudeer artikelen 11 en 19
van de Participatiewet. Benoem de voorwaarden en het rechtsgevolg die in deze
artikelen staan.
Art 11:
Rechtsgevolg: recht op bijstand van overheidswege
Voorwaarden:
- In Nederland woonachtig - let op uitzonderingen lid 2
- Nederlander / rechtmatig verblijf
- Niet over middelen beschikt - kijk naar art 31-34
- Om in de noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien
- Art 12, 13 en 15 toetsen (onderhoudsplicht, uitsluitingsgronden en voorliggende
voorziening)
Art 19:
Rechtsgevolg: recht op algemene bijstand
Voorwaarden:
- Onverminderd paragraaf 2.2
- Alleenstaande
- Gezin
- Het in aanmerking te nemen inkomen lager is dan de bijstandsnorm
- Er geen in aanmerking te nemen vermogen is
Opdracht 5
Bestudeer artikel 13 Participatiewet. Welke uitsluitingsgronden kent de wet?
a. aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen;
b. die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende
maatregel;
c. die zijn militaire of vervangende dienstplicht vervult;
d. die wegens werkstaking of uitsluiting niet deelneemt aan de arbeid, voorzover diens
gebrek aan middelen daarvan het gevolg is;
e. die per kalenderjaar langer dan vier weken verblijf houdt buiten Nederland dan wel een
aaneengesloten periode van langer dan vier weken verblijf houdt buiten Nederland;
f. die jonger is dan 18 jaar;
,g. die bijstand vraagt ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast en die
overigens bij het ontstaan van de schuldenlast, dan wel nadien, beschikte of beschikt over
de middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien.
Opdracht 6
Bestudeer artikel 15 Participatiewet. Wanneer is er sprake van een voorliggende
voorziening? Noem enkele voorliggende voorzieningen.
Art 5 sub e: voorliggende voorziening: elke voorziening buiten deze wet waarop de
belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, ter
verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven
Voorbeelden; WW-uitkering, stufi, AOW-pensioen
Opdracht 7
Jantien de Jong is 53 jaar. Zij woont al haar hele leven in Amsterdam. Zij heeft al jaren een
bijstandsuitkering. Haar dochter Loes woont sinds 5 jaar in Portugal met haar man en
kinderen. Loes en haar man hebben een druk bezocht hotel: de zaken lopen goed! De hele
zomer is volgeboekt.
De kinderen van Loes en haar man hebben in de zomermaanden 10 weken zomervakantie.
Loes baalt: precies de drukste tijd van het jaar voor het hotel. Zij vraagt haar moeder om
komende zomer een paar maanden op de kinderen te komen passen. Zo snijdt het mes aan
twee kanten: Loes kan al haar tijd aan haar werk besteden en Jantien kan met haar
kleinkinderen van de zomerzon in Portugal genieten!
Jantien weet dat jij student bent aan de opleiding SJD van de HvA. Zij vraagt jou om
advies. Wat raad jij Jantien aan?
Rr: Art 13 lid 1 sub e Pw
A/T
Je mag maximaal 4 weken aansluitend weg zijn uit Nederland om toch je bijstandsuitkering
te behouden. Zij wilt nu 10 weken weg. Dit betekent dat het langer is dan 4 weken. Zij heeft
hier geen hele goede reden voor en dus zal haar bijstandsuitkering naar 4 weken worden
stopgezet.
Als je over de vier weken heen gaat moet je toestemming vragen en je gemeente bellen. Op
grond van art 17 Pw heb je een meldingsplicht.
Conclusie
Ik zou haar aanraden om in Nederland te blijven indien zij haar bijstandsuitkering wilt
behouden. Het is dus wel een mogelijkheid. Zij zal hem dan in Nederland opnieuw moeten
aanvragen.
Opdracht 8
Samira is alleenstaand en woonachtig in Ter Apel – een mooi dorp in Groningen. Zij werkt
als vrijwilliger in het plaatselijke Aanmeldcentrum voor asielzoekers. Vanwege de grote
instroom van Syrische Vluchtelingen is het Aanmeldcentrum helemaal vol: de laatst
aangekomen asielzoekers moeten in tenten slapen.
Het regent dagen achter elkaar en Samira kan het allemaal niet goed meer aanzien: zij
besluit om 2 asielzoekers zolang bij haar in huis te nemen. Ze heeft toch ruimte zat. Er wordt
flink gebouwd aan een uitbreiding van het Aanmeldcentrum, dus zo lang zal het niet duren,
schat ze in: en voor de tijd dat de asielzoekers bij haar in wonen kunnen ze vast een
, bijstandsuitkering van de gemeente krijgen.
Heeft Samira gelijk in deze laatste aanname?
Rv: Komen de asielzoekers in aanmerking voor een bijstandsuitkering van de gemeente?
Rr: Art 19 en art 11 lid 1 jo lid 2 Pw
A/T
De asielzoekers hebben nog geen verblijfsvergunning. Zij hebben enkel zichzelf aangemeld.
Zij verblijven dus niet rechtmatig in Nederland. Dit is 1 van de eisen van artikel 11 Pw.
Omdat zij dit niet hebben hebben zij nu geen recht op bijstand. Bovendien is het nog maar
de vraag of zij aangemeld zijn als ingezetene. Lid 1 is uitgesloten want zij zijn sowieso geen
Nederlander. Ook zijn ze geen vreemdeling. Er is eigenlijk al een voorliggende voorziening,
los van het feit dat ze niet voldoen aan art 11, omdat de overheid al voor ze betaald (geen
huur etc.)
Conclusie:
Samira heeft geen gelijk in deze aanname want de asielzoekers hebben geen recht op een
bijstandsuitkering op grond van art 11 Pw.
Lesopdracht
Wet Soort Wie is rechthebbende Wie betaalt? Wie voert
voorziening Wie keert uit? uit?
Huurtoeslag Sociale Art 8 en 9 Wet op Belastingdienst Belasting-
voorziening Huurtoeslag, huurt dienst
betalen en vermogens-
en inkomenstoets
Werkloosheids- Werknemers Leeftijd onder UWV UWV
wet voorziening pensioengerechtigde
leeftijd en in loondienst
Wet langdurige Volks- Langdurige zorg nodig Zorgverzekeraar Zorgverzek
zorg verzekering , door premie en eraars
eigen bijdrage
Kindgebonden Sociale Ouders van kinderen Belastingdienst Belastingdi
budget voorziening tot 18 jaar oud enst
WAO Werknemers Art 18 lid 1 WAO. Je UWV UWV
verzekering bent niet capabel in
staat om te werken
Ziektewet Werknemers Art 19, 20 en 3 UWV UWV
verzekering
Jeugdwet Sociale Kinderen tot 18 jaar Gemeente Gemeente
voorziening
