3.1 Water in beweging
Korte waterkringloop: Het verdampte zeewater komt direct als neerslag in dezelfde zee
terecht.
Lange kringloop; Eerst verdampt het zeewater als het regent, dan komt het via rivieren
weer in de zee, als het via sneeuw gaat dan gaat het eerst van de bergen helemaal naar
beneden in de zee.
70% van de aarde is met water bedekt. In de aardmantel zit zelfs meer water. De
waterverdeling is als volgt:
Water in de oceanen: 97,5% is zout, 2,5% daarvan is zoet
Zoetwater: 69% zit in ijskappen en gletsjers, 30% in diep grondwater en 1% is toegankelijk
Toegankelijk water: 52% komt uit meren, 38% is grondwater, 8% zit in de lucht,
1% in rivieren, 1% in planten
Oppervlakte water is water dat je kan zien en aan het oppervlak ligt.
Grondwater is water wat we niet kunnen zien en bijvoorbeeld in de bodem/gesteenten
zitten.
Droge gebieden: Dit zijn gebieden waar niet veel water valt en het dus heel erg droog is.
Natte gebieden: Dit zijn gebieden waar wel veel/genoeg water valt.
3.2 Water in balans
Hoeveel water een gebied binnenkomt en uitgaat kan je zien door de waterbalans. Een
gebied kan door 4 manieren aan water komen:
1. Neerslag, veel van de neerslag verdampt in warme gebieden. Nu wordt regenwater
veel sneller door riolen, sloten, beken en rivieren afgevoerd. Nuttige neerslag is
neerslag min verdamping.
2. Door aanvoer van water van andere gebieden. Dit kan door bv rivieren.
3. Door de aanvoer van fossiel water, ook wel water uit andere tijdvakken. Veel
gebieden hebben een opslag van water die ze in nood kunnen gebruiken; aquifer.
4. Door aanvoer van virtueel water. Dit is water dat in bv eten zit. Voor landen die niet
veel water hebben is dit een goede optie.
Duurzaam waterbeheer
Bij vernieuwd water raakt het water niet op omdat het steeds wordt bijgevuld. Bij niet-
vernieuwbaar water raakt het water juist wel op. Als het water opraakt is er sprake van
waterverbruik. Als je alleen de vernieuwbare voorraad verbruikt, doe je aan duurzaam
waterbeheer.
Korte waterkringloop: Het verdampte zeewater komt direct als neerslag in dezelfde zee
terecht.
Lange kringloop; Eerst verdampt het zeewater als het regent, dan komt het via rivieren
weer in de zee, als het via sneeuw gaat dan gaat het eerst van de bergen helemaal naar
beneden in de zee.
70% van de aarde is met water bedekt. In de aardmantel zit zelfs meer water. De
waterverdeling is als volgt:
Water in de oceanen: 97,5% is zout, 2,5% daarvan is zoet
Zoetwater: 69% zit in ijskappen en gletsjers, 30% in diep grondwater en 1% is toegankelijk
Toegankelijk water: 52% komt uit meren, 38% is grondwater, 8% zit in de lucht,
1% in rivieren, 1% in planten
Oppervlakte water is water dat je kan zien en aan het oppervlak ligt.
Grondwater is water wat we niet kunnen zien en bijvoorbeeld in de bodem/gesteenten
zitten.
Droge gebieden: Dit zijn gebieden waar niet veel water valt en het dus heel erg droog is.
Natte gebieden: Dit zijn gebieden waar wel veel/genoeg water valt.
3.2 Water in balans
Hoeveel water een gebied binnenkomt en uitgaat kan je zien door de waterbalans. Een
gebied kan door 4 manieren aan water komen:
1. Neerslag, veel van de neerslag verdampt in warme gebieden. Nu wordt regenwater
veel sneller door riolen, sloten, beken en rivieren afgevoerd. Nuttige neerslag is
neerslag min verdamping.
2. Door aanvoer van water van andere gebieden. Dit kan door bv rivieren.
3. Door de aanvoer van fossiel water, ook wel water uit andere tijdvakken. Veel
gebieden hebben een opslag van water die ze in nood kunnen gebruiken; aquifer.
4. Door aanvoer van virtueel water. Dit is water dat in bv eten zit. Voor landen die niet
veel water hebben is dit een goede optie.
Duurzaam waterbeheer
Bij vernieuwd water raakt het water niet op omdat het steeds wordt bijgevuld. Bij niet-
vernieuwbaar water raakt het water juist wel op. Als het water opraakt is er sprake van
waterverbruik. Als je alleen de vernieuwbare voorraad verbruikt, doe je aan duurzaam
waterbeheer.