Erf- en schenkbelasting samenvatting
Week 1
Successiewet 1956
- Wat wordt belast in de Successiewet?
o Erf- en schenkbelasting
- Waarom heffen we daarover?
- Rechtsgrond
- Eerst wat cijfers
Waaruit bestaat het vermogen in Nederland
-Opbouw totale bezittingen van 3.421 miljard euro, 1 januari 2022
-NB: op 1 januari 2020 bedroegen de totale bezittingen 2.696 miljard
euro
Waaruit bestaat het vermogen
- De niet-miljonairs hebben een eigen woning en spaargeld
1
,Erf- en schenkbelasting samenvatting
- De rijksten hebben ab-aandelen
- 317.000 miljonairs (2021)
Doorsnee nagelaten vermogen
- Mediaan: zowel 50% meer nalaten als minder
o 2021: gemiddeld 145,2, de armste helft minder dan 33,0
Relatieve belang erf- en schenkbelasting
- In totaal wordt er 407.427.000 belasting geheven
o Schenk- en erfbelasting is daarvan 3.003.000, dus het relatieve
belang is beperkt
Rechtsgronden en juridische motieven
- Boedelbelasting: wordt niet gekeken naar wat een individuele erflater
krijgt, maar wat wordt nagelaten
o Tarief wordt besloten ongeacht wie de verkrijger is
- Verkrijgersbelasting: individueel kijken wat elke krijger krijgt (in Nederland)
o Kan rekening worden gehouden met individuele omstandigheden
-Juridische motieven (rechtvaardigheidsbeginselen)
o Buitenkansbeginsel: niet verwachten dat je iets nagelaten zou
krijgen
Bijv. geen familieband met erflater
Rechtvaardigt het verschil in tarieven
o Beginsel van de minste pijn: makkelijk om een deel af te dragen,
als je iets binnenkrijgt
o Loon naar werken: als je iets gratis krijgt, moet je er belasting
betalen
o Profijtbeginsel: belastingplichtige die profiteert van de
overheidsuitgaven in een staat, dient ook bij te dragen aan die
uitgaven
o Draagkrachtbeginsel: gelijkmatige belasting overeenkomstig de
financiële draagkracht de sterkste schouders dragen de zwaarste
lasten (als je hebt geërfd, heb je sterke schouders)
Economische motieven
2
,Erf- en schenkbelasting samenvatting
- Welfaristische/ economische motieven (maximalisatie van de welvaart)
o Onbedoelde nalatenschappen: niet lang genoeg geleefd, te
optimistisch ingeschatte leeftijd, niet gespaard voor erflaters maar
voor jezelf
o Altruïstische nalatenschap (bedoelde nalatenschap): erflater
ontleent nut aan het nalaten aan andere personen, waardoor het
welzijn van deze begunstigde verbetert
Vrijgevigheid
o Nalatenschap als beloning voor geboden steun (bedoelde
nalatenschap): erflater laat vermogen na als vergoeding van
bewezen diensten
Als beloning voor geboden steun
Niet welfaristische motieven
- Particularistische principe: voor jezelf zorgen (liberaal)
- Universalistische principe: zorgen voor elkaar (socialist)
- Herverdelingsfunctie: Successiebelasting raakt de vermogenden harder
dan de minder vermogenden, zodat de verschillen tussen de vermogens
na belastingheffing worden verkleind
o Men kan ervoor pleiten om vermogenstransacties van ouders naar
kinderen zwaarder te belasten dan transacties naar derden om op
die wijze concentratie van vermogens tegen te gaan
- Budgettaire functie: bekostigen van uitgaven van de overheid
Draagkracht als leidende rechtsgrond
- Leidende beginsel/ rechtsgrond: draagkrachtbeginsel
- Draagkracht in de zakelijke sfeer: de inkomstenbelasting
o Inkomsten uit arbeid
o Inkomsten uit vermogen
- Draagkracht in de privésfeer: de successiewet
o Inkomen krachtens schenking
o Inkomen krachtens erfrecht
Wat wordt belast
- Verkrijging krachtens erfrecht: op grond van Boek 4 BW
- Uitbreiding met fictieve verkrijgingen krachtens erfrecht: doen alsof
- Verkrijging krachtens schenking
o Schenking voor SW gedefinieerd als gift: gaat om het begrip gift van
Boek 7 BW
- Fictieve verkrijging krachtens schenking: doen alsof
Woonplaatscriterium
- Woonplaats van erflater/schenking
o Belang van woonplaats: erflater/schenker moet in Nederland
hebben gewoond voor heffing erf- en schenkbelasting in Nederland
(art. 1 lid 1 onder 1 en 2 SW)
o Criteria bepaling woonplaats: alle algemene omstandigheden
van het geval wijzen erop dat er een duurzame band van
persoonlijke aard bestaat tussen erflater/schenker en Nederland
(art. 4 AWR)
Duur van verblijf in een land
Plaats van werk
Plaats van woning
Plaats van verblijf van gezin
o De woonplaats van de verkrijger is niet van belang
- Fictieve woonplaats diplomaten (art. 2 lid 1 Sw): bijv. ambassadeur woont
volgens de wet in Nederland, terwijl hij daar feitelijk misschien niet eens
woont
3
, Erf- en schenkbelasting samenvatting
o Geldt ook voor partner (art. 1a SW) en kinderen onder de 27 jaar
- Fictieve woonplaats na emigratie (art. 3 SW)
o Lid 1: Nederlandse nationaliteit ten tijde van overlijden of schenking
o Lid 2: elke nationaliteit ten tijde van schenking
o Een naar het buitenland geëmigreerde Nederlander, echtgenoot met
een andere nationaliteit doet schenking
Staatssecretaris: schenking kan voor de helft worden
toegerekend aan de Nederlandse echtgenoot omdat de
schenking uit het gezamenlijke vermogen is gedaan alleen
die helft is onderworpen aan belasting
Hof: degene die de (rechts)handeling verricht is de schenker
en die moet voldoen aan art. 3 SW
Hof gaat vóór, maar als de uitspraak in jouw nadeel is kun je
wel een beroep doen op de uitspraken van de staatssecretaris
Uitgangspunten Successiewet 1956
- Verkrijgersbelasting: belasting bij de individuele verkrijger
- Tijdstipbelasting: kijken naar de waarde ten tijde van verkrijging, dus
niet in de toekomst of het verleden (bijv. waarde van goud verschilt per
dag)
o Waardestijging is niet belast
Vermoedelijk overlijden (art. 4 SW)
- Datum van het vermoedelijk overlijden opgenomen in afgifte beschikking,
geldt civielrechtelijk als overlijdensdatum
- Voor de Successiewet geldt de datum van dagtekening van verklaring
vermoedelijk overlijden als overlijdensdatum
Verkrijging krachtens erfrecht
- Versterferfrecht: zonder testament
o Verkrijgers via de wet
- Testamentair erfrecht
o Erfgenaam/(sub)legataris
o Lastbevoordeelde
- Testamentsvormen
o Wettelijke verdeling/ouderlijke boedelverdeling (afgeschaft in 2003)
o Vruchtgebruiktestament
o Tweetrapstestament
o Ik-opa/ik-vader
- Omvang nalatenschap
o Art. 5 in verbinding met art. 20 SW
Last in art. 5: last zoals Boek 4 BW (erfrechtelijke verkrijging)
Last in art. 20: last in de zin van kosten
o Erfrechtelijke verkrijging – aftrekkosten
- Voor vererving vatbare goederen
o Goederen
o Rechten eindigend bij overlijden zijn niet voor vererving
vatbaar: vruchtgebruik, lijfrente, alimentatie, vergunningen,
pensioenrechten
o Uitzonderingen vergunningen en aanspraken (art. 1 lid 2 SW):
formeel eindigen ze, maar soms gaan ze feitelijk over
o Goodwill (art. 21 lid 12 SW): het is geen goed, maar wordt wel
belast omdat het in aanmerking komt voor de waardering van een
onderneming
- Omvang nalatenschap (art. 5 in verbinding met art. 20 SW)
4
Week 1
Successiewet 1956
- Wat wordt belast in de Successiewet?
o Erf- en schenkbelasting
- Waarom heffen we daarover?
- Rechtsgrond
- Eerst wat cijfers
Waaruit bestaat het vermogen in Nederland
-Opbouw totale bezittingen van 3.421 miljard euro, 1 januari 2022
-NB: op 1 januari 2020 bedroegen de totale bezittingen 2.696 miljard
euro
Waaruit bestaat het vermogen
- De niet-miljonairs hebben een eigen woning en spaargeld
1
,Erf- en schenkbelasting samenvatting
- De rijksten hebben ab-aandelen
- 317.000 miljonairs (2021)
Doorsnee nagelaten vermogen
- Mediaan: zowel 50% meer nalaten als minder
o 2021: gemiddeld 145,2, de armste helft minder dan 33,0
Relatieve belang erf- en schenkbelasting
- In totaal wordt er 407.427.000 belasting geheven
o Schenk- en erfbelasting is daarvan 3.003.000, dus het relatieve
belang is beperkt
Rechtsgronden en juridische motieven
- Boedelbelasting: wordt niet gekeken naar wat een individuele erflater
krijgt, maar wat wordt nagelaten
o Tarief wordt besloten ongeacht wie de verkrijger is
- Verkrijgersbelasting: individueel kijken wat elke krijger krijgt (in Nederland)
o Kan rekening worden gehouden met individuele omstandigheden
-Juridische motieven (rechtvaardigheidsbeginselen)
o Buitenkansbeginsel: niet verwachten dat je iets nagelaten zou
krijgen
Bijv. geen familieband met erflater
Rechtvaardigt het verschil in tarieven
o Beginsel van de minste pijn: makkelijk om een deel af te dragen,
als je iets binnenkrijgt
o Loon naar werken: als je iets gratis krijgt, moet je er belasting
betalen
o Profijtbeginsel: belastingplichtige die profiteert van de
overheidsuitgaven in een staat, dient ook bij te dragen aan die
uitgaven
o Draagkrachtbeginsel: gelijkmatige belasting overeenkomstig de
financiële draagkracht de sterkste schouders dragen de zwaarste
lasten (als je hebt geërfd, heb je sterke schouders)
Economische motieven
2
,Erf- en schenkbelasting samenvatting
- Welfaristische/ economische motieven (maximalisatie van de welvaart)
o Onbedoelde nalatenschappen: niet lang genoeg geleefd, te
optimistisch ingeschatte leeftijd, niet gespaard voor erflaters maar
voor jezelf
o Altruïstische nalatenschap (bedoelde nalatenschap): erflater
ontleent nut aan het nalaten aan andere personen, waardoor het
welzijn van deze begunstigde verbetert
Vrijgevigheid
o Nalatenschap als beloning voor geboden steun (bedoelde
nalatenschap): erflater laat vermogen na als vergoeding van
bewezen diensten
Als beloning voor geboden steun
Niet welfaristische motieven
- Particularistische principe: voor jezelf zorgen (liberaal)
- Universalistische principe: zorgen voor elkaar (socialist)
- Herverdelingsfunctie: Successiebelasting raakt de vermogenden harder
dan de minder vermogenden, zodat de verschillen tussen de vermogens
na belastingheffing worden verkleind
o Men kan ervoor pleiten om vermogenstransacties van ouders naar
kinderen zwaarder te belasten dan transacties naar derden om op
die wijze concentratie van vermogens tegen te gaan
- Budgettaire functie: bekostigen van uitgaven van de overheid
Draagkracht als leidende rechtsgrond
- Leidende beginsel/ rechtsgrond: draagkrachtbeginsel
- Draagkracht in de zakelijke sfeer: de inkomstenbelasting
o Inkomsten uit arbeid
o Inkomsten uit vermogen
- Draagkracht in de privésfeer: de successiewet
o Inkomen krachtens schenking
o Inkomen krachtens erfrecht
Wat wordt belast
- Verkrijging krachtens erfrecht: op grond van Boek 4 BW
- Uitbreiding met fictieve verkrijgingen krachtens erfrecht: doen alsof
- Verkrijging krachtens schenking
o Schenking voor SW gedefinieerd als gift: gaat om het begrip gift van
Boek 7 BW
- Fictieve verkrijging krachtens schenking: doen alsof
Woonplaatscriterium
- Woonplaats van erflater/schenking
o Belang van woonplaats: erflater/schenker moet in Nederland
hebben gewoond voor heffing erf- en schenkbelasting in Nederland
(art. 1 lid 1 onder 1 en 2 SW)
o Criteria bepaling woonplaats: alle algemene omstandigheden
van het geval wijzen erop dat er een duurzame band van
persoonlijke aard bestaat tussen erflater/schenker en Nederland
(art. 4 AWR)
Duur van verblijf in een land
Plaats van werk
Plaats van woning
Plaats van verblijf van gezin
o De woonplaats van de verkrijger is niet van belang
- Fictieve woonplaats diplomaten (art. 2 lid 1 Sw): bijv. ambassadeur woont
volgens de wet in Nederland, terwijl hij daar feitelijk misschien niet eens
woont
3
, Erf- en schenkbelasting samenvatting
o Geldt ook voor partner (art. 1a SW) en kinderen onder de 27 jaar
- Fictieve woonplaats na emigratie (art. 3 SW)
o Lid 1: Nederlandse nationaliteit ten tijde van overlijden of schenking
o Lid 2: elke nationaliteit ten tijde van schenking
o Een naar het buitenland geëmigreerde Nederlander, echtgenoot met
een andere nationaliteit doet schenking
Staatssecretaris: schenking kan voor de helft worden
toegerekend aan de Nederlandse echtgenoot omdat de
schenking uit het gezamenlijke vermogen is gedaan alleen
die helft is onderworpen aan belasting
Hof: degene die de (rechts)handeling verricht is de schenker
en die moet voldoen aan art. 3 SW
Hof gaat vóór, maar als de uitspraak in jouw nadeel is kun je
wel een beroep doen op de uitspraken van de staatssecretaris
Uitgangspunten Successiewet 1956
- Verkrijgersbelasting: belasting bij de individuele verkrijger
- Tijdstipbelasting: kijken naar de waarde ten tijde van verkrijging, dus
niet in de toekomst of het verleden (bijv. waarde van goud verschilt per
dag)
o Waardestijging is niet belast
Vermoedelijk overlijden (art. 4 SW)
- Datum van het vermoedelijk overlijden opgenomen in afgifte beschikking,
geldt civielrechtelijk als overlijdensdatum
- Voor de Successiewet geldt de datum van dagtekening van verklaring
vermoedelijk overlijden als overlijdensdatum
Verkrijging krachtens erfrecht
- Versterferfrecht: zonder testament
o Verkrijgers via de wet
- Testamentair erfrecht
o Erfgenaam/(sub)legataris
o Lastbevoordeelde
- Testamentsvormen
o Wettelijke verdeling/ouderlijke boedelverdeling (afgeschaft in 2003)
o Vruchtgebruiktestament
o Tweetrapstestament
o Ik-opa/ik-vader
- Omvang nalatenschap
o Art. 5 in verbinding met art. 20 SW
Last in art. 5: last zoals Boek 4 BW (erfrechtelijke verkrijging)
Last in art. 20: last in de zin van kosten
o Erfrechtelijke verkrijging – aftrekkosten
- Voor vererving vatbare goederen
o Goederen
o Rechten eindigend bij overlijden zijn niet voor vererving
vatbaar: vruchtgebruik, lijfrente, alimentatie, vergunningen,
pensioenrechten
o Uitzonderingen vergunningen en aanspraken (art. 1 lid 2 SW):
formeel eindigen ze, maar soms gaan ze feitelijk over
o Goodwill (art. 21 lid 12 SW): het is geen goed, maar wordt wel
belast omdat het in aanmerking komt voor de waardering van een
onderneming
- Omvang nalatenschap (art. 5 in verbinding met art. 20 SW)
4